les 7

les 7
planning:
Tweelingen / meerlingen
casus opdracht kind
kind ziekenhuis


1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

les 7
planning:
Tweelingen / meerlingen
casus opdracht kind
kind ziekenhuis


Slide 1 - Tekstslide

Doelen van vandaag
vandaag hebben jullie meer kennis gekregen over tweeling zwangerschap.
Jullie hebben kennis opgedaan over het verzorgen van een kind op de kinderafdeling.
kunnen jullie vertellen wat het verschil is tussen het verzorgen van een ouderen en een kind.

Slide 2 - Tekstslide

Tweeling zwangerschap

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Wat weet jij van tweelingen?

Slide 6 - Woordweb

Hoe ouder een vrouw zwanger wordt hoe meer kans ze heeft op een tweeling.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

tweelingzwangerschap
  • Meerling 
  • 36-38 weken 
  • een en twee-eiige tweelingen 
  • wanneer je 25 bent is de kans 1 op 90, wanneer je 40 bent is dit 1 op 60.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is latijnse woord voor tweeling?

Slide 9 - Open vraag

Tweelingen
twee-eiige tweeling                                                één-eiige tweeling

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Tweeling

Slide 12 - Tekstslide

tweeling bevalling
Vaginaal bevallen als de eerste baby met het hoofdje naar beneden ligt.
Bij een stuitligging bespreekt de moeder het samen met de gynaecoloog voor vaginaal of via een keizersnede
Tweelingen worden altijd in het ziekenhuis geboren. 
Moeder met een tweeling word gezien als een medische indicatie.

Slide 13 - Tekstslide

drieling

Slide 14 - Tekstslide

Meerlingen
Bij meerdere eicellen (door toeval of een vruchtbaarheidsbehandeling) kan een meerling ontstaan.
Ook door de splitsing van de 
bevruchte eicel kan een meerling
ontstaan.


Slide 15 - Tekstslide

Verschillen tweeling en eenling zwangerschap
  • kortere zwangerschap tweeling ---> 4-8 weken korter 
  • gewichtstoename 11-15 kg/12-18 kg
  • kraamzorg ---> 2 uur extra 
  • borstvoeding 

Slide 16 - Tekstslide

Kraam, kind en jeugd Casus 

Slide 17 - Tekstslide

Casus Hersenvliesontsteking
Jurgen is opgenomen, een jongen van veertien jaar. Hij maakt een doodzieke indruk. Jurgen is met de ambulance binnengebracht en vader en moeder zijn erbij. Ze zijn erg bezorgd. De kinderarts is Jurgen aan het onderzoeken en wil meteen wat zaken afspreken: bloed prikken, een infuus inbrengen, een ruggenprik en een röntgenfoto. 

De moeder van Jurgen vertelt dat hij sinds een dag of drie ziek is. Het begon met wat vage klachten: neusverkoudheid, hoofdpijn en lichte koorts. Het zou wel overgaan, dacht moeder. Maar gisteren werd hij steeds zieker. Hij wilde zijn vrienden niet zien, de gordijnen moesten dicht blijven en hij had geen enkele aandacht voor zijn iPad of telefoon. 

Moeder had hem al een paar keer paracetamol gegeven voor de hoofdpijn maar dat hielp niet. De koorts zakte wel maar de hoofdpijn bleef. Vanmorgen had Jurgen een temperatuur van 40,2 °C en hij leek steeds zieker en suffer. Toen moeder de huisarts belde, kwam hij dan ook meteen. De huisarts heeft hem onderzocht en meteen naar het ziekenhuis en daarna de ambulance gebeld. De huisarts denkt aan een hersenvliesontsteking. Met het uittrekken van de pyjama reageert Jurgen op het moment dat hij zijn hoofd op moet tillen. Dit doet hem erg veel zeer.


Slide 18 - Tekstslide

Wat zijn de symptomen van een hersenvliesontsteking die in de casus benoemd worden?

Slide 19 - Tekstslide

Waarom wilt de arts een ruggenprik uitvoeren?

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de rol van een verpleegkundige tijdens een punctie?

Slide 21 - Tekstslide

Wat zijn de symptomen van een hersenvliesontsteking die in de casus benoemd worden?

Slide 22 - Tekstslide

Mogelijke complicaties
1 op de 5 komt te overlijden.
· overlijden 
· beroerte 
· hoofdpijn
· gehoorproblemen
· problemen met je ogen
· evenwichtsklachten

Slide 23 - Tekstslide

Casus Kinkhoest
Mirjam is opgenomen op de afdeling van Marjon, de kinderafdeling. Mirjam is 2 weken geleden ziek geworden. Eerst werd gedacht aan een normale verkoudheid, maar na de paar dagen worden de hoestbuien alleen maar erger. Als ze hoest is het net of ze stikt. Ze heeft flinke koorts en komt ziek over. De huisarts is vandaag gekomen en denkt aan kinkhoest. Mirjam is opgenomen omdat de huisarts bang is voor een longontsteking.
De kinderarts heeft een x thorax gemaakt, waaruit blijkt dat Mirjam een pneumonie heeft. Ze heeft 40,5 graden koorts, er word bloed afgenomen en een infuus aangelegd. Mirjam is nooit ingeënt wegen geloofsovertuigingen.


Slide 24 - Tekstslide

Mirjam heeft nu dus kinkhoest, betekent dat, dat zij nu immuun is?
A
nee
B
ja

Slide 25 - Quizvraag

noem enkele complicaties van kinkhoest

Slide 26 - Tekstslide

welk stadium is het laatste stadium van kinkhoest?
A
catarrale stadium
B
paroxysmale stadium
C
reconvalecenties stadium

Slide 27 - Quizvraag

het is op oudere leeftijd nog steeds een mogelijkheid om een herhaalprik tegen kinkhoest te krijgen?
A
juist
B
C
D
onjuist

Slide 28 - Quizvraag


Op sommige crèches worden kinderen die niet zijn ingeënt volgens het rijksvaccinatieprogramma, geweigerd wat vind je hiervan? 

Slide 29 - Tekstslide

Na het krijgen van één vaccinatie is het compleet onmogelijk dat een ziektebeeld of de symptomen hiervan nogmaals optreedt
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide

korte pauze

Slide 32 - Tekstslide

Kind in het ziekenhuis

Slide 33 - Tekstslide

Wat is er anders in een kinderziekenhuis tov de volwassenen ?

Slide 34 - Tekstslide

Casus
Joëlle van 7 jaar komt via de huisarts naar de seh.
Na onderzoek blijkt dat ze een nierbekkenontsteking heeft. Joelle moet opgenomen worden op de kinderafdeling. Ze krijgt een infuus en er wordt gestart met antibiotica IV.

op welke afdelingen / units komt zij langs?

Slide 35 - Tekstslide

Afdelingen en Aandoeningen
polikliniek: controle na opname, asthma
dagbehandeling: KNO, infuustherapie
spoedeisende hulp: zelfverwijzers, via huisarts, ambulance
acute opname; via seh
geplande opname; darmspoeling, langdurig ab iv cf
neonatologie; pasgeborene

Slide 36 - Tekstslide

Casus
Joëlle van 7 jaar komt via de huisarts naar de seh.
Na onderzoek blijkt dat ze een nierbekkenontsteking heeft. Joelle moet opgenomen worden op de kinderafdeling. Ze krijgt een infuus en er wordt gestart met antibiotica IV.

Wat is er anders op een kinderafdeling dan op een gewone afdeling voor haar?

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Casus
Joëlle van 7 jaar komt via de huisarts naar de seh.
Na onderzoek blijkt dat ze een nierbekkenontsteking heeft. 
Joelle moet opgenomen worden op de kinderafdeling. Ze krijgt een infuus en er wordt gestart met antibiotica IV.


waar moet je bedacht op zijn bij Joelle in het begeleiding en verzorgen van haar? 

Slide 39 - Tekstslide

Begeleiding kind
  • leeftijd/ontwikkeling
  • Pijnbeleving
  • Magische denkwereld {angstige fantasieën}
  • Gebrekkig lichaamsbesef {plaats en werking van de organen}
  • Oriëntatievermogen {wanneer gaat iets gebeuren}
  • Abstractievermogen (verbinding denken/voelen)
  • Scheidingsangst

Slide 40 - Tekstslide

Casus
Joëlle van 7 jaar komt via de huisarts naar de seh.
Na onderzoek blijkt dat ze een nierbekkenontsteking heeft. Joelle moet opgenomen worden op de kinderafdeling. Ze krijgt een infuus en er wordt gestart met antibiotica IV.

Wie ziet joelle allemaal op de afdeling rondlopen?

Slide 41 - Tekstslide

Zorgverleners
Kinderafdeling
  • kinderverpleegkundige
  • pedagogisch medewerker 
  • fysiotherapie
  • logopedie
  • diabetesvpk/cf vpk
  • artsen
  • maatschappelijk werk/psycholoog
  • cliniclowns
  • vrijwilligers: tekendokter bijv.
  • schooljuf

Slide 42 - Tekstslide

Joelle moet een infuus krijgen en gaat Ab iv krijgen.
Ook moet Joëlle een echo van de nieren krijgen.

Wat heeft Joelle nodig ?
  • Voorbereiding
  • Begeleiding
  • afleiding

Slide 43 - Tekstslide

Het is lastiger om bij kinderen een goede diagnose te stellen dan bij volwassenen. Hieronder staan vier redenen waarom dat zo is. Kies de juiste woorden.

Slide 44 - Tekstslide

Reden 1
Zieke kinderen hebben vaak 
--- Heel algemene / specifieke symptomen --- 
zoals koorts, hangerig, huilerig, niet willen eten of drinken, veel slapen.

Slide 45 - Tekstslide

Reden 2
Jongere kinderen kunnen nog niet vertellen wat er aan de hand is. Je moet een diagnose stellen door goed door 
--- te vragen / observaties en onderzoek.---

Slide 46 - Tekstslide

Reden 3
De plaats waar een kind aangeeft pijn te hebben, heeft 
--- een duidelijke / geen relatie ---
met de oorzaak van het ziek zijn; bijvoorbeeld buikpijn aangeven bij oorpijn.

Slide 47 - Tekstslide

Reden 4
Sommige kinderen klagen over pijn, omdat ze verdrietig zijn. 
Ze zijn dan lichamelijk 
--- wel / niet ---
ziek.

Slide 48 - Tekstslide

Ouderparticipatie
  • rooming-in
  • RMD huis
  • Family Centered care 

Voor- en Nadelen 

waar houdt je rekening mee betreft de begeleiding ouders ?

Slide 49 - Tekstslide

Waar houdt je rekening mee?
  • Taal van ouders
  • bevoegdheid van ouders: gezag, leeftijd kind
  • Geloof
  • Angst, bezorgdheid 

Slide 50 - Tekstslide

Vragen?
vandaag hebben jullie meer kennis gekregen over tweeling zwangerschap.
Jullie hebben kennis opgedaan over het verzorgen van een kind op de kinderafdeling.
kunnen jullie vertellen wat het verschil is tussen het verzorgen van een ouderen en een kind.

Slide 51 - Tekstslide