SE kijk- en luistervaardigheid | tips & tricks

SE kijk- en luistervaardigheid | tips & tricks
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

SE kijk- en luistervaardigheid | tips & tricks

Slide 1 - Tekstslide

Lesson goals
  • You can explain which questions are asked in your SE kijk- en luistervaardigheid.

  • You can name the tricks CITO tries to pull on you! Don't fall for them!

  • You can apply tips and tricks to improve the odds of passing with a good grade!

Slide 2 - Tekstslide

Dirty CITO tricks 
  1. Meestal begint het fragment met het benoemen van het juiste antwoord.
  2. Daarna word je afgeleid met alle foute antwoordmogelijkheden door woorden uit deze antwoorden te benoemen!
  3. Hierdoor ben je afgeleid voor het einde van het fragment
  4. Juist in het einde van het fragment (de 2e helft) wordt het juiste antwoord herhaald.
  5. Het juiste antwoord wordt zelden tot nooit exact benoemd! Je moet dus zorgen dat je de synoniemen van het juiste antwoord kent!  

Slide 3 - Tekstslide

Overige tips
  • Als 2 antwoorden (van de 3 of 4) heel erg op elkaar lijken, is het goede antwoord meestal 1 van die 2. Let dan goed op het verschil tussen deze twee antwoorden en luister of je iets terug kan horen dat over dat verschil gaat (of juist niet). Zo kom je bij het juiste antwoord. 

  • Bij kijkvaardigheid: Probeer je vooral op de audio te luisteren. Laat je niet afleiden door het beeld. 

  • Besteed tijd en aandacht aan het studeren van signaalwoorden. Als je het signaalwoord kunt herkennen en weet wat de functie is, weet je wat het doel is. Daar hoef je de tekst inhoudelijk niet voor te begrijpen.

Slide 4 - Tekstslide

Go to Woots

Tijdens deze les komen er tips & tricks aan bod die je toe kunt passen bij kijken en luisteren. 
Om de tips meteen toe te kunnen passen, behandelen we samen een aantal vragen uit de oefentoets lang 22/23.

Slide 5 - Tekstslide

Which questions are there?
De vragen en de antwoorden zijn in het NEDERLANDS

  • Meerkeuze vragen (90% or more)
  • Waar/niet waar vragen
  • Open vragen
  • Voorspellend luisteren (nieuw!)

Slide 6 - Tekstslide

Beginner/intermediate student


We are going to go through the first 5 questions of the mock exam together. After that, you'll finish the mock exam individually. 
Advanced student



You may choose to join the classical instruction or start on the mock exam individually. 

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 1: 

Waarom stonden mensen vroeger zelfs in de regen te wachten voor de pizzeria?

a. Omdat de kok de lekkerste pizza's maakte.
b. Omdat het een belevenis was om er naartoe te gaan. 
c. Omdat er live muziek werd gespeeld. 


Meestal begint het fragment met het benoemen van het juiste antwoord.
Daarna word je afgeleid met alle foute antwoordmogelijkheden door woorden uit deze antwoorden te benoemen!
Hierdoor ben je afgeleid voor het einde van het fragment
Juist in het einde van het fragment (de 2e helft) wordt het juiste antwoord herhaald.
Het juiste antwoord wordt zelden tot nooit exact benoemd! Je moet dus zorgen dat je de synoniemen van het juiste antwoord kent!  

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 1: 

Waarom stonden mensen vroeger zelfs in de regen te wachten voor de pizzeria?

a. Omdat de kok de lekkerste pizza's maakte.
b. Omdat het een belevenis was om er naartoe te gaan. 
c. Omdat er live muziek werd gespeeld. 


Meestal begint het fragment met het benoemen van het juiste antwoord.
Daarna word je afgeleid met alle foute antwoordmogelijkheden door woorden uit deze antwoorden te benoemen!
Hierdoor ben je afgeleid voor het einde van het fragment
Juist in het einde van het fragment (de 2e helft) wordt het juiste antwoord herhaald.
Het juiste antwoord wordt zelden tot nooit exact benoemd! Je moet dus zorgen dat je de synoniemen van het juiste antwoord kent!  

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 1: 

Wat wil de presentator bewijzen in dit programma?

a. Dat zijn vader nog steeds ouderwetse pizza's maakt. 
b. Dat zijn vaders pizza's niet zijn zoals het eigenlijk hoort.
c. Dat zijn vader de originele pizza aanzienlijk verbeterd heeft. 


Meestal begint het fragment met het benoemen van het juiste antwoord.
Daarna word je afgeleid met alle foute antwoordmogelijkheden door woorden uit deze antwoorden te benoemen!
Hierdoor ben je afgeleid voor het einde van het fragment
Juist in het einde van het fragment (de 2e helft) wordt het juiste antwoord herhaald.
Het juiste antwoord wordt zelden tot nooit exact benoemd! Je moet dus zorgen dat je de synoniemen van het juiste antwoord kent!  

Slide 10 - Tekstslide

Vraag 1: 

Wat wil de presentator bewijzen in dit programma?

a. Dat zijn vader nog steeds ouderwetse pizza's maakt. 
b. Dat zijn vaders pizza's niet zijn zoals het eigenlijk hoort.
c. Dat zijn vader de originele pizza aanzienlijk verbeterd heeft. 


Meestal begint het fragment met het benoemen van het juiste antwoord.
Daarna word je afgeleid met alle foute antwoordmogelijkheden door woorden uit deze antwoorden te benoemen!
Hierdoor ben je afgeleid voor het einde van het fragment
Juist in het einde van het fragment (de 2e helft) wordt het juiste antwoord herhaald.
Het juiste antwoord wordt zelden tot nooit exact benoemd! Je moet dus zorgen dat je de synoniemen van het juiste antwoord kent!  

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 3: 

Wat voor soort pizza gaat nu populair worden volgens de sprekers?

a. Een slappe pizza met weinig erop.
b. Een dunne pizza met fruit erop.
c. Een knapperige pizza met weinig erop. 

Meestal begint het fragment met het benoemen van het juiste antwoord.
Daarna word je afgeleid met alle foute antwoordmogelijkheden door woorden uit deze antwoorden te benoemen!
Hierdoor ben je afgeleid voor het einde van het fragment
Juist in het einde van het fragment (de 2e helft) wordt het juiste antwoord herhaald.
Het juiste antwoord wordt zelden tot nooit exact benoemd! Je moet dus zorgen dat je de synoniemen van het juiste antwoord kent!  

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 3: 

Wat voor soort pizza gaat nu populair worden volgens de sprekers?

a. Een slappe pizza met weinig erop.
b. Een dunne pizza met fruit erop.
c. Een knapperige pizza met weinig erop. 

Meestal begint het fragment met het benoemen van het juiste antwoord.
Daarna word je afgeleid met alle foute antwoordmogelijkheden door woorden uit deze antwoorden te benoemen!
Hierdoor ben je afgeleid voor het einde van het fragment
Juist in het einde van het fragment (de 2e helft) wordt het juiste antwoord herhaald.
Het juiste antwoord wordt zelden tot nooit exact benoemd! Je moet dus zorgen dat je de synoniemen van het juiste antwoord kent!  

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 4: 

Wat wordt hier gezegd over pizza in het Napels van de 18e en 19e eeuw?

a. Pizza werd op straat gegeten vanwege de gezelligheid
b. Pizza was een alternatief voor de mensen die thuis niet konden koken. 
c. Pizza was het favoriete eten van een aantal beroemde schrijvers. 

Meestal begint het fragment met het benoemen van het juiste antwoord.
Daarna word je afgeleid met alle foute antwoordmogelijkheden door woorden uit deze antwoorden te benoemen!
Hierdoor ben je afgeleid voor het einde van het fragment
Juist in het einde van het fragment (de 2e helft) wordt het juiste antwoord herhaald.
Het juiste antwoord wordt zelden tot nooit exact benoemd! Je moet dus zorgen dat je de synoniemen van het juiste antwoord kent!  

Slide 14 - Tekstslide

Vraag 4: 

Wat wordt hier gezegd over pizza in het Napels van de 18e en 19e eeuw?

a. Pizza werd op straat gegeten vanwege de gezelligheid
b. Pizza was een alternatief voor de mensen die thuis niet konden koken. 
c. Pizza was het favoriete eten van een aantal beroemde schrijvers. 

Meestal begint het fragment met het benoemen van het juiste antwoord.
Daarna word je afgeleid met alle foute antwoordmogelijkheden door woorden uit deze antwoorden te benoemen!
Hierdoor ben je afgeleid voor het einde van het fragment
Juist in het einde van het fragment (de 2e helft) wordt het juiste antwoord herhaald.
Het juiste antwoord wordt zelden tot nooit exact benoemd! Je moet dus zorgen dat je de synoniemen van het juiste antwoord kent!  

Slide 15 - Tekstslide

Vraag 5: 

Wat gebeurde er in de jaren '50 en '60? 

a. De pizza werd in de rest van Italië ook eindelijk populair. 
b. De pizzeria werd het bekendste restaurant ter wereld. 
c. Er werd een reclame campagne gemaakt voor pizza. 

Meestal begint het fragment met het benoemen van het juiste antwoord.
Daarna word je afgeleid met alle foute antwoordmogelijkheden door woorden uit deze antwoorden te benoemen!
Hierdoor ben je afgeleid voor het einde van het fragment
Juist in het einde van het fragment (de 2e helft) wordt het juiste antwoord herhaald.
Het juiste antwoord wordt zelden tot nooit exact benoemd! Je moet dus zorgen dat je de synoniemen van het juiste antwoord kent!  

Slide 16 - Tekstslide

Vraag 5: 

Wat gebeurde er in de jaren '50 en '60? 

a. De pizza werd in de rest van Italië ook eindelijk populair. 
b. De pizzeria werd het bekendste restaurant ter wereld. 
c. Er werd een reclame campagne gemaakt voor pizza. 

Meestal begint het fragment met het benoemen van het juiste antwoord.
Daarna word je afgeleid met alle foute antwoordmogelijkheden door woorden uit deze antwoorden te benoemen!
Hierdoor ben je afgeleid voor het einde van het fragment
Juist in het einde van het fragment (de 2e helft) wordt het juiste antwoord herhaald.
Het juiste antwoord wordt zelden tot nooit exact benoemd! Je moet dus zorgen dat je de synoniemen van het juiste antwoord kent!  

Slide 17 - Tekstslide

Continue
Finish the rest of the mock exam before class on Thursday so we can review your progress in class. 


Slide 18 - Tekstslide

Extra practice?
Kijk- en luistervaardigheid voor mavo 4 leerlingen moet behaald worden op een A2/B1 niveau. Met oefeningen kun je vaak maar 1 van deze niveau’s selecteren. Zorg dat je A2 niveau sowieso beheerst. Lukt dit? Oefen dan vooral ook met B1 oefeningen!

 Engels luistervaardigheid oefenen: Online oefeningen - Je kunt oefenen met luisteren op A2 en B1 niveau

Kijk- en luistervaardigheid Engels | Engels Klaslokaal - Ted talks intermediate zijn luisteroefeningen op B1 niveau.

Slide 19 - Tekstslide