‹Terug naar zoeken

Zorgvragers met aandoeningen aan het centrale zenuwstelsel

Kennis van ziektenbeelden GHZ



Zorgvragers met aandoeningen aan het centrale zenuwstelsel
Module 6 > 6.17, 6.18, 6.19
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Kennis van ziektenbeelden GHZ



Zorgvragers met aandoeningen aan het centrale zenuwstelsel
Module 6 > 6.17, 6.18, 6.19

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Wat zijn de kenmerken van de ziekte
Spierdystrofie van Duchenne?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welke punten houd je rekening tijdens de verzorging en begeleiding van een zorgvrager met CRPS?
A
Houding en beweging en ergotherapie
B
Pijn en moeheid
C
Psychosociale aspecten en begrip
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


zorgvragers met aandoeningen aan het centraal zenuwstelsel
Aan welke aandoeningen denk je hierbij?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderzoeken zou jij inzetten om hersenletsel te diagnosticeren?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

EEG (Elektro-encefalogram)
Wat het is: Een onderzoek waarbij de elektrische activiteit van de hersenen wordt gemeten via elektroden op de hoofdhuid.

Waarvoor het wordt gebruikt: Diagnose van epilepsie, slaapstoornissen, hersenontstekingen, en soms bij bewustzijnsstoornissen of coma.

Angiogram (vaatonderzoek)
Wat het is: Een beeldvormend onderzoek van bloedvaten (meestal hersenvaten of hartvaten) met contrastvloeistof en röntgenstraling.

Waarvoor het wordt gebruikt: Om vernauwingen, aneurysma’s (uitstulpingen), bloedingen of verstoppingen in bloedvaten op te sporen.

CT-scan (Computer Tomografie)
Wat het is: Een röntgenonderzoek dat dwarsdoorsneden van het lichaam maakt met behulp van een draaiende scanner.

Waarvoor het wordt gebruikt: Snelle en gedetailleerde beoordeling van botten, bloedingen, tumoren, longen, en organen. Vaak gebruikt bij acute situaties, zoals hersenbloedingen of trauma.

Lumbaalpunctie (ruggenprik)
Wat het is: Een onderzoek waarbij hersenvocht (liquor) uit het wervelkanaal in de onderrug wordt gehaald met een dunne naald.

MRI (Magnetische Resonantie Imaging)
Wat het is: Een beeldvormend onderzoek dat met sterke magneten en radiogolven gedetailleerde beelden van organen, weefsels en de hersenen maakt.

Waarvoor het wordt gebruikt: Opsporen van tumoren, hersenafwijkingen, ontstekingen, zenuwschade, en hernia’s. Zeer nauwkeurige beelden zonder röntgenstraling.

Waarvoor het wordt gebruikt: Diagnose van hersenvliesontsteking, multiple sclerose, bloedingen in de hersenen, en andere neurologische aandoeningen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hersenschade​
Welke twee factoren bepalen hoe ernstig de gevolgen van de hersenschade zijn?​

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent Afasie?
Wat betekent apraxie?
Wat betekent neglect?
onvermogen om doelbewuste handelingen uit te voeren​
verwaarlozing van de helft van het lichaam en de ruimte ​
niet kunnen zeggen wat je wilt​

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke verschijnselen kunnen jullie benoemen van MS

Slide 30 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je van ALS?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet wat spina bifida inhoudt
Ik weet er niets van
Ik weet er bijna niets van
Ik weet er iets van
Ik weet er alles van

Slide 37 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een dwarslaesie zorgt ervoor dat je helemaal verlamd bent
A
Juist
B
Onjuist

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de oorzaken van een dwarslaesie?

Slide 49 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meer lessen zoals deze

week 4 en 5, Zorgvragers met aandoeningen aan het centraal zenuwstelsel

- Les met 53 slides
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Spina Bifida en dwarslaesie

- Les met 17 slides
Vakspecifiek LJ3MBOStudiejaar 3

OP2 les 3: Neurologische aandoeningen (MS, dwarslaesie, spina bifida, epilepsie)

- Les met 42 slides
BewegingsagogieMBOStudiejaar 2

Neurologische aandoeningen (dwarslaesie, spina bifida, epilepsie)

- Les met 31 slides
BewegingsagoogMBOStudiejaar 2

Spina bifida/dwarsleasie

- Les met 30 slides
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Zenuwstelsel deel 3

- Les met 47 slides
AFPMBOStudiejaar 2

Spina bifida, wervelkanaalstenose en dwarslaesie

- Les met 11 slides
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Doelgroepen2week6

- Les met 14 slides
WelzijnMBOStudiejaar 3