Les 1: Wat is externaliserend gedrag en welke vormen zijn er?

Externaliserend gedrag 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Externaliserend gedrag 

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet ik aan het einde van de les?
Lesdoelen: 

1. Ik kan aan het einde van de les benoemen wat externaliserend gedrag betekent.

2. Ik kan aan het einde van de les 3 van de 6 vormen van externaliserend gedrag benoemen en een concreet voorbeeld geven van gedragingen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten jullie al over externaliserend gedrag?
- Pak post-it en schrijf op wat je al weet over externaliserend gedrag.


Extra: Weet je al wat het inhoudt? Schrijf dan een concreet voorbeeld wat je hebt meegemaakt op stage.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat is externaliserend gedrag?
Externaliserend gedrag houdt in dat er emoties uitgedrukt worden door ze naar buiten te richten. De client richt zich op de buitenwereld (Barlow, 2018). 

Voorbeelden van externaliserend gedrag: Agressie, hulpeloosheid, ongelukkig gedrag zoals vernieling en problemen in sociale relaties door conflict of afwijzing.

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn mogelijke oorzaken van externaliserend gedrag?
- gezinsproblemen 
- mishandeling 
- emotionele problemen 
- leerproblemen 
- leraar-leerling relatie  
- groepsdruk en sociale conflicten                                                   
- gedragsstoornissen                                                        
(Anderson, 2000) (NCJ, z.d.) en (NJI, 2021). 

Slide 6 - Tekstslide

Kies een oorzaak uit en beschrijf een korte
casus die jij hebt meegemaakt
op stage over dit onderwerp.

Slide 7 - Woordweb

Wat is het verschil tussen externaliserend gedrag en internaliserend gedrag?
Externaliserend gedrag richt zich op de buitenwereld. Het komt vaak naar voren in de vorm van conflicten of gedragingen die anderen verstoren.

Internaliserend gedrag richt zich naar binnen. Het gaat vaak gepaard met gevoelens van angst, depressie, of sociale teruggetrokkenheid.

Slide 8 - Tekstslide

Een client dat zijn frustraties uit door schreeuwen of spullen kapot te maken.
A
Externaliserend gedrag
B
Internaliserend gedrag

Slide 9 - Quizvraag

Een client dat zijn frustraties niet uitdrukt en zich terugtrekt of zich verdrietig voelt.
A
Externaliserend gedrag
B
Internaliserend gedrag

Slide 10 - Quizvraag

Voorbeelden: 
Casus 1: meneer de Vries 82 jaar, vroege fase van dementie
Meneer De Vries woont sinds zes maanden in een woonzorgcentrum. Sinds zijn verhuizing vertoont hij steeds vaker boos en vijandig gedrag. Tijdens de ochtendzorg weigert hij zijn kleren aan te trekken en slaat hij naar de verzorgende wanneer zij probeert hem te helpen met wassen. In de eetzaal moppert hij luid op anderen en beschuldigt hij hen van het “stelen van zijn spullen”. Regelmatig loopt hij gefrustreerd de gang op, schreeuwend dat hij “naar huis wil”.

Casus 2: Kim, 24 jaar, Matige verstandelijke beperking en ADHD
Kim zit in een dagbestedingsgroep en wordt snel overprikkeld. Op een drukke dag met veel geluid uit de andere lokalen krijgt Kim een woede-uitbarsting wanneer de begeleiding haar vraagt op te ruimen. Ze begint te schreeuwen, gooit een stoel om en slaat een andere cliënt die dichtbij staat. Later trekt ze zich terug op haar kamer en weigert elk contact.



Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn de verschillen?

Schrijf de verschillen op tussen het in de ouderenzorg en de gehandicaptenzorg.
 Bespreek de verschillen met een medestudent.

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn de verschillende vormen van externaliserend gedrag?
Agressief gedrag
Storend gedrag 
Opstandig gedrag
Impulsief gedrag
Pesten en vermijdings-gedrag 
- schoppen
- duwen
- trekken 
- slaan 
- knijpen 
- door de les praten
- andere kinderen afleiden 
- onrustig gedrag 
- brutaliteit
- dominantie 
- ongehoor
zaamheid 
- niet aan regels houden 
- opdrachten weigeren te volgen.
- doelbewust aangaan van conflicten
-docent uitdagen 
- niet op de beurt kunnen wachten 
- gebrek aan zelfbeheersing
- onvoorspelbaar-heid 
- pesten
- plagen 
- roddelen 
- elkaar belachelijk maken 
- spijbelen 
- klaslokaal verlaten 

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht: 
1. De vormen van externaliserend gedrag worden op A3 papier geschreven. 
2. Maak groepen van 3 studenten
3. Schrijf bij iedere vorm concrete voorbeelden die je op stage hebt meegemaakt betreft externaliserend gedrag.

Slide 14 - Tekstslide

Einde van de les

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Wat heb je gezien?
- Welk concreet gedrag heb je gezien? 
- Bij welke vorm van externaliserend gedrag is het concrete gedrag passend? 
- Wat vond je goed aan de aanpak? 
- Wat zou jij anders doen?
- Welke tip zou je geven aan de professional?

Slide 17 - Tekstslide

Praktijkopdracht 
Observeer tijdens je stage minimaal één leerling die externaliserend gedrag vertoont. Beschrijf objectief welk concreet gedrag je waarneemt. Beschrijf vervolgens over welke vorm van externaliserend gedrag dit gaat, onderbouwd met de theorie die in de les is behandeld.

Neem voor de volgende les (vrijdag 4 maart) een casus mee die betrekking heeft op externaliserend gedrag.

Slide 18 - Tekstslide

1. Wat wordt bedoeld met externaliserend gedrag?
2. Benoem 3 verschillende vormen van externaliserend gedrag.

Slide 19 - Open vraag

Wat vonden jullie inhoudelijk van de les? (werkvormen, theorie)

Slide 20 - Open vraag