4.4 Rivieren: adaptief deltamanagement


1.2 Adaptief Deltamanagement







H1 Wateroverlast
Leefomgeving
H 1.2
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


1.2 Adaptief Deltamanagement







H1 Wateroverlast
Leefomgeving
H 1.2

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat is GEEN zijarm van de Rijn
A
IJssel
B
Waal
C
Lek
D
Schelde

Slide 3 - Quizvraag

Wat veranderde er door de aanleg van de afsluitdijk
A
Het IJsselmeer werd drooggelegd
B
Het IJsselmeer werd zoet
C
Scheepvaart in het IJsselmeer werd onmogelijk
D
Het IJsselmeer kreeg een lager overstromingsrisico

Slide 4 - Quizvraag

Herhaling:
hoeveel is de Nederlandse kustlijn in de 20ste eeuw verkort
A
7 kilometer
B
70 kilometer
C
700 kilometer
D
7000 kilometer

Slide 5 - Quizvraag

Wat is er bijzonder van de waterkering bij de Oosterschelde?
A
Hij is heel lang
B
Hij is heel hoog
C
Hij kan open en dicht
D
Het kan water weg pompen

Slide 6 - Quizvraag

De Maeslantkering is de grootste robot te wereld, zo groot als 2x de Eiffeltoren, wat beschermt de kering?
A
Zeeland
B
De Randstad
C
De haven van Rotterdam
D
Het binnenhof

Slide 7 - Quizvraag

Hoe zorgt klimaatverandering voor extra overstromingskansen?
A
smelten van zeeijs zorgt voor zeespiegelstrijging
B
smelten van landijs zorgt voor zeespiegelstrijging
C
Een warmer klimaat zorgt voor meer stortregen
D
opwarming van water zorgt voor zeespiegelstrijging

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen absolute en relatieve zeespiegelstijging?
A
Relatieve stijging is minder nauwkeurig
B
Relatieve stijging is over een langere termijn
C
Relatieve stijging rekent ook bodemdaling mee
D
Relatieve stijging rekent ook de kosten mee

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Adaptief deltamanagement
Adaptief:
bijv.naamw.Uitspraak: [adɑp'tif] - aangepast voor een bepaalde omstandigheid 

Overheid voert flexibel beleid om waterproblematiek aan te (kunnen) pakken

Slide 11 - Tekstslide

Adaptief deltamanagement
Vooruit kijken en flexibel blijven.

  1. Waterveiligheid: bescherming tegen overstromingen.
  2. Zoet water: voorkomen van tekorten aan drinkwater.
  3. Ruimtelijke adaptatie: rekening houden met klimaat en water.
  4. Rijn-Maasdelta: veiligstellen Rijnmond-Drechtsteden en Zuidwestelijke delta.
  5. IJsselmeer gebied: veiligstellen van zoetwatervoorraad en voorkomen overstromingen.

Slide 12 - Tekstslide

Ruimtelijke adaptie
Watertoets: bij nieuwe bouwlocaties wordt de watertoets uitgevoerd.
De overheid kijkt of rekening is gehouden met:
  • de veiligheid
  • de mogelijke wateroverlast
  • de waterkwaliteit
  • de verdroging
  • of de waterproblemen niet worden afgewenteld op een ander gebied

Middels de drietrapsstrategie: vasthouden, bergen, afvoeren

Slide 13 - Tekstslide

Vasthouden (retentie)
- Gericht op het überhaupt voorkomen dat water naar laaggelegen gebieden stroomt
- Water moet dus langer vastgehouden worden
(o.a. door waterrijke natuurgebieden en meer groen)

Slide 14 - Tekstslide

Bergen
- Zo lang mogelijk vasthouden van oppervlaktewater, in sloten, meren, en....
--> Denk aan uiterwaarden

Slide 15 - Tekstslide

Afvoeren
- Als de vasthouden en bergen niet meer mogelijk is
- Ervoor zorgen dat het water via kanalen en rivieren naar andere gebieden wordt afgevoerd

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Waarom is afvoeren het minst ideale scenario bij de drietrapsstrategie?

Slide 18 - Open vraag

VASTHOUDEN
AFVOEREN
BERGEN
Sluizen naar zijkanalen openzetten
Natuurgebieden aanleggen
Uiterwaarden dieper of groter maken
Kribverlaging en verwijderen andere obstakels
Rivierdijken verplaatsen
Bestrating en betegeling verwijderen

Slide 19 - Sleepvraag

Ruimte voor de Rivier

Slide 20 - Tekstslide

Dwarsprofiel rivier

Slide 21 - Tekstslide

Ruimte voor de rivier

Slide 22 - Tekstslide

Buitendijks
Binnendijks

Slide 23 - Tekstslide

Binnendijks / Buitendijks gebied
Binnendijks = de droge landzijde van de dijk die beschermd moet worden tegen het water. Bijvoorbeeld een polder.

Buitendijks = het gebied dat niet door dijken wordt beschermd en dus mag en kan overstromen

Slide 24 - Tekstslide

buitendijks
binnendijks

Slide 25 - Tekstslide

projecten 'Ruimte voor de rivier' in NL
Verschillende maatregelen voor ruimte voor de rivier

Slide 26 - Tekstslide

Ruimte voor de rivier

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

De uiterwaarden liggen in binnendijks gebied
A
Juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Wat is binnendijks?
A
Het gebied waar de rivier stroomt en mag overstromen.
B
Het gebied waar wij wonen en veilig zijn.
C
Het gebied tussen de zomerdijk en de winterdijk.

Slide 30 - Quizvraag

Wat is het fluviaal schaalniveau?
A
Lokaal schaalniveau
B
schaalniveau van meerdere steden
C
schaalniveau op van de gehele rivier (stroomgebied)
D
Schaalniveau dat steeds verandert.

Slide 31 - Quizvraag

De hoofddoelstelling van
de projecten Ruimte voor
de Rivier is ..
A
zorgen voor goede kwaliteit van het water
B
zorgen voor veiligheid
C
zorgen voor voldoende water
D
zorgen voor mooie natuurgebieden

Slide 32 - Quizvraag

Welke twee maatregelen van het plan Ruimte voor de rivier worden toegepast
A
Dijk verleggen
B
Nevengeul graven
C
Rivierbed verdiepen
D
Uiterwaard uitgraven

Slide 33 - Quizvraag

Het project Ruimte voor de Rivier bestaat uit verschillende maatregelen.

Wat is de overeenkomst tussen al die maatregelen?
A
De bewoners in het gebied moeten vertrekken.
B
De dijken worden verplaatst.
C
Er wordt veel zand weggeschept.
D
Het rivierwater kan sneller wegstromen.

Slide 34 - Quizvraag

Het project Ruimte voor de Rivier is ontwikkeld na..
A
De waternoodramp van 1953
B
De overstromingen in 1993
C
De bijna overstromingen in 1995
D
Kletsnatte winter van 2019

Slide 35 - Quizvraag

Wat is geen maatregel in
het kader van Ruimte voor
de Rivier?
A
kribverlaging
B
aanleg nevengeul
C
kanaliseren
D
dijkverlegging

Slide 36 - Quizvraag

Wat is zijn nog meer doelen van ruimte voor de rivier (behalve vergroten veiligheid)
A
natuurontwikkeling en recreatie
B
recreatie en zorgen voor extra vaarroutes
C
natuurontwikkeling en zorgen voor extra vaarroutes

Slide 37 - Quizvraag

Welke maatregel uit het project 'ruimte voor de rivier' zie je in de afbeelding
A
Dijkverlegging
B
Uiterwaardafgraving
C
Obstakelverwijdering
D
Nevengeul

Slide 38 - Quizvraag

Bij de aanleg van natuurlijke oevers werken de rijksoverheid en de waterschappen nauw samen.
Welke term hoort hierbij?
A
Adaptatie
B
Fluviaal schaalniveau
C
Integraal waterbeleid
D
Ruimte voor de rivier

Slide 39 - Quizvraag