3,4 gevoelens

Welkom H1B
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Welkom H1B

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  • H3- taak 4
  • Verbindingen en idioom
  • Grammatica: Zou: irrealis
  • Cultuur: begroeten doet ieder op zijn eigen manier
  • H3- taak 4- woorden

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

emotie

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

H3- taak 4- voorbereiden
Opdracht 1. blz 72
Ken je alle woorden? Schrijf de vertaling bij de woorden.




I
 



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H3- taak 4- voorbereiden
Opdracht gevoelens: Raad welk gevoel je ziet.




I
 



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevoelens
blij                                                kwaad
gelukkig                                     verrast
verdrietig                                  verbaasd
vrolijk                                         gestrest
geïrriteerd                               bang
boos                                           geschrokken
gevoelig

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

https://wordwall.net/nl/resource/30344930/gevoelens-hoofdstuk-3-nia

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H3- taak 4- voorbereiden


Opdracht 3.1
We lezen de tekst ' Gezakt' op blz 73.


Zet een streep onder de emoties.
 



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H3.4: verbindingen & idioom

p. 77

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent?
Schrijf de zinnen over en vertaal.
  • bang zijn voor
  • je hand opsteken
  • het moeilijk hebben
  • iemand aan de lijn hebben
  • het is uit (een relatie)
  • je schouders ophalen
  • van de kaart zijn

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen

  • ik heb geoefend met de grammatica: irrealis (zou/zouden)
  • ik kan mijn gevoel beschrijven bij een belangrijke gebeurtenis
  • ik heb gepraat over iemand begroeten

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H3- taak 4- verbindingen en idioom
Opdracht:
Maak 3 mooie zinnen met een verbinding of idioom uit taak 4 (p. 77)
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H3 - taak 4- grammatica
Zou: de irrealis
Wat zou je doen als je een miljoen won?




Ik zou een villa kopen! (vertel in tweetallen wat jij zou doen)

Bladzijde 80

Slide 13 - Tekstslide

strookjes
H3 - taak 4- grammatica

  • Zou/zouden gebruiken om aan te geven dat iets niet echt
 is.
  • Altijd in combinatie met een heel werkwoord.




Slide 14 - Tekstslide

Enveloppen met situaties
Klassengesprek
H3 - taak 4- grammatica
(In tweetallen geef antwoord met zou)
  • Waar zou je willen wonen, als je zou moeten verhuizen?
  • Wat zou je doen als je fiets gestolen was?
  • Wat zou je doen als het een hele maand zou regenen?
  • Wat zou je in je huis veranderen als je heel veel geld had?
  • Wat zou je kopen als je 100 euro op straat zou vinden?

Slide 15 - Tekstslide

Enveloppen met situaties
Klassengesprek
Cultuur
Begroeten doet ieder op zijn eigen manier (blz 75)

We praten over de vragen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

H3- taak 4
Uitvoeren in tweetallen blz 76
Opdracht 7.1 en 7.2

Denk na over een belangrijke gebeurtenis in je leven.

Wat zijn belangrijke gebeurtenissen?


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

absoluut
gaaf
nuchter
opgewekt
ontzettend
verdrietig
de zoen
de slinger
emotioneel
( hetzelfde zie blz 82.)
gevoelig
geweldig
bedroefd
heel erg
de kus
de versiering
sober
blij
zeker
timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak nu zinnen met de woorden uit de eerste rij.

Klaar? Geef je schrift aan je klasgenoot. Hij/zij controleert je zinnen.
timer
7:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H3- taak 4- slot
Beschrijf twee familieleden.

- Wie zijn ze?
- Hoe oud zijn ze?
- Hoe zien ze eruit?
- Welke karaktereigenschappen hebben ze?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

<iframe style="max-width:100%" src="https://wordwall.net/nl/embed/d0c23a162d3744f39eeca9abf917e941?themeId=21&templateId=68&fontStackId=0" width="500" height="380" frameborder="0" allowfullscreen></iframe>

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

https://wordwall.net/nl/resource/19050757/emoties
https://wordwall.net/nl/resource/19050757/emoties

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Met welke woorden kun je een gevoel beschrijven?
Schrijf een tekst over een belangrijke gebeurtenis in je leven.
Gebruik de woorden die je gevoel beschrijven.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet het woord zeggen!
Bekijk de woorden van H3- taak 4 in de woordenlijst op blz 82.
Zijn alle woorden duidelijk? Welke woorden zijn moeilijk?

Opdracht:

Omschrijf een woord. Je medecursist raadt. 

Voorbeeld:
  • Het tegenovergestelde van 'vertrek'
  • Je voelt je vrolijk en hebt zin in de dag! 
de aankomst
opgewekt

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb ik geleerd?

  • ik heb geoefend met de grammatica: irrealis (zou/zouden)
  • ik kan mijn gevoel beschrijven bij een belangrijke gebeurtenis
  • ik heb gepraat over iemand begroeten

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies