Schrijven part 1

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Oefeningen tijdens de les

Theorie 
1. Forms
2. Free writing
3. Writing an email/letter

Schrijfopdrachten
 - opdracht 1: Aantekeningen, berichten en formulieren
- opdracht 2: Vrij schrijven
- opdracht 3: Writing assignment
Oefeningen thuis

GPS Online - Writing/Schrijven A2
- Mini-magazines
- Magazines

Slide 2 - Tekstslide

Theorie Formulieren
Of je nu je stage gaat lopen, een visum gaat aanvragen of een auto wilt
huren; aan het invullen van formulieren zul je niet ontkomen.
Er zijn heel veel verschillende soorten formulieren.

Hieronder en op de volgende pagina’s zie je verschillende soorten
formulieren langskomen. Waar zet je je voornaam en waar je achternaam?
Formulieren vragen ook vaak naar je nationaliteit, geboortedatum en je
adres. Waar vul je dat in?

Slide 3 - Tekstslide

Engelse termen

First Name(1): Mathilda
Surname(2): Evans
Gender(3): Female
Date of Birth(4): 14/11/1997
Phone(5): 041-7623901
Address(6): 15, Bridge Street
City(7): Hull
Postal Code(8): HU15 1SA
Marital Status(9): Single
Signature(10):
Driving License No.: 63201987345 (11)
Date: 28/12/2016 (12)
Toelichting:

1. Hier vul je je voornaam in.
2. Hier vul je je achternaam in.
3. Hier vul je je geslacht in: male / female.
4. Hier vul je je geboortedatum in.
5. Hier vul je je telefoonnummer in.
6. Hier vul je je straatnaam en huisnummer in.
7. Hier vul je je woonplaats in.
8. Hier vul je je postcode in.
9. Hier vul je je burgerlijke staat in.
10. Hier zet je je handtekening.
11. Hier zet je je rijbewijs nr. 
12. Hier zet je de datum.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat vul je in bij.
''Surname''?
A
First name
B
Maiden name
C
Last name
D
Nickname

Slide 6 - Quizvraag

What order do you use when filling in dates?
A
Month/year/day
B
Day/month/year
C
Year/day/month
D
Month/day/year

Slide 7 - Quizvraag

Some alternatives you might encounter
Zipcode/zip - postal code
Initials - First letter of your first & last name
M/F - Male or female
Admin. = Administration
Dept. = Department
ASAP =As soon as possible
Bk = Book
Corp. = Corporation
Misc. = Miscellaneous
Obj. = Object
Ref. = Reference
Subj. = Subject

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Theorie vrij schrijven (creative writing)
Het schrijven van spontane berichten vraagt al best veel kennis van het Engels. Denk
maar aan grammaticatijden, woordenschat, zinsvolgorde en spelling. Als je een
verkeerde grammaticatijd gebruikt, of je spelt een woord verkeerd, dan kan dat
verwarring veroorzaken. Veel oefenen met ‘vrij schrijven’, of zoals de Engelsen
zeggen creative writing, is dus belangrijk.

Termen met dezelfde uitspraak & veelgemaakte fouten. 

Slide 10 - Tekstslide

woorden met dezelfde uitspraak

to - too - two 




it’s - its


their - there - they’re


to | aan, naar, of het is onderdeel van het hele
werkwoord: I have to go to school.
too | ook: My brother likes football too.
two | twee: My sister is two years old.

It's (it is) | het is: It's Friday today.
its | zijn (voor dieren): Do you have its collar?

their | hun: It's their thirthieth anniversary.
there | daar: My room is there.
they're (they are) | zij zijn: They're happy.

Slide 11 - Tekstslide

Which of the sentences is incorrect?
A
I've been saving for two new phones.
B
What's that over there?
C
It's going to take place next Sunday.
D
Their going to see the new show today.

Slide 12 - Quizvraag

woorden met dezelfde uitspraak

where - were - we’re



your - you’re


where | waar: Where are the children?
were | waren: We were at school.
we're (we are) | we zijn: We're thirty years old.

your | jouw: This is your desk.
you're (you are) | je bent: You're a receptionist.

Slide 13 - Tekstslide

Which of the sentences is correct?
A
Do you know where it's owner is?
B
We're going to the centre this afternoon.
C
Your working at which hospitle?
D
He's about too years old.

Slide 14 - Quizvraag

Some common mistakes
Woord met ie of ei worden vaak onjuist geschreven omdat ze hetzelfde klinken. Je hoort bij beide ee: field, receive. Als je dit ezelsbruggetje onthoud, zal jij deze fout niet vaak meer maken:

i before e, except after c. | De i komt voor de e, behalve na een c.

Examples:
chief (de i komt voor de e, dus ie)
ceiling (er staat direct een c voor, dus ei)

Slide 15 - Tekstslide

Which one is spelled correctly?
A
Cheif
B
Ceiling
C
Recieve
D
Feild

Slide 16 - Quizvraag

Which of the following is spelled correctly?
A
allways
B
wonderfull
C
full
D
beautifull

Slide 17 - Quizvraag

Some common mistakes
allways, wonderfull, beautifull

Geen van deze woorden schrijf je met een dubbele letter. Ook dit is iets wat vaak fout gaat. Als all of full een onderdeel vormt van een woord, dan schrijf
je één l.

Examples:

all | alle
always | altijd
full | vol
wonderful | wonderlijk

Slide 18 - Tekstslide

Theorie email/brief

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld brieven!

https://nl.pinterest.com/pin/472948398362467118/

https://eslflow.com/letterwriting.html


Schrijftips!

In een e-mail of een brief ben je bij voorkeur clear and direct. Dat betekent dat je weet wat je wilt schrijven en je schrijft het zo kort en krachtig mogelijk.

Wees ook ‘one-to-one’ in je tekst.
Schrijf bijvoorbeeld niet:
It would be appreciated if you are able to come.
Maar: I would appreciate it if you are able to come.

Begin je zinnen gerust met I, dat is echt niet altijd onbeleefd. Als je met I begint,
lopen je zinnen grammaticaal ook vaak beter.

Denk ten slotte aan de KISS! Keep It Short and Simple. Houd het kort en eenvoudig. Lange e-mails of brieven worden meestal niet of heel slecht gelezen.


Slide 20 - Tekstslide

Uitleg opdrachten
Opdracht 1: Aantekeningen, berichten en formulieren
- Je houdt van hardlopen en wilt je inschrijven voor de halve marathon van Edinburgh.
Vul het inschrijfformulier in. Je mag de gegevens zelf verzinnen.

Opdracht 2 – Vrij schrijven
- Je bent op vakantie geweest naar Australië. Je had je hotel geboekt op de website Hoteldreams.com. Je schrijft een beoordeling van het hotel voor de website.
In de beoordeling:
- vertel je in welk hotel je bent verbleven en wanneer;
- noem je minimaal twee dingen die je fijn vond aan het hotel;
- noem je iets dat je minder fijn vond aan het hotel;
- geef je je mening over de prijs van je verblijf in het hotel.


Schrijf de beoordeling. Je mag de gegevens zelf verzinnen.



Slide 21 - Tekstslide

Uitleg opdrachten
Writing assignment
Situatie: Je hebt in de krant gelezen over het nieuwe televisieprogramma “I Apologise”, waarin ze kandidiaten zoeken die iets goed te maken hebben met een dierbare. Je besluit een korte e-mail te schrijven naar het televisieprogramma omdat de vriendschap met je beste vriend(in) op het spel staat. Je bent haar verjaardag vergeten en hij/zij neemt dit je erg kwalijk. Vermeld de onderstaande punten in je e-mail. Gebruik de juiste aanhef en afsluiting.

1. Stel jezelf voor (naam, leeftijd, woonplaats)
2. Vertel dat je in de krant hebt gelezen over het programma en dat je je graag wilt aanmelden.
3. Geef aan dat je je in het programma wilt verontschuldigen voor het vergeten van de verjaardag van je beste vriend(in).
4. Geef aan wanneer je beste vriend(in) jarig is.
5. Vertel wie je beste vriend(in) is en beschrijf hem of haar.
6. Vertel hoelang jullie al beste vrienden zijn.
7. Geef aan welke hobby’s en interesses jullie met elkaar gemeen hebben.
8. Eindig de e-mail door aan te geven dat je hoopt dat ze jou selecteren voor het programma.




Slide 22 - Tekstslide

Log in op GPS-Online en kijk of je de opdrachten Writing/Schrijven A2 ziet
A
Opdrachten staan open en ik kan ze vinden.
B
Ik kan de opdrachten niet vinden/zien.

Slide 23 - Quizvraag