Nederlands ISK 6 Lowan familie dag 1

Nederlands ISK 6 Lowan de familie dag 1
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands ISK 6 Lowan de familie dag 1

Slide 1 - Tekstslide

Nederlands!

Slide 2 - Tekstslide

Hoe gaat het met jullie vandaag?
😀 🙂 😐 ☹️ 😡

Slide 3 - Tekstslide

Valentijnsdag

Slide 4 - Tekstslide

Ander rooster
1. door kijken in de les

Slide 5 - Tekstslide

Nederlands!

Slide 6 - Tekstslide

Meneer de Boer

Slide 7 - Tekstslide

Aan het einde van de les:
1. weet ik wie mijn meester is
2. Kan ik 10 dingen in de school aanwijzen

Slide 8 - Tekstslide

de familie
Dat kan best moeilijk zijn.

Slide 9 - Tekstslide

woordenlijst
1.  het meisje
2. de oma
3. de grootouders
4. het gezin
5. de nicht. 
6. de neef
7. de tante

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel broertjes en zusjes heb jij? 

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel broertjes of zusjes heb jij?

Slide 12 - Open vraag

Nederlands!

Slide 13 - Tekstslide

Aan het einde van de les
1. ken ik 10 woorden over familie

Slide 14 - Tekstslide

welke woorden over familie ken ik?

Slide 15 - Tekstslide

leesboekje pagina 2
Wij lezen de tekst op pagina 2

Slide 16 - Tekstslide

Vertaal de tekst op pagina 2

Slide 17 - Tekstslide

Werkwoorden oefenen
denken:
ik denk
jij denkt 
hij/zij denkt
wij denken 
jullie denken
zij denken

Slide 18 - Tekstslide

lopen
ik loop 
jij loopt
hij/zij loopt
wij lopen 
jullie lopen
zij lopen

Slide 19 - Tekstslide

werkwoorden oefenen
1. Ik (lopen) naar school.
2. Jij (denken) in de les. 
3. Hij (lopen) naar de supermarkt.
4. Wij (denken) over de familie
5. Jullie (lopen) naar de zee
6. Zij (denken) in de klas. 

Slide 20 - Tekstslide

Nederlands!

Slide 21 - Tekstslide

Aan het einde van de les
1. ken ik 20 woorden over de familie

Slide 22 - Tekstslide

Woordenlijst
1. de vriend
2. de vriendin
3. het kleinkind
4. de zoon
5. de dochter
6. de oom
7. de klasgenoot

Slide 23 - Tekstslide

Memory spelen
1. vouw het papier op
2. schrijf op kaartje 1 het Nederlandse woord
2. Schrijf op kaartje 2 het woord in jouw eigen taal
3. Knip de kaartjes uit

Slide 24 - Tekstslide

Nederlands!

Slide 25 - Tekstslide

Aan het einde van de les
1. ken ik 20 woorden over de familie
2. ken ik het werkwoord lopen

Slide 26 - Tekstslide

woordweb familie

Slide 27 - Tekstslide

ik ........

Slide 28 - Open vraag

hij ...........

Slide 29 - Open vraag

jullie ................

Slide 30 - Open vraag

wij .................

Slide 31 - Open vraag

zij ................

Slide 32 - Open vraag

jij ...............

Slide 33 - Open vraag

zij .................

Slide 34 - Open vraag

Maken:
1. maak pagina 1 en 2 van het werkboek. 

Slide 35 - Tekstslide

Aan het einde van de les
1. ken ik 20 woorden over de familie
2. ken ik het werkwoord lopen

Slide 36 - Tekstslide