Trede 7 - Herhaling 2

Aujourd'hui
Répéter trede 7
- ww: manger / avoir / être
- vraagzinnen
- ontkenning
- vragen over eten
- etenswaren



1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Aujourd'hui
Répéter trede 7
- ww: manger / avoir / être
- vraagzinnen
- ontkenning
- vragen over eten
- etenswaren



Slide 1 - Tekstslide

jij hebt

Slide 2 - Open vraag

jullie zijn

Slide 3 - Open vraag

ik heb

Slide 4 - Open vraag

ik ben

Slide 5 - Open vraag

ik eet
(manger)

Slide 6 - Open vraag

jij eet

Slide 7 - Open vraag

wij eten

Slide 8 - Open vraag

Vraagzinnen
Maak de zinnen vragend op zoveel mogelijk manieren.

  1. Vous êtes malade.
  2. Ils vont au supermarché
  3. Elle a une pomme.

Slide 9 - Tekstslide

1. Vous êtes malade
  • Vous êtes malade ?
  • Est-ce que vous êtes malade?
  • Êtes-vous malade?

Slide 10 - Tekstslide

2. Ils vont au supermarché
  • Ils vont au supermarché ?
  • Est-ce qu'ils vont au supermarché ?
  • Vont-ils au supermarché ?

Slide 11 - Tekstslide

3. Elle a une pomme
  • Elle a une pomme ?
  • Est-ce qu'elle a une pomme ?
  • A-t-elle une pomme ?

Slide 12 - Tekstslide

Ontkenning

Slide 13 - Tekstslide

Maak ontkennend:
Je mange

Slide 14 - Open vraag

Maak ontkennend:
Elle a 15 ans

Slide 15 - Open vraag

Maak ontkennend:
C'est facile

Slide 16 - Open vraag

Vragen stellen over eten
Jij bent de gastheer/vrouw. 
Vind uit wat je gast wilt eten/drinken, want je gast wel en niet lekker vindt en waar je gast op dit moment zin in heeft. 
Stel tenminste 5 vragen.

Slide 17 - Tekstslide

Vragen beantwoorden
  1. Qu'est-ce que tu manges comme petit déjeuner?
  2. Qu'est-ce que tu ne manges pas?
  3. Tu as faim?
  4. Tu aimes les frites?
  5. Tu veux boire?
  6. Tu es malade?
Om de vragen te kunnen beantwoorden heb je nodig:
- avoir
- être
- ontkenning
- vocabulaire over eten

Slide 18 - Tekstslide