Les 2

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Periode 4

Week 1

Gesprekken voeren

Telefoon niet zichtbaar!

1. Met wie voer je binnen jouw werkveld gesprekken? Noteer zoveel mogelijk gesprekspartners.

2. Noteer welke soorten gesprekken je verwacht te moeten voeren binnen jouw beroep.

3. Welke vaardigheden zijn van belang bij het voeren van een goed gesprek?

Opdracht:

• Je hebt onlangs meegewerkt aan het organiseren van een sportdag voor jouw stageschool. Vandaag heb je met de gymleraar een evaluatiegesprek over de sportdag.
  

Voorbereiding:

• Bereid je voor op het gesprek. Kijk goed naar de punten die in het gesprek aan bod moeten komen en zet kort op papier wat je wilt bespreken.

Tijdens het gesprek:

Voer de gesprekken in drietallen: de gymleraar stelt de vragen, de stagiair geeft antwoord, de derde persoon luistert en vult het feedbackformulier in.

Wat moet in je taalportfolio:

• Je voorbereiding
• Het ingevulde feedbackformulier
• Het gespreksverslag

De volgende punten komen minimaal voor in het verloop van het gesprek.

· De stagiare start het gesprek op, vertel waarom jullie bij elkaar zitten.

· Benoem kort hoe jij en de kinderen de sportdag hebben ervaren.

· Benoem welke activiteit de kinderen het leukst vonden en waarom.

· Benoem ook een activiteit die er volgens jou volgend jaar uitgehaald mag worden en leg uit waarom.

· Bespreek twee punten die tijdens de sportdag heel goed verlopen zijn.

· Geef ook twee punten aan die nog niet zo goed verliepen.

· Hoe kunnen jullie de volgende keer ervoor zorgen dat deze punten beter verlopen?

· Jullie hadden dit schooljaar te weinig hulp van ouders. Bedenk twee manieren om volgend jaar meer ouderhulp te kunnen krijgen.

· Stel de gymleraar minimaal één vraag.

· Bedank de gymleraar voor het gesprek.

Na het gesprek:

Maak een gespreksverslag van het evaluatiegesprek.

· Algemene gegevens: datum, plaats, tijd, namen van de aanwezigen en functies.

· De aanleiding van het gesprek en het doel.

De volgende onderdelen kun je evt. in een overzichtelijk format zetten:

· De besproken onderwerpen

· De gemaakte afspraken

· Actiepunten

Wat betekent het als iemand tijdens een gesprek voortdurend oogcontact vermijdt? A. Ze zijn geïnteresseerd in het gesprek
B. Ze voelen zich ongemakkelijk of onzeker
C. Ze zijn boos
D. Ze zijn aan het dagdromen

Les 2