Vergelijkingen: de vergrotende trap

Nu jij.
Karel is even groot ..... Samir
1 / 15
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nu jij.
Karel is even groot ..... Samir

Slide 1 - Open vraag

Mijn scooter is sneller ...... jouw scooter

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Video

Demi is beter in Nederlands .... Luna

Slide 4 - Open vraag

Een schildpad loopt net zo hard .... een slak

Slide 5 - Open vraag

Lucas is niet zo sterk ..... Anna

Slide 6 - Open vraag

Spelling
Bij de vergrotende trap zet je '-er' achter het woord

Slide 7 - Tekstslide

voorbeeld
groot- groter
klein- kleiner
duur - duurder
warm - warmer

Slide 8 - Tekstslide

En natuurlijk zijn daar de uitzonderingen 
1. goed - beter - (best)
2.  weinig - minder - (minst) 
3. veel - meer - (meest)
4. graag - liever - (liefst)

Slide 9 - Tekstslide

vul in:
Joris is (goed) in tennis ...... Shanti

Slide 10 - Open vraag

ik besteed (veel) tijd aan mijn huiswerk ..... jij

Slide 11 - Open vraag

Ik houd (veel) van spaghetti ..... van lasagne

Slide 12 - Open vraag

Ik houd erg van tennis, maar (veel) van hockey

Slide 13 - Open vraag

Jeroen is (goed) in wiskunde ..... Jacco, maar niet zo goed ...... Samantha

Slide 14 - Open vraag

huiswerk
Ga naar studiemeter, starttaal online , 2f , taalverzorging, stijlkwesties  en maak oefening 3, 4 en 5

Slide 15 - Tekstslide