werkwoorden AR, ER, IR / getallen

Waarom opfrissen?
Een vreemde taal leren eist herhaling

In taaldidaktiek praten over "spaced repetition":
je leert iets eerst, daarna laat je het even "rusten" en na een tijd herhaal je het weer. Het doel: Bestaande taalkennis versterken die in de langetermijngeheugen wordt opgeslagen 

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Waarom opfrissen?
Een vreemde taal leren eist herhaling

In taaldidaktiek praten over "spaced repetition":
je leert iets eerst, daarna laat je het even "rusten" en na een tijd herhaal je het weer. Het doel: Bestaande taalkennis versterken die in de langetermijngeheugen wordt opgeslagen 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué hacemos hoy?
Vandaag gaan we de werkwoorden ar, er, ir, opfrissen met als doel:

  • Bestaande woordenschat en grammaticakennis versterken.

  • Een goede basis hebben om de werkwoorden ER en IR onder de knie te krijgen.
  • getallen herhalen (los números)

  • Onze kennis toepassen in het gebied van gespreksvaardigheid. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Noem alle persoonlijke voornaamwoorden in het Nederlands

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Noem drie werkwoorden
die op AR eindigen (zie blz. 9)

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Noem drie werkwoorden
die op ER, IR eindigen (zie blz. 9)

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vind je de stam van een werkwoord in het Spaans?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijk voornaamwoorden / Pronombres personales
timer
1:00
ik
jij
hij
zij (enkelvoud)
u (enkelvoud)
wij
jullie
zij (meervoud)
(meervoud)
nosotros/-as
ellos
yo
usted
vosotros/-as
ellas
ella
ustedes
él

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Reader 1-2 maken blz. 8
vul in persoonelijk voornaamwoord
vervoeging SER/ESTAR (LET OP! grammatica toets)
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regelmatige werkwoorden 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

alleen uitlegt AR
AMOS
ÁIS
O
AS
AN
A
Yo
Él, ella, usted
Nosotros
Vosotros
Ustedes
Ellos

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
EÍS - ÍS 
O
EMOS / IMOS
EN
E
ES
Yo
Él, ella, usted
Nosotros
Vosotros
Ustedes
Ellos

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoorden flitsen
  • Je krijgt 1 minuut om deze werkwoorden in je op te nemen
  • Schrijf zoveel mogelijk onthouden werkwoorden op!
escuchar
comprar
amar
tocar
trabajar
practicar
estudiar
hablar
cerrar
organizar
girar
volar
timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kopen
lopen
praten/spreken
reizen
viajar
hablar
caminar
comprar

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

betalen
werken
studeren
luisteren
trabajar
pagar
escuchar
estudiar

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoorden flitsen
  • Je krijgt 1 minuut om deze werkwoorden in je op te nemen
  • Schrijf zoveel mogelijk onthouden werkwoorden op!
vivir
beber
recibir
correr
comer
leer
escribir
vender
ver
dividir
abrir
timer
1:00

Slide 20 - Tekstslide

  1. vivir: leven/wonen
  2. comer: eten
wonen
drinken
eten
zien
ver
comer
vivir
beber

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Los números
De getallen  0 tot 9 zijn de basis getallen die je elke keer nodig gaat hebben om alle getallen te maken
De getallen 0 tot 30 zijn net wat anders dan de getallen vanaf 30

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

30 tot 100
Vanaf 30 gebruik je de volgende werkwijze:
tiental - y - getal 1 tot 10 

39 = treinta - y - nueve
56 = cincuenta - y - seis

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Getallenketting
welke groep haalt de langste ketting in 2 minuten?
In groepjes van 4

De eerste persoon noemt een getal van 2 cijfers
De volgende noemt een nieuw getal dat begint met het laatste cijfer van het eerste getal. Bijvoorbeeld:
12 - 24 - 45 - 57 - 74
Kijk op je reader 1-2 blz. 29
timer
2:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er volgen een aantal sommen in het Spaans.
Schrijf het getal helemaal uit!



Bijvoorbeeld:
dos + dos = cuatro

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Grammatica is ook gespreksvaardigheid. 
We denken vaak aan de grammatica als iets abstracts die moeilijk en lastig is om te leren. Maar dat hoeft niet te zijn. We kunnen de grammatica "draaien" en deze gebruiken met communicatieve doelen. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met gesloten vragen

Een gesloten vraag is een vraag waarop de ander alleen kan antwoorden met bepaalde antwoordmogelijkheden, vaak zijn deze antwoorden ‘ja’ of ‘nee’. 

¿Hablas español? 
Sí, hablo español un poco.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met gesloten vragen
Je begint altijd je vraag met 
een vervoegd werkwoord + wat je wil vragen:

"¿Hablas... (español, inglés, alemán, etc)?
¿Trabajas... (en un supermercado, aquí, etc)?
¿Escuchas.... (música, la radio, podcasts, etc)?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld vraag



¿Tú compras vino en el supermercado?
Voorbeeld antwoord:



Sí, yo compro vino en el supermercado

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef antwoord in het Spaans
¿Tú hablas inglés?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef antwoord in het Spaans
¿Escuchas música electrónica?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef antwoord in het Spaans:
¿Bebes café con leche?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef antwoord in het Spaans:
(met de persoonsvorm van nosotros)
¿En tu casa, hablan holandés?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef antwoord in het Spaans
¿Tú comes muchas verduras?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal:
Kijk je naar horror films?
Nee, ik vind ze niet leuk

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal:
Drink je bier of wijn?
Ik drink geen alcohol.

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal:
Werk je in de stad?
Ja, ik werk in een restaurant in het centrum

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal:
Woon je in een dorp?
Nee, ik woon in de stad

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal:
Koop je boeken?
Nee, ik hou niet van lezen

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal:
Eet je vlees?
Ja, ik eet veel vlees. Ik vind het lekker.

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies