Grammar Wordorder

Word order
Plaat en tijd
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Word order
Plaat en tijd

Slide 1 - Tekstslide

Plaats en tijd
Een tijdsbepaling kan voor- of achteraan een zin. 
        - Last night he was ill. 
        - He was ill last night.

Slide 2 - Tekstslide

Grammar 17
Een plaatsbepaling moet achteraan de zin. 
      - He went on holiday to Spain.

Slide 3 - Tekstslide

Grammar 17
Als je beiden in een zin hebt, moet de tijdsbepaling nog steeds helemaal voor- of achteraan. 
 PVT: plaats voor tijd (P komt voor de T in het alfabet) .

- The cat slept on my bed last night. (PVT: plaats voor tijd) 
- Last night the cat slept on my bed.

Slide 4 - Tekstslide

Grammar 17

Slide 5 - Tekstslide

waar hoort
de plaats-
bepaling?

Slide 6 - Woordweb

waar hoort
de tijds-
bepaling?

Slide 7 - Woordweb

Wie
Doet
Wat
Waar
Wanneer
I
walk
my dog
in the park
at night 

Slide 8 - Sleepvraag

Put in the correct order:
are - we - at - meeting - at - nine o'clock - school

Slide 9 - Open vraag

Put in the correct order:
week - go - cinema - l - to - every - the

Slide 10 - Open vraag

Put in the correct order:
today - will - your house - we - to - come

Slide 11 - Open vraag