Zeebenen

Wat is een opvarende?
A
Iemand op een varend schip
B
Een schip dat een botsing heeft tijdens het varen
C
Iemand die tegen de stroom in loopt
D
Een persoon die erg van varen houdt
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
TaalBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat is een opvarende?
A
Iemand op een varend schip
B
Een schip dat een botsing heeft tijdens het varen
C
Iemand die tegen de stroom in loopt
D
Een persoon die erg van varen houdt

Slide 1 - Quizvraag

Maak de zin af. Als je in nood bent, dan betekent dat dat je...

Slide 2 - Open vraag

Wat past het beste bij het woord het internaat?
A
de opvarende
B
het schipperskind
C
de bemanning
D
de passagier

Slide 3 - Quizvraag

Welk woord hoort er niet bij?
A
de kajuit
B
de stuurhut
C
de kombuis
D
stuurboord

Slide 4 - Quizvraag

Berend botje ging uit eten
Maar hij was zijn geld vergeten
Hij zag het vlees, hij zag het friet,
Maar hij kreeg het allemaal niet.

Welke regels krijgen in het rijmschema de letter b?
A
de regels 1 en 2
B
de regels 1 en 3
C
de regels 3 en 4
D
de regels 2 en 4

Slide 5 - Quizvraag

Ik mocht mee zeilen op een glimmend mooi jacht.
Het ging anders dan ik had verwacht:
van al de golven en het klotsen,
moest ik zo verschrikkelijk kotsen.

Welk rijmschema heeft dit gedicht?
A
abab
B
abca
C
aabb
D
abba

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een scheepsramp?
A
Als een schip geen koers kan houden
B
Als een opvarende van boord valt
C
dat er een ziekte uitbreekt aan boord
D
als er een ernstig ongeluk gebeurt met een schip.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor indrukwekkend
A
droevig
B
Machtig
C
tragisch
D
eenzaam

Slide 8 - Quizvraag

Met iemand ergens onderbrengen, bedoel je....

Slide 9 - Open vraag

wat past het beste bij kombuis?
A
koken
B
woonkamer
C
lossen
D
slaapkamer

Slide 10 - Quizvraag

Als je op het schip naar bed gaat, ga je naar....
A
de slaapkamer
B
de stuurhut
C
het kombuis
D
de kooi

Slide 11 - Quizvraag

wat betekent vergaan....

Slide 12 - Open vraag

waar gaat het bij een veerboot vooral om?

Slide 13 - Open vraag