5.2 Particulier en collectief

PARTICULIERE EN COLLECTIEVE SECTOR
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

PARTICULIERE EN COLLECTIEVE SECTOR

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Na deze les kun je het verschil tussen de collectieve en particuliere sector uitleggen. 
Je kunt uitleggen wat privatisering is. 
Ook kun je marktwerking uitleggen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Collectieve sector en particuliere sector
Collectieve sector
Overheid en sociale zekerheid instellingen waar iedereen gebruik van kan maken.
Vb. sociale zekerheid
        --> Zij zorgen voor ouderen, zieken en                            werklozen.

Particuliere sector
Bedrijven, willen goederen en diensten verkopen om winst te maken.
Aantekening H5.2

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie betaalt mee aan de collectieve sector?
A
niet betlastingbetalers
B
Belastingbetalers

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Solidariteitsbeginsel
= bij belasting- en premieheffing
= mensen met een inkomen helpen mensen zonder inkomen


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Collectieve goederen
Dit zijn voorzieningen die voor iedereen bestemd zijn en door de overheid worden betaald. 


Voorbeelden: 
  • ziekenhuis
  • dijken
Aantekening H5.2

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ambtenaren
Zijn in dienst van de overheid en worden direct door de overheid betaald.

Wanneer je in dienst bent van een stichting of schoolbestuur ben je geen ambtenaar want je wordt indirect door de overheid betaald. 
--> Deze stichtingen zijn niet op winst uit, maar doen het ook niet gratis. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Particuliere sector
Bestaat uit bedrijven en huishoudens
Doel: winst maken

Kartel = verboden (afspraken met de concurrent)

Fusie = als bedrijven samen gaan

Slide 9 - Tekstslide

Overheid maakt afspraken voor bedrijven die zorgen voor regulering

een fusie mag alleen als er genoeg concurrenten overblijven
Privatisering
Verkoop van een dienst of activiteit van de overheid aan een bedrijf in de particuliere sector.

Waarom?
  • overheid verwacht betere kwaliteit of lagere prijs
  • overheid vindt het niet meer nodig om zelf te doen
Aantekening H5.2

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nationalisatie
= als een bedrijf of instelling overgaat van de particuliere sector naar de collectieve sector

Andersom is privatisering: van collectieve sector naar particuliere

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
  1. Maak van 5.2 de opdrachten 2,3,4,5,8 en 10
  2. Maak de rekentrainer 5.1 en 5.2 

Klaar?
- Lees H5.3 door

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is privatisering?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies