Multimediale Producten maken

Multimediale Producten maken
Voorbereiding Toets blok 1-3
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Multimediale Producten maken
Voorbereiding Toets blok 1-3

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet je leren?
  • theorie achterin je boek die hoort bij blok 1 tot en met 3
  • werkkaart foto vrijstaand maken en nieuwsbrief maken

Slide 2 - Tekstslide

theorie communicatie
  • alles wat je doet om een boodschap over te brengen op iemand anders
  • zender - ontvanger - boodschap
  • medium (ander communicatiemiddel) bijv. een kaartje

Slide 3 - Tekstslide

 theorie poster
Meestal gebruikt om een evenement aan te kondigen:
  • naam evenement (feest/ optreden)
  • datum + plaats
  • optie: toegangsprijs/website
Poster moet opvallen: bijzondere kleuren, afbeeldingen of letters

Slide 4 - Tekstslide

theorie flyer
  • A5 (zo groot als een schriftje)
  • gebruikt voor aankondiging evenement of actie
  • worden uitgedeeld bijv. op straat
  • je zet hier meer informatie op dan op een poster

Slide 5 - Tekstslide

theorie folder of brochure
  • folder: gevouwen vel papier met info (to fold = vouwen)
  • reclame voor product of bedrijf

  • brochure: uitgebreider informatieboekje 
  • om veel informatie te vertellen
  • brochure wordt langere tijd bewaard

Slide 6 - Tekstslide

theorie vaktermen vormgeving
  • intro                    : inleiding van de tekst
  • broodtekst       : doorlopende langere tekst, leesbaar : kern van je brochure
  • tussenkop        : gebruik je om de lezer naar de broodtekst te lokken
  • quote                  : "deze tekst is letterlijk door iemand gezegd"
  • streamer           : kort stukje uit de broodtekst; aandacht trekken 
  • bijschrift           : kun je bij een foto zetten, hoeft niet

Slide 7 - Tekstslide

werkkaart/ opdracht foto vrijstaand maken
  • te vinden in je digitale methode bij bronnen (laatste onderdeel)
  • bekijk opdracht 12 blz. 28

Slide 8 - Tekstslide

Werkkaart Nieuwsbrief maken
  • Wanneer stuur je een nieuwsbrief
  • Lees opdracht 18 goed door

Slide 9 - Tekstslide

Theorie internet en websites
  • geschiedenis internet
  • www: world wide web

Slide 10 - Tekstslide

Onderdelen website
  • homepage                            :  thuispagina / sfeerpagina
  • menubalk/navigatiebalk: rij knoppen die verwijzen naar pagina's 
  • header                                      : bovenste gedeelte website
  • footer                                        : onderste gedeelte website
  • scrollbar                                  : verticale schuifbalk aan de rechterkant venster
  • sidebar                                     : zijbalk
  • hyperlink/link                        : verwijzing naar een andere webpagina
  • button                                      : knop op webpagina

Slide 11 - Tekstslide

theorie doelen van een website

  • medium; om info door te geven
  • bezoeker gaat op eigen initiatief naar jouw website; zij zoeken naar gerichte informatie
  • bij je ontwerp moet je nadenken over je bezoekers -> wat zoeken zij en hoe zoeken zij?
  • bezoekers willen de informatie snel kunnen vinden

Slide 12 - Tekstslide

theorie Functionaliteiten en User Stories 
  • Functionaliteit: dingen die je op een website kunt doen bijv: contactgegevens zoeken, foto's bekijken of een recensie achterlaten
  • User Story: korte beschrijving (story) van wat een gebruiker (user) wil doen op de website
  • User Story: je denkt als een bezoeker en benoemt wat je komt doen op de website

Slide 13 - Tekstslide

theorie/werkkaart domeinnaam
  1. vastleggen van een domeinnaam-> het internet adres van je website
  2. met een domeinnaam is je website vindbaar op het World Wide Web
  3. laatste stuk is bijvoorbeeld  .com / . org -> noem je extensie
  4. extensie .nl / . be tonen aan uit welk land de website komt
  5. via www.sidn.nl kun je bekijken of de domeinnaam nog beschikbaar is
  6. dommeinnaam: kort, krachtig, gemakkelijk te onthouden, eenvoudig te spellen, gemakkelijk te schrijven, uniek, vertelt iets over de inhoud

Slide 14 - Tekstslide

theorie software kiezen
  • verschillende software waarmee je een website kunt bouwen
  • CMS: Content Management System: een systeem om de inhoud (content) van je website te organiseren
  • Mobirise = CMS ; voordeel je hoeft niet alles zelf te programmeren
  • Mobirise is gratis -> en redelijk gemakkelijk in gebruik
  • Nadelen gratis software : niet veel mogelijkheden (reclame en geen eigen dommeinnaam)
  • Voordelen betaalde software -> meer mogelijkheden

Slide 15 - Tekstslide

Theorie webhosting


  • website maken: veel ruimte nodig op je eigen pc
  • server: hier kun je beter de content van je website op bewaren
  • server: computer met veel opslagruimte die constant in verbinding staat met internet
  • hostingprovider: bieden webruimte aan, zij bezitten enorme servers

Slide 16 - Tekstslide

Theorie doelgroepen
  • doelgroep: voor wie maak je de website?
  • wat zoeken zij? hoe zoeken zij? wat zijn de kenmerken van de bezoekers? 
  • wat komt de bezoeker op jouw website doen?

Slide 17 - Tekstslide

theorie navigatiebalk
  • staat onder de header; rij knoppen die verwijzen naar de pagina's op de website
  • 1e item homepage
  • laatste item is contact

Slide 18 - Tekstslide

theorie Lay-out kiezen
  • responsive website: deze past zich automatisch aan het formaat van het scherm waarmee je de website bekijkt
  • design website: gaat over de versiering van de website -> kleurstelling, lettertype 
  • lay-out: gaat over de indeling van de website

Slide 19 - Tekstslide

WYSIWYG
  • Waar staat WYSIWYG voor?
  • veel programma's waarmee je webpagina's kunt vormgeven zijn heel makkelijk in het gebruik 
  • je kunt meteen het eindresultaat zien

Slide 20 - Tekstslide

Widgets
  • widget: een van te voren gebouwde functionaliteit die je aan je website kunt toevoegen
  • om een nieuwe/aanvullende functionaliteit aan je website toe te voegen zoals social media of een plattegrond
  • CMS biedt widgets aan; je hoeft zelf niet te programmeren
  • widget van buitenaf wordt een plugin genoemd

Slide 21 - Tekstslide