Spelling, leestekens en samenstellingen 2F
1 / 28
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Bijbehorende PP met antwoorden-uitleg.
N2-3 eerst uitleg dan vraag - tot vraag 17
N4 eerst 1e vraag dan uitleg - eerst 2F, dan 3F tot einde
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
De bakker ......... zijn eigen taarten.
A
berijdt
B
bereidt
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het meervoud van bureau?
A
bureaus
B
bureau's
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In het weekend bezoeken wij meerdere ..............
A
cafés
B
café's
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Alle ........ in de bak zetten a.u.b.
A
paraplus
B
paraplu's
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bas heeft altijd de wildste
(idee - meervoud).
(idee - meervoud).
A
ideeën
B
ideeen
C
ideen
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het meervoud van glas?
A
glasen
B
glazen
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel hoofletters?
's middags, vooral op vrijdag is de opkomst op het mbo erg slecht.
's middags, vooral op vrijdag is de opkomst op het mbo erg slecht.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel fouten hoofdletters?
Prof.Dr.Ir. van der Lee geeft op Tweede Paasdag een lezing.
Prof.Dr.Ir. van der Lee geeft op Tweede Paasdag een lezing.
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke schrijfwijze is juist?
A
voorjaars opruimings advertentie
B
voorjaars opruimingsadvertentie
C
voorjaarsopruimings advertentie
D
voorjaarsopruimingsadvertentie
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Tijdens de ..............(1) worden de ............(2) met ............... (3) verkocht, ............(4) heeft de ..................... (5) een .....................(6) gekocht.
Juiste antwoorden
1. cursus dag
1. cursusdag
2. actie producten
2. actieproducten
3. kassa korting
3. kassakorting
4. daar mee
4. daarmee
5. weekend medewerker
5. weekendmedewerker
6. kopieer apparaat
6. kopieerapparaat
Slide 12 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het meisje .......... (1) daar loopt, gaat richting ............ (2) buurtcentrum, waarvan .......... (3) openingsuur bij de buurt bekend is.
Juiste antwoorden
1. die
1. dat
2. de
2. het
3. de
3. het
Slide 13 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Deze Nederlandse bokser is groter ........ die uit België.
A
als
B
dan
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Kees is vijf keer zo sterk ....... zijn zoon
A
als
B
dan
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Henk voetbalt graag met die vader van.....
A
jou
B
jouw
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Meervoud
Loempia..., baopao... en groente...staan op alle menu....
Loempia..., baopao... en groente...staan op alle menu....
A
loempias-bapaos-groentes-menus
B
loempias-bapao's-groenten-menuus
C
loempia's-bapao's-groentes-menu's
D
loempia's-bapao's-groenten-menu's
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel hoofdletters?
de apk-keuring van de heer van de Heuvel door all-repair in best is op eerste pinksterdag uitgevoerd.
de apk-keuring van de heer van de Heuvel door all-repair in best is op eerste pinksterdag uitgevoerd.
A
5
B
6
C
7
D
8
Slide 18 - Quizvraag
Niveau 4 - start 3F
Juiste schrijfwijze
A
cadeauidee
B
cadeau-idee
C
cadeau idee
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Juiste schrijfwijze
A
reintegratie reanimeren
B
re integratie
re animeren
C
re-integratie reanimeren
D
reintegratie
re-animeren
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hij zal hebben............
A
ademgehaald
B
adem gehaald
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het enige ..... telt is dat je er bent!
A
dat
B
wat
Slide 22 - Quizvraag
Alles, niets, iets en het enige => wat….
Een hele zin: de stagebegeleider gaf mij vrij, wat ik super vond.
Een overtreffende trap: het leukste wat er is.
Het meisje ...... daar loopt, ken ik.
A
die
B
dat
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Jaap is 5x zo sterk ...... ...
A
als ik
B
dan ik
Slide 24 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Ik zal ...... n.a.w. overnemen op de lijst.
A
jou
B
jouw
Slide 25 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Anja noteert ....... op de lijst.
A
hun
B
hen
Slide 26 - Quizvraag
Uitleg na de vraag
De overheid kent aan ..... een toelage toe.
A
hun
B
hen
Slide 27 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Heb je voldoende lesstof gehad voor het examen?
Ja
Nee
Hulp nodig
Slide 28 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
