Paragraaf 4.6: Onderzoek naar evolutie

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Paragraaf 4.6: Onderzoek naar evolutie

Basisstof 6: Onderzoek naar evolutie

Lesdoel

1. Ik kan verschillen en overeenkomsten herkennen tussen organen en orgaanstelsels van de mens en van verschillende diersoorten.
   
2. Ik kan enkele onderzoeksmethoden naar verwantschap uitleggen.
   
3. Ik kan een stamboom en een cladiogram aflezen en construeren.

Homologe organen

Organen zijn alleen homoloog als dezelfde structuur aanwezig was in de laatste gemeenschappelijke voorouder.

Homologe organen

Homologe & analoge organen

• Organen zijn alleen homoloog als dezelfde structuur aanwezig was in de laatste gemeenschappelijke voorouder.
• Organen die een overeenkomstige functie hebben in 2 organismen, maar die evolutionair onafhankelijk van elkaar zijn ontwikkeld zijn analoog

Analoge organen

Rudimentaire organen

• Rudimentaire organen zijn organen die door aanpassingen hun functie hebben verloren, maar niet geheel zijn verdwenen.
• Denk hierbij aan dijbenen bij de walvis, het staartbeen bij de mens.

Cladistiek (evolutionaire stamboom)

Aan de slag!

VWO

Paragraaf 4.6: opdracht 85 t/m 94

Klaar?: Oefenopgaven evolutie uit zelfstudieboek

Nabespreking:

• Zijn er nog vragen?

• Hoe vonden jullie de les?

Tot slot:

Schuif je stoel aan

en

Ruim je afval op

Tot de volgende les!