Koolstof als basis

H5: Koolstof als basis
FOSSIELE BRANDSTOFFEN
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

H5: Koolstof als basis
FOSSIELE BRANDSTOFFEN

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
  • Je kunt beschrijven hoe fossiele brandstoffen worden gewonnen
  • Je kunt beschrijven hoe aardolie destillatie wordt toegepast en uitgevoerd en welk proces hieraan ten grondslag ligt
  • Je kunt begrippen bij het raffineren van aardolie herkennen en beschrijven

Slide 2 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen:
Koolstofverbindingen die miljoenen jaren geleden zijn ontstaan uit resten van plantaardig en dierlijk leven. Ze bevatten de atoomsoorten C, H en soms ook S, N of O.

Voorbeelden:
aardolie, steenkool, aardgas, bruinkool


Slide 3 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen:
Steenkool:
ontstaan door dikke lagen plantaardig materiaal dat wordt samengeperst door lagen klei en zand.
Door de druk neemt de temperatuur toe en treedt thermolyse (ontleding door warmte) op.
Dan ontstaat eerst veen of turf. Ook dit zijn brandstoffen. Deze lagen zitten dicht aan de oppervlk. Bij hogere druk ontstaat bruinkool (in Duitsland wordt nog 25 % van de energie hiermee opgewekt). Uit bruinkool kan steenkool ontstaan.  Steenkool is voornamelijk koolstof: C



a

Slide 4 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen:
Aardgas :
ontstaat als bijproduct bij vorming van steenkool en aardolie.
Bestaat vooral uit methaan: CH4

Daarnaast bevat aardgas bijvoorbeeld ethaan, koolstofdioxide en stikstof.
Voordelen t.o.v. aardolie en steenkool is dat er minder schadelijke stoffen in zitten. Het is een schonere brandstof.
Omdat je bij steenkool alleen "C" verbrandt en bij methaan ook "H" komt er per geleverde hoeveelheid warmte (Joule) minder CO2 vrij.





Slide 5 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen:
Aardgas :
Aardgas is vaak door de natuurlijke druk makkelijk te winnen.
Maar aardgas wordt ook gewonnen uit schalie. Dit is een harde kleisoort.
om het gesteente te breken wordt een injectievloeistof gebruikt. De klei breekt in kleine stukjes waardoor het gas vrij komt. Dit heet fracking.dit is een omstreden methode vanwege de verontreiniging en kan op bodemdaling en aardschokken.





Slide 6 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen:
Aardolie:
Aardolie is een complex mengsel; duizenden verschillende stoffen.
Daarom geen "gewone destillatie" waarbij 2 fracties ontstaan maar gefractioneerde destillatie.







Slide 7 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen:
Gefractioneerde destillatie:

Destillatie in meerdere destillaten:
Het complexe mengsel wordt verdeeld
in deelmengsels. Fractie = deel







Slide 8 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen:
Bij gefractioneerde destillatie:
  •    Is de kolom verdeeld in schotels
  •     Zijn er meerdere destillaten: fracties
  •     Is het onderin de kolom heet (360 oC),
           bovenin koel (buitentemperatuur)
  •     Fracties onderin: hoog kooktraject
  •     Fracties bovenin: laag kooktraject
  •     Is er sprake van een continu proces

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Fossiele brandstoffen:
Kraken:
De nafta fractie bevat koolwaterstoffen met 5 tot 10 C-atomen .
Deze worden door een ontledingsreactie afgebroken tot kleinere
alkanen en alkenen.
Bijv. C8H18  ->  C4H10  +  C4H8
          octaan       butaan     buteen

Door reformeren (reactie met behulp van een katalysator) krijg je meer zijgroepen of aromatische verbindingen.







Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat wordt bedoeld met gefractioneerde destillatie? Tijdens de destillatie:

(30 s)
A
vinden verschillende stappen (=gefractioneerd) plaats.
B
worden de koolwaterstofketens in kleinere stukken gebroken en ontstaan er verschillende fracties.
C
wordt de aardolie gescheiden in verschillende deelmengsels.
D
wordt de aardolie gescheiden in verschillende stoffen met hetzelfde kookpunten.

Slide 13 - Quizvraag

In een destillatietoren wordt aardolie gescheiden in verschillende fracties.
Wat wordt bedoeld met een fractie?
(30 s)
A
Een fractie bestaat uit koolwaterstoffen met hetzelfde smeltpunt.
B
Een fractie bestaat uit koolwaterstoffen met een bepaald smelttraject.
C
Een fractie bestaat uit koolwaterstoffen met hetzelfde kookpunt.
D
Een fractie bestaat uit koolwaterstoffen met een bepaald kooktraject.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is waar?

(20 s)
A
Hoe lager de schotel, hoe lager het kookpunt.
B
Hoe hoger de schotel, hoe hoger het kookpunt.
C
Hoe hoger de schotel, hoe hoger het kooktraject.
D
Hoe hoger de schotel, hoe lager het kooktraject.

Slide 15 - Quizvraag

Welke type (chemische) reactie vindt plaats bij kraken?

(20 s)
A
een ontledingsreactie
B
een vormingsreactie
C
een katalytische reactie
D
een verbrandingsreactie

Slide 16 - Quizvraag

Bij het kraken van een koolwaterstoffractie ontstaan...

(30 s)
A
alleen verzadigde koolwaterstoffen
B
aromatische koolwaterstoffen
C
een mengsel van verzadigde en onverzadigde koolwaterstoffen
D
alleen onverzadigde koolwaterstoffen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste reden om koolwaterstoffen te kraken?

(30 s)
A
Lange koolwaterstofketens geven meer uitstoot van koolstofdioxide.
B
De vraag naar deze koolwaterstofketens is groter.
C
Kortere koolwaterstofketens zijn eenvoudiger te transporteren.
D
Lange koolwaterstofketens zijn moeilijk op te slaan.

Slide 18 - Quizvraag

waar
niet waar
bij kraken knip je een groot molecuul in stukjes
In een destillatietoren komt de fractie met het hoogste kookpunt boven in
Koolstofchemie gaat over stoffen waarvan de moleculen als basis C- en H- atomen hebben
Destilleren berust op verschil in smeltpunt 
Bij reformen krijg je meer zijtakken
 aan de koolwaterstof

Slide 19 - Sleepvraag