Les 4: bronnen

Bronnen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Bronnen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
IPads dicht op tafel en stoelen richting het bord.
  • Theorie (boeren en landbouwsamenleving);
  • spelopdracht;
  • Leerpad.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een bron?
  • Voorwerpen uit het verleden die we gebruiken om het verleden uit te leggen.

Slide 3 - Tekstslide

Bronnen
We kunnen bronnen in 2 categorieën verdelen.
  1. Geschreven of ongeschreven bronnen.
  2. Primair of secundaire bronnen.

Slide 4 - Tekstslide

Geschreven bronnen
Bronnen die bestaan uit tekst/tekens/getallen:
  • Boeken
  • Brieven
  • Rekeningen
  • Documenten
Ongeschreven bronnen
Bronnen zonder het gebruik van schrift
  • Gebouwen
  • Voorwerpen
  • Meubels
  • Botten
  • Bodemlagen

Slide 5 - Tekstslide

Primaire en 
secundaire bronnen

Slide 6 - Tekstslide

Primaire bronnen 

  • Zijn in de tijd waarover ze gaan ontstaan of gemaakt

  • De informatie komt dus zelf uit de periode waarover wordt gesproken en is niet later samengesteld 

Slide 7 - Tekstslide

Primaire bronnen 
Voordeel:
  • Kunnen heel betrouwbaar zijn, omdat de maker leefde in die tijd of het object uit die tijd afkomstig is... 

Nadeel:
  • ...maar ook onbetrouwbaar, omdat iemand zijn mening misschien wel wil geven of niet alle informatie heeft.

Slide 8 - Tekstslide

Primaire bronnen 
Voorbeelden:

  • Dagboek van Anne Frank
  • Egyptische piramides
  • Meubels uit het paleis van Versailles
  • Filmbeelden van de moord op president Kennedy
  • Foto's uit de Eerste Wereldoorlog
  • Spotprent

Slide 9 - Tekstslide

Secundaire bronnen

  • Zijn gemaakt door iemand die er niet zelf bij was, bijvoorbeeld omdat hij later leefde óf omdat hij ergens anders woonde.

  • Heeft de informatie gekregen via andere (geschreven of ongeschreven) bronnen

Slide 10 - Tekstslide

Secundaire bronnen 
Voordeel:
  • Kunnen heel betrouwbaar zijn, omdat de maker misschien zijn informatie uit veel bronnen heeft kunnen halen... 

Nadeel:
  • ...maar ook onbetrouwbaar, omdat iemand niet bij de gebeurtenis aanwezig was.

Slide 11 - Tekstslide

Secundaire bronnen
Voorbeelden:

  • Jouw geschiedenisboek
  • Een artikel over Anne Frank op Wikipedia
  • Een documentaire over de ontdekking van het graf van Toetanchamon

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Verder werken aan:
  • Leerpad
  • Elo-opdracht paragraaf 1 & 2;
  • Plan proefwerk in.

Slide 13 - Tekstslide

Een Wikipedia pagina over Napoleon Bonaparte is een:
A
Secundaire bron
B
Primaire bron

Slide 14 - Quizvraag

Het paleis van Versailles is een:
A
Secundaire bron
B
Primaire bron

Slide 15 - Quizvraag

Een filmpje over het paleis van Versailles is een:
A
Geschreven secundaire bron
B
Ongeschreven primaire bron
C
Geschreven primaire bron
D
Ongeschreven secundaire bron

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een bron?
A
alles waardoor je iets te weten kunt komen over het verleden.
B
het verleden
C
alles waar je iets te weten kunt komen door het heden.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is ook alweer een primaire bron?
A
Een bron die direct gemaakt wordt.
B
Een bron gemaakt door iemand die er zelf bij was.
C
Een bron die later is gemaakt over een bepaalde tijd.
D
Een bron waar je water uit kunt drinken.

Slide 18 - Quizvraag

Waarom gebruiken we verschillende bronnen om het verleden te bestuderen?
A
Omdat niet elke bron even betrouwbaar is.
B
Omdat we houden van extra huiswerk.
C
Omdat sommige bronnen al niet meer bestaan.
D
Omdat alle bronnen door dezelfde personen gemaakt zijn.

Slide 19 - Quizvraag

Prehistorie
Historie
Geschreven bronnen
Ongeschreven bronnen

Slide 20 - Sleepvraag

Is de afbeelding een primaire of een secundaire bron?
A
Primair
B
Secundair

Slide 21 - Quizvraag

Hiërogliefen
A
Geschreven secundaire bron
B
Ongeschreven primaire bron
C
Geschreven primaire bron
D
Ongeschreven secundaire bron

Slide 22 - Quizvraag

Foto Hitler
A
Geschreven primaire bron
B
Ongeschreven primaire bron
C
Ongeschreven secundaire bron
D
Geschreven secundaire bron

Slide 23 - Quizvraag