Herhalen voor d toets

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Herhaling hoofdstuk 6

formules en letters

Herhalen hoofdstuk 6 

klaar om te oefenen?

Je mag een kladblaadje of rekenmachine gebruiken.

Maar probeer wel wat in te vullen!

Wanneer je het niet snapt, vul dan een vraagteken in.

Bereken

48−5⋅3​2​​=

Bereken

160:(8−7)=

Bereken

−5⋅(−3)​2​​=

Bereken

−4​2​​−(−4)​2​​=

Bereken

√​81​​​−√​144​​​=

Bereken

2⋅√​4​​​⋅√​121​​​=

Bereken. Schrijf je antwoord op als een decimaal getal en rond af op twee decimaal.

√​1​16​​9​​​​​⋅√​​25​​4​​​​​=

Herleid of schrijf k.n.

7b⋅−3a=

Herleid of schrijf k.n.

3r⋅0⋅−2y=

Herleid of schrijf k.n.

5a⋅7a=

Herleid of schrijf k.n.
7p + 3p =

Herleid of schrijf k.n.
5a + 6 =

Herleid of schrijf k.n.
-3x - 6x =

Herleid
-6p + 3q + p - 7q =

Herleid
-x - 2y - 2x + 3y =

Herleid

7ab⋅6ab=

Vul in:

−8a=−10a−...

Vul in:

15xy​2​​=−3x⋅...

Rekenvolgorde: Komt het kwadrateren voor binnen de haakjes uitrekenen?

1. Ja
2. Nee

Wat mag je niet vergeten als je een negatief getal kwadrateert?

Als je een grafiek wilt maken bij hoe moet je tabel er dan uit zien?

y=−x​2​​+6

1. 
2. 
3. 
4. 

Welke grafiek hoort er bij deze tabel?

1. 
2. 
3. 
4. 

Gegeven is de formule
Bereken y voor x = -6

y=0,5x​2​​

Gegeven is de formule
Bereken y voor x = 5

y=−3x​2​​+7

Gegeven is de formule
Bereken y voor x = -3

y=−3x​2​​+7