23.und 24. Februar/Kapitel 5 Essen/Grammatik/sprechen

Startaufgabe
Frage deine Nachbarin/deinem Nachbar
- wie spät es ist
- welches Fach er/sie jetzt hat
- wie alt er/sie ist
was ihr/sein Lieblingsessen ist
was er/sie am liebsten trinkt
Achtung:
Du darfst keine Fragen stellen!
timer
5:00
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Startaufgabe
Frage deine Nachbarin/deinem Nachbar
- wie spät es ist
- welches Fach er/sie jetzt hat
- wie alt er/sie ist
was ihr/sein Lieblingsessen ist
was er/sie am liebsten trinkt
Achtung:
Du darfst keine Fragen stellen!
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Doel startopdracht
- je komt binnen, zet je spullen klaar, kijkt op het bord en focust alvast op de les.
- je onderneemt actie op het moment dat je een opdracht niet begrijpt en je geen vragen mag stellen.

Slide 2 - Tekstslide

Toetsanalyse 
Nog inleveren:
Annika
Anna
Tieme en Tieme
Pham
Dilara
Emma V
Amy



Slide 3 - Tekstslide

die Hausaufgaben
Lees de grammatica A en B van A Grammatik.
Mache die Aufgaben 18-28 zu E Grammatik und beantworte die Fragen:
Welke zelfstandige naamwoorden krijgen bij het lidwoord ‘ein’ en 'kein' een extra -e?
Welk soort woorden krijgen net als ‘ein’ en 'kein’ ook een extra -e?
Lerne Lernliste D-N Teil A und C
Lerne Lernliste N-D: bis zum 'de schnitzel’

Slide 4 - Tekstslide

Aan het einde van de les

  • kun je de bezittelijke voornaamwoorden in de juiste vorm toepassen
  • kun je iets vertellen over eten en drinken

Slide 5 - Tekstslide

Wie?
Abfragen: Diktee
Sprechen
Hören und sehen
ein Script schreiben

Slide 6 - Tekstslide

Diktee
Was? Ich sage das Niederländische Wort, ihr überstetzt ins Deutsche
Wie? Ich sage das Wort zweimal, ihr notiert und seid still.
Wie viele Wörter? 10
Ergebnis? > 8 richtig geschrieben und überstetzt

Aber zuerst: 5 Minuten lernen!

timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Aufgabe: Höre dir die Wörter an und sprich sie nach.
das Brötchen - die Milch - die Rechnung - ehrlich - ich - möchten - richtig - acht - brauchen - das Fach - der Kuchen - der Mittwoch - die Sprache - die Woche - suchen

Slide 8 - Tekstslide

die Hausaufgaben für morgen
Kapitel 5
Lerne Lernliste D-N Teil A, C und D
Lerne Lernliste N-D: bis zum 'heet’

Slide 9 - Tekstslide

Aufgabe
Was? Gruppenarbeit / 3/4 Personen
Schrijf een klein script/toneelstukje, waarmee je de bezittelijke voornaamwoorden duidelijk laat zien aan je klasgenoten
Wie? Neem volgende video als voorbeeld, maar je kunt ook iets heel anders bedenken / alle leden van de groep doen actief mee.
Hilfsmittel: Grammatik E, Lernliste Kapitel 5
Wie lange? Vorbereiten 15 Minuten
Ergebnis: Je kunt alle bezittelijke voornaamwoorden toepassen / 
timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Aufgabe
Was? Gruppenarbeit / 3/4 Personen
Schrijf een klein script/toneelstukje, waarmee je de bezittelijke voornaamwoorden duidelijk laat zien aan je klasgenoten
Wie? Neem volgende video als voorbeeld, maar je kunt ook iets heel anders bedenken / alle leden van de groep doen actief mee.
Hilfsmittel: Grammatik E, Lernliste Kapitel 5
Wie lange? Vorbereiten 15 Minuten
Ergebnis: Je kunt alle bezittelijke voornaamwoorden toepassen / 
timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Welk antwoord is op jou van toepassing?
A
Ik snap het nog niet (en heb nog uitleg nodig)
B
Ik begin het te snappen (en moet vooral veel gaan oefenen)
C
Ik snap het (en kan alleen aan de slag)
D
Ik snap het (en kan het anderen uitleggen

Slide 13 - Quizvraag

Übersetzen und sprechen
Was? Übersetze die Sätze auf der rechten Seite
Wie? zu zweit
Hilfsmittel: Sprachmittel
Ergebnis? Du kannst Fragen stellen über Essen und Trinken
Fertig? Stellt die Fragen und antwortet. Antworte in ganzen Sätzen
1 Wat vind je lekker? (eten/drinken)

2 Wat zou je willen eten?
3 Wat zou je willen drinken?
4 Wat zou je erbij willen?
5 Hoe smaakt het je?
6 Hoe smaakt de groente?
7 Heeft u nog sinaasappelsap?
8 Heeft u ook peper en zout?






timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

1 Wat vind je lekker? (eten/drinken)

2 Wat zou je willen eten?
3 Wat zou je willen drinken?
4 Wat zou je erbij willen?
5 Hoe smaakt het je?
6 Hoe smaakt de groente?
7 Heeft u nog sinaasappelsap?
8 Heeft u ook peper en zout?
1 Was findest du lecker/Was magst du?
2 Was möchtest du essen?
3 Was möchtest du trinken?
4 Was möchtest du dazu?
5 Wie schmeckt es dir?
6 Wie schmeckt dir das Gemüse?
7 Haben Sie noch Orangensaft?
8 Haben Sie auch Pfeffer und Salz?


Slide 15 - Tekstslide

Lernziel erreicht?
Zum Frühstück esse und trinke ich ...............
Zu Mittagessen esse und trinke ich..................
Zu Abendessen esse und trinke ich ..............

Slide 16 - Tekstslide