Les 2 Sociale vaardigheden communicatieschema

Terugblik les 1
  1. schriftelijk - mondeling
  2. verbaal - non verbaal
  3. assertiviteit- inlevingsvermogen
  4. luisteren
  5. samenvatten
  6. doorvragen
  7. feedback geven en ontvangen 
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Terugblik les 1
  1. schriftelijk - mondeling
  2. verbaal - non verbaal
  3. assertiviteit- inlevingsvermogen
  4. luisteren
  5. samenvatten
  6. doorvragen
  7. feedback geven en ontvangen 

Slide 1 - Tekstslide

Na het lezen en horen van het communicatieschema, is dat eenzijdige communicatie of tweezijdige communicatie?
A
eenzijdige communicatie
B
tweezijdige communicatie

Slide 2 - Quizvraag

Als je voor de televisie zit, is dit eenzijdige communicatie of tweezijdige communicatie?

A
eenzijdige communicatie
B
tweezijdige communicatie

Slide 3 - Quizvraag

Als je met jouw mentor in gesprek bent, is dit eenzijdige of tweezijdige communicatie?
A
eenzijdige communicatie
B
tweezijdige communicatie

Slide 4 - Quizvraag

 Goedemiddag mevrouw,

Vrijdag is mij te horen gekomen dat we 12 maart (wat diezelfde dag was) boekverslag 8 moesten inleveren. Ik dacht dat we ons boekverslag een week later moesten inleveren (vrijdag 19 maart) nu is mijn vraag of ik het boekverslag vrijdag 19 maart mag inleveren omdat ik het niet meer red om dit weekend mijn boekverslag af te krijgen.
Mijn excuses hiervoor.
Met vriendelijke groet,
 Goedemiddag mevrouw,

Vrijdag is mij te horen gekomen dat we 12 maart (wat diezelfde dag was) verslag 8 moesten inleveren. Ik dacht dat we ons verslag een week later moesten inleveren (vrijdag 19 maart) nu is mijn vraag of ik het verslag vrijdag 19 maart mag inleveren omdat ik het niet meer red om dit weekend mijn verslag af te krijgen.

Mijn excuses hiervoor.

Met vriendelijke groet,

Slide 5 - Tekstslide

Goedemiddag mevrouw,

Vrijdag is mij te horen gekomen dat we 12 maart (wat diezelfde dag was) verslag 8 moesten inleveren. Ik dacht dat we ons verslag een week later moesten inleveren (vrijdag 19 maart) nu is mijn vraag of ik het verslag vrijdag 19 maart mag inleveren omdat ik het niet meer red om dit weekend mijn verslag af te krijgen.
Wat is het zender/boodschap/medium/ontvanger model van dit voorbeeld?

Mijn excuses hiervoor.

Met vriendelijke groet,

Slide 6 - Open vraag

Doel communicatie
Het is belangrijk om goed na te denken over het doel van je communicatie. Is je doel duidelijk, dan is de kans groter dat je boodschap op de juiste manier overkomt.
Doel kan zijn : Overtuigen - informeren- activeren - instrueren

Slide 7 - Tekstslide

1

Slide 8 - Video

5

Slide 9 - Video

 Waarnemen

Slide 10 - Tekstslide

Waarnemen 
1. Objectief (feiten)
2. Subjectief (persoonlijke waarneming)

Slide 11 - Tekstslide

Waarnemen is iets bemerken, horen, signalen, herkennen, observeren, etc.

 
Binnen het communicatieproces praat men over waarnemen van de boodschap van de zender door de ontvanger.

Slide 12 - Tekstslide

Wat zien
jullie hier?

Grote kans dat je bij de 2e afbeelding ook een oude vrouw ziet en de jonge dame
niet. Kijk eens langer. Zie je nu ook de jonge vrouw? (voor degene die het nog
niet ziet; de neus van de oude vrouw is de kin van de jonge vrouw en het
zichtbare oog van de oude vrouw is het oor van de jonge vrouw).
Dat heeft te maken met je referentiekader. Je zag eerst een afbeelding van een
oude vrouw, daarom zie je die bij de 2e afbeelding ook. Je kijkt naar de 2
e
afbeelding met een “geconditioneerde” bril. Als jou echter eerst een afbeelding
van een jonge vrouw was getoond, dan zag je in de 2e afbeelding zeer
waarschijnlijk de jonge vrouw in plaats van de oude.
In de afbeelding zie je dus een jonge EN een oude vrouw.
Twee mensen kunnen dus exact hetzelfde “zien”, het volkomen oneens zijn met
elkaar en toch allebei gelijk hebben. 

Slide 13 - Tekstslide

Voorkomen fouten in beoordeling waarneming


Bewust zijn van feit dat je waarneming subjectief is
Zelfkennis
Mensenkennis

Slide 14 - Tekstslide

Wat hebben we gedaan?
Geoefend met het communicatie schema
Eenzijdige en twee zijdige communicatie
Doel van communicatie
Hoe je communicatie kunt waarnemen

Slide 15 - Tekstslide

Volgende week
Verbaal en Non verbaal
oefeningen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

07:23
Wat is het doel van de communicatie richting Kimberly van Erik en Lucia?
A
Activeren
B
Informeren
C
Overtuigen
D
Instrueren

Slide 18 - Quizvraag

07:43
Op Wat voor soort communicatie reageert Kimberly zo heftig waardoor ze niet mee wilt doen aan de activiteit?

Slide 19 - Open vraag

08:33
Miscommunicatie door:
A
De ontvanger krijgt Onduidelijke boodschap
B
fout in het decoderen van de boodschap
C
De zender geeft een onjuiste code bij de boodschap

Slide 20 - Quizvraag

09:50
Op welke manier communiceren de dames met elkaar
A
Het doel is onduidelijk
B
Ze zenden allebei
C
Ze ontvangen allebei
D
Ze luisteren niet naar elkaar

Slide 21 - Quizvraag

12:11
Wat vind jij van het advies dat Lucia geeft aan de dames over communicatie?

Slide 22 - Open vraag

04:07
Er is sprake geweest van een miscommunicatie en dit wordt nu uitgepraat. Wat zijn de doelen van het gesprek?

Slide 23 - Open vraag

Opdracht Dagactiviteit 15 min
Het doel is dat de client mee gaat naar de dagactiviteit bij jou op de woning. 

Leg uit hoe jij dat aanpakt. Beschrijf (voorbeeld zinnen)  hoe jij de client zou:
  1. Informeren, ( over een dagactiviteit)
  2. overtuigen, ( Waarom de activiteit nut heeft)
  3. motiveren,  ( om mee te doen aan de activiteit)
  4. contact onderhouden, ( Hoe blijf je op de hoogte )
  5. instrueren ( hoe leg je uit wat de client gaat doen tijdens de activiteit)

Slide 24 - Tekstslide

Interpreteren
1. Met wie...
2. Hoe ander reageert..
3. Hoe je zelf reageert...
4. In welke situatie...
5. wat je waarneemt...
6. Hoe je elkaars gedrag uitlegt.

Slide 25 - Tekstslide

Observatie
Bewust en doelgericht waarnemen
Objectief

Slide 26 - Tekstslide

Waarnemen versus interpreteren
Oefening 1: Wat is een waarneming?

Geef aan welke uitspraak uitsluitend een concrete waarneming is, en licht je antwoord toe.

Slide 27 - Tekstslide

  • Theo is een agressieve kerel.
  • Jenny ging maandag een uur met lunchpauze.
  • Herman was onzeker tijdens zijn presentatie.
  • Mijn zoontje vindt die film heel saai.
  • Ans vroeg niet naar mijn mening tijdens de vergadering.

Slide 28 - Tekstslide

Waarnemingsoefening
Oefening: Waarnemen versus interpreteren
Beschrijf één korte situatie die je vandaag hebt meegemaakt.
• Beschrijf deze situatie enkel en alleen vanuit wat je hebt waargenomen (dus wat je hebt gezien, geroken, geproefd, …).
• Probeer elke interpretatie uit je verhaal weg te laten.

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht

 
Neem een eenvoudige conflictsituatie in gedachten die je recent hebt meegemaakt, een meningsverschil, misverstand of een onuitgesproken irritatie.
Verbeeld deze situatie als het ware nog eens in je gedachten.

Slide 30 - Tekstslide

Jouw eigen non-verbale communicatie
Beschrijf zo nauwkeurig mogelijk je eigen non-verbale gedrag en de veranderingen die hier gedurende de situatie in optraden:
  • – Houding:
  • – Gebaren:
  • – Gezichtsexpressie:
  • – Stemgebruik:
  • – Ademhaling:

Slide 31 - Tekstslide

Het effect van jouw non-verbale gedrag

 
Wat was het effect van je non-verbale communicatie op het verloop van het gesprek?

Slide 32 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd wat je nog niet wist

Slide 33 - Woordweb