a. 2. más que 2. San José es más grande que San Blas.
b. 1. menos que 3. En San José hay menos gatos que en San Blas.
2. tan como 4. En San José hay más turistas que en San Blas.
c. 1. más que 5. San Blas tiene menos puntos que San José.
2. menos que 6. San Blas tiene más carril bici que San José.
7. San José tiene tantos likes en Facebook como S.B.
Slide 3 - Tekstslide
Control de los deberes
LE p. 97 ej. 11
Corregimos juntos.
Slide 4 - Tekstslide
Objetivos Doelen
Después de esta clase... Na deze les...
1. ... sé decir qué (no) se puede hacer weet ik te zeggen wat je wel of niet mag doen
2. ... sé hablar sobre responsabilidadeskan ik praten over verantwoordelijkheden
Slide 5 - Tekstslide
LT p. 88
Ej. 1 Kijk naar de poster, wat is de bedoeling?
a. Het is een campagne om de straten schoon te houden.
b. Het is een campagne om de adoptie van verlaten honden te promoten.
c. Het is reclame voor hondenvoer.
Slide 6 - Tekstslide
LT p. 88 - LE p. 99
Maak de volgende opdrachten in 2-tallen of 3-tallen:
LT p. 88 ej. 2 - Verbind de borden met de letters.
LE p. 99 ej. 2 - Verbind de borden met de zinnen.
timer
5:00
Slide 7 - Tekstslide
¿Qué (no) se puede hacer?
Hay que Je moet / Men moet
Se puede Je mag / Men mag
No se puede Je mag niet / Men mag niet
Está prohibido Het is verboden
(No) Está permitido Het is (niet) toegestaan
Es obligatorio Het is verplicht
Es peligroso Het is gevaarlijk
Slide 8 - Tekstslide
¡A trabajar! Aan het werk!
Maak nu uit je LE
p. 100-102
ej. 3,4,7,9
Slide 9 - Tekstslide
La prueba De toets
De toets over Unidad 5 is op dinsdag 20 januari.
Leren:
- Woordenlijst
- Aantekeningen + stencils
- Grammatica LT p. 90-91
- Mapa mental LT p. 92-93
Slide 10 - Tekstslide
Wat mag je niet doen op school? Maak een zin met "no se puede".
Slide 11 - Open vraag
Wat moet je doen op school? Maak een zin met "hay que".
Slide 12 - Open vraag
Deberes Huiswerk
Hacer: LE p. 100-102 ej. 3,4,7,9
Estudiar: Vocabulario "Las reglas - De regels"
Leer: LT p. 91 bloque C + D
Slide 13 - Tekstslide
¡Hasta luego!
Slide 14 - Tekstslide
¡HOLA! ¿QUÉ TAL?
Slide 15 - Tekstslide
Objetivos Doelen
Después de esta clase... Na deze les...
...sé cómo se celebra La Navidad en Españaweet ik hoe Kerst in Spanje wordt gevierd
Slide 16 - Tekstslide
La navidad en España
Slide 17 - Tekstslide
El calendario de navidad
22 de diciembre - la lotería de navidad
24 de diciembre - nochebuena
25 de diciembre - día de navidad
28 de diciembre - los santos inocentes
31 de diciembre - nochevieja
1 de enero - año nuevo
5 de enero - vienen los reyes magos
6 de enero - los reyes magos
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Slide 20 - Tekstslide
22 diciembre: El gordo de navidad
El Gordo is de naam van een speciale, jaarlijkse kersttrekking op 22 december van de Nationale Loterij van Spanje. Deze Spaanse kerstloterij wordt El Gordo genoemd vanwege de uitzonderlijk grote jackpot. El Gordo betekent zoiets als De Dikke of De Vette.
De winnende lotnummers en bedragen worden zingend bekend gemaakt door kinderen.
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Twaalf druiven
Bij elke klokslag om middernacht, op 31 december, wordt een druif gegeten. Volgens de traditie zou dit de Spanjaarden het volgende jaar geluk brengen. Een bekende plaats waar dit ritueel wordt uitgevoerd, is het Puerta del Sol, het centrale plein van de Spaanse hoofdstad Madrid.
*Ik bij de elfde druif
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Roscón de Reyes
Slide 26 - Tekstslide
Vergelijk het Kerstfeest in Nederland met het feest in Spanje. Noem één verschil.
Slide 27 - Open vraag
Vergelijk het Kerstfeest in Nederland met het feest in Spanje. Noem één overeenkomst.
Slide 28 - Open vraag
Nu weet je hoe Kerst wordt gevierd in Spanje. Wat vind jij het meest bijzonder?