Paragraaf 2

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je uitleggen wat gasdruk inhoudt, met behulp van het deeltjesmodel.  

Aan het einde van de les kun je een temperatuur in graden Celsius omrekenen naar een temperatuur in graden Kelvin.


Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Aan het einde van de les kan je uitleggen hoe moleculen worden weergegeven in het deeltjesmodel.

Aan het einde van de les kan je de 3 eigenschappen van moleculen in het deeltjesmodel noemen.

Aan het einde van de les kan je uitbeelden hoe moleculen zich volgens het deeltjesmodel bewegen in de gasfase, vloeibare fase en vaste fase.

Slide 3 - Tekstslide

Gasdruk 
Afgesloten ruimte

Moleculen botsen tegen de wand en tegen elkaar aan

Gasdruk groter maken

Slide 4 - Tekstslide

Hoe kan je de gasdruk verhogen?
Wat?  Bedenk 2 manieren waardoor je de gasdruk kan verhogen.
Hoe?  Tweetallen, Pen en Papier.
Hulp? Elkaar.
Tijd?    3 minuten.
Uitkomst? Papiertje met 2 manieren om de gasdruk te kunnen verhogen.
Klaar? Bedenk nog een derde manier om de gasdruk te verhogen.

Ook klaar? Steek je vinger op!

Slide 5 - Tekstslide

Gasdruk & Temperatuur 

Als de temperatuur van gas stijgt, gaan deze ..... bewegen.

Langzamer = Zitten

Sneller = Staan

Slide 6 - Tekstslide

Het absolute nulpunt

-  Temperatuur absolute nulpunt = -273 graden Celsius.

-  Boemerangnevel

Slide 7 - Tekstslide

Kelvinschaal
- 0 graden Kelvin = -273 graden Celsius
- Bewegen van moleculen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Als de temperatuur 100 graden Celsius is, wat is dan de temperatuur in graden Kelvin?

Slide 10 - Open vraag

Het kookpunt van kwik is 630 graden Kelvin. Hoeveel graden Celsius is dit?

Slide 11 - Open vraag

Op welke 3 manieren kan je de gasdruk verhogen?

Slide 12 - Open vraag

Aan het einde van de les kan je uitleggen wat gasdruk inhoudt, met behulp van het deeltjesmodel.
Leg uit hoe gasdruk werkt. Gebruik hierbij de woorden: moleculen, gas en ruimte.

Slide 13 - Open vraag

Aan het einde van de les kun je een temperatuur in graden Celsius omrekenen naar een temperatuur in graden Kelvin.
23 graden Celsius = ......... graden Kelvin,
375 graden Kelvin = ........ graden Celsius.

Slide 14 - Open vraag

Vooruitblik
Weektaak: Paragraaf 1 & 2 afmaken, beginnen aan paragraaf 3.

Volgende les: Stoffen scheiden.

Slide 15 - Tekstslide