Financiële Administratie begrippenlijst voor MBO 3

Financiële Administratie begrippenlijst voor MBO 3
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Financiële Administratie begrippenlijst voor MBO 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je een begrippenlijst maken van financiële administratie voor MBO 3 met vakspecifieke woorden en korte definities.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer het onderwerp en het doel van de les.
Wat weet je al over Financiële Administratie voor MBO 3?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Begrippenlijst
Een begrippenlijst is een lijst met vakspecifieke woorden en korte definities.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat een begrippenlijst is en waarom het belangrijk is.
Boekhouding
Boekhouding is het systematisch vastleggen van financiële feiten van een onderneming.

Slide 5 - Tekstslide

Beschrijf wat boekhouding is en waarom het belangrijk is.
Debiteuren
Debiteuren zijn klanten die nog moeten betalen voor geleverde goederen of diensten.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wie debiteuren zijn en wat hun relatie is met de onderneming.
Crediteuren
Crediteuren zijn leveranciers die nog betaald moeten worden voor geleverde goederen of diensten.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wie crediteuren zijn en wat hun relatie is met de onderneming.
Kasboek
Een kasboek is een overzicht van alle inkomsten en uitgaven van de onderneming.

Slide 8 - Tekstslide

Beschrijf wat een kasboek is en waarvoor het gebruikt wordt.
Balans
Een balans is een overzicht van alle bezittingen, schulden en het eigen vermogen van de onderneming op een bepaald moment.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit wat een balans is en waarvoor het gebruikt wordt.
Winst- en verliesrekening
Een winst- en verliesrekening is een overzicht van alle inkomsten en kosten van de onderneming over een bepaalde periode.

Slide 10 - Tekstslide

Beschrijf wat een winst- en verliesrekening is en waarvoor het gebruikt wordt.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.