Oppervlakte

HOOFDSTUK 8
Inhoud en vergroten
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

HOOFDSTUK 8
Inhoud en vergroten

Slide 1 - Tekstslide

Wat je al weet:
De oppervlakte berekenen van een vierkant en rechthoek:

  1. opp = lengte x breedte
  2. opp = 3 cm x 2 cm = 6 cm2

Slide 2 - Tekstslide

Wat heb jij straks (opnieuw) geleerd:
Hoe je de oppervlakte berekent van:
  • een driehoek   
  • een parallellogram
  • een vierhoek  
  • een cirkel
  • een figuur mbv omlijsten                                         



Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden van vlakke figuren

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

driehoek
De oppervlakte berekenen van een driehoek:

  1. opp = (zijde x bijbeh. hoogte):2
  2. opp = (3 cm x 2 cm) : 2 = 3 cm2

Slide 6 - Tekstslide

driehoek
  • De hoogtelijn hoort bij de zijde waar hij aan vast zit met het rechte hoek tekentje.
  • Dus de hoogtelijn zit vast aan zijde AB


Slide 7 - Tekstslide

driehoek
  • De hoogtelijn hoort bij de zijde waar hij aan vast zit met het rechte hoek tekentje.
  • Dus de hoogtelijn zit vast aan zijde BC

Slide 8 - Tekstslide

driehoek
De oppervlakte berekenen van een driehoek:

  • opp = (zijde x hoogte):2

  •  opp = (3 cm x 3 cm) : 2 = 4,5 cm2

Slide 9 - Tekstslide

parallellogram
De oppervlakte van deze vierhoek kan je berekenen op 2 manieren:

  1. inlijsten
  2. zijde x hoogte

Slide 10 - Tekstslide

parallellogram inlijsten
  • Teken een rechthoek om het parallellogram heen waar hij precies in past.

  • Bereken daarna de oppervlakte van de rechthoek en haal dan de oppervlakte van de lichte driehoeken af.

  • Wat je over houdt is de oppervlakte van vierhoek ABCD

Slide 11 - Tekstslide

inlijsten
  • opp totaal = L x B 
  • opp totaal = 6 cm x 3 cm 
  • = 18 cm2

  • opp1 = (2 x 3) : 2 
  • = 3 cm2
  • opp2= (2 x 3) : 2 
  • = 3  cm2

  • opp vierhoek ABCD = 18 - 3 - 3 = 12 cm2

Slide 12 - Tekstslide

parallellogram
  • opp =  zijde x hoogte
  • opp = 4 cm x 3 cm 
  • = 12 cm2

Slide 13 - Tekstslide

parallellogram
  • opp = zijde x hoogte

  • opp = 4 cm x 3 cm = 12 cm2

Slide 14 - Tekstslide

Cirkel
De oppervlakte van een cirkel  bereken je met:

  •  
Opp=Πstraal2

Slide 15 - Tekstslide

Cirkel
opp = π x straal2
  • π is ongeveer 3,14 , gebruik de π-toets op je rekenmachine
  • opp = π x 32 = 28,274..
  • de opp van cirkel M is ongeveer 28, 27 cm2

Slide 16 - Tekstslide

Inlijsten
  • Teken een rechthoek om het figuur heen waar hij precies in past.

  • Bereken daarna de oppervlakte van de rechthoek en haal dan de oppervlakte van de lichte driehoeken af.

  • Wat je over houdt is de oppervlakte van vierhoek ABCD

Slide 17 - Tekstslide

Inlijsten
  • Teken een rechthoek om het figuur heen waar hij precies in past.

  • Bereken daarna de oppervlakte van de rechthoek en haal dan de oppervlakte van de lichte driehoeken af.

  • Wat je over houdt is de oppervlakte van vierhoek ABCD

Slide 18 - Tekstslide

inlijsten
  • opp totaal = L x B 
  • opp totaal = 8  x 6 = 48 

  • opp1 = (2 x 6) : 2 = 6
  • opp2= (2 x 6) : 2 = 6 
  • opp3= (3 x 4) :2 = 6

  • opp vierhoek ABCD = 48 - 6 - 6 - = 30
1
2
3
4

Slide 19 - Tekstslide

Wat heb jij straks (opnieuw) geleerd:
Hoe je de oppervlakte berekent van:
  • een driehoek   
  • een parallellogram
  • een vierhoek  
  • een cirkel
  • een figuur mbv omlijsten                                         



Slide 20 - Tekstslide

Bij welke zijde hoort de hoogtelijn?
A
AC
B
AB
C
BC
D
Weet ik niet

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van driehoek ABC
A
3 cm2
B
12 cm2
C
weet ik niet
D
6 cm2

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van het parallellogram?
A
20 cm2
B
10 cm2
C
16 cm2
D
8 cm2

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de straal van deze cirkel?
A
2,5
B
5
C
2
D
4

Slide 24 - Quizvraag

Hoe lang is de hoogtelijn?
A
6 cm
B
18 cm
C
9 cm
D
3 cm

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van deze cirkel?
A
12,5 cm2
B
13 cm2
C
12,56 cm2
D
12,57 cm2

Slide 26 - Quizvraag

Hoe lang is de zijde die bij de hoogtlijn hoort?
A
3
B
6
C
12
D
weet ik niet

Slide 27 - Quizvraag

Hoe lang is de hoogtelijn?
A
6
B
12
C
2
D
3

Slide 28 - Quizvraag

Hoe lang is de hoogtelijn?
A
4
B
3
C
6
D
12

Slide 29 - Quizvraag

Hoe lang is de zijde die bij de hoogtelijn hoort?
A
weet ik niet
B
6
C
4
D
3

Slide 30 - Quizvraag

opp = 

lengte x breedte
opp = 

(zijde x hoogte) : 2
inlijsten
opp = 
π x straal2
opp = 

zijde x hoogte

Slide 31 - Sleepvraag

Huiswerk
Maken:
Voorkennis H8
Opgave 1 t/m 5

Inleveren voor de les morgen in classroom

Slide 32 - Tekstslide