BS 1 4 Het ademhalingsstelsel bij mensen

BS 1.4 Het ademhalingsstelsel
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

BS 1.4 Het ademhalingsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Luisteren!
Aantekeningen maken
Telefoons weg!!

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

Je moet de delen van het ademhalingsstelsel 
kunnen noemen met hun kenmerken en functies

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

De weg van de lucht
Mond- of neusholte
Keelholte
Strottenhoofd
Luchtpijp
Bronchiën
Luchtpijptakjes
Longblaasjes

Slide 5 - Tekstslide

Neusholte



- Neusslijmvlies maakt de lucht vochtig
- Bloedvaatjes in neusslijmvlies maken de binnenstromende lucht warm
- Neusharen houden grote stofdeeltjes tegen en kleine stofdeeltjes en ziekteverwekkers blijven aan het slijm kleven.
- Het reukzintuig keurt de lucht op gevaarlijke gassen

Slide 6 - Tekstslide

Neusholte
- Slijmproducerende cellen:
maken neusslijm wat de lucht vochtig maakt
- Trilhaarcellen:
cellen met minuscule haartjes die slijm naar de
keelholte verplaatsen

Slide 7 - Tekstslide

Keelholte




Kruispunt van de weg van de lucht en de weg van het voedsel
De huig sluit de neusholte af als je slikt
Het strotklepje sluit de luchtpijp af als je slikt

Slide 8 - Tekstslide

Strottenhoofd
Bij volwassen mannen te zien als de 
adampsappel.

In het strottenhoofd liggen je stembanden.

Slide 9 - Tekstslide

Luchtpijp
Holle buis van hoefijzervormige
kraakbeenringen.

Functie van deze kraakbeenringen:
openhouden van  de luchtpijp

Slide 10 - Tekstslide

Bronchiën en luchtpijptakjes
Luchtpijp splitst in twee bronchiën
De bronchiën vertakken zich in steeds
kleinere buisjes tot luchtpijptakjes

De bronchiën worden open gehouden met
kraakbeenringen, de luchtpijptakjes met
kleine spiertjes

Slide 11 - Tekstslide

Longblaasjes
In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats

Slide 12 - Tekstslide

Gaswisseling

Slide 13 - Tekstslide

Wat wijst nummer 2 aan?
Is het koolstofdioxidegehalte bij 1 hoog of laag?
Is het zuurstofgehalte bij 3 hoog of laag?
Welke gassen moeten bij de letters P en Q staan?
Luchtpijptakje
Laag
Laag
P = zuurstof
Q = koolstofdioxide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Maak opdracht 15 tot en met 19

Slide 16 - Tekstslide