1.6 referentiematen

1.6 Referentiematen (vergelijkingsmateriaal)

Ken jij de referentiematen al uit je hoofd? 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

1.6 Referentiematen (vergelijkingsmateriaal)

Ken jij de referentiematen al uit je hoofd? 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen van vandaag!
Ik kan schattingen maken met referentiematen
Ik kan rekenen met referentiematen

Slide 2 - Tekstslide

Referentiematen inhoud

Slide 3 - Tekstslide

1.6 referentiematen

Slide 4 - Tekstslide

Een verdieping is ongeveer 3 m hoog. 
Hoe hoog is het gebouw?

Slide 5 - Tekstslide

Naast de referentiematen die in de vorige dia genoemd zijn, kun je ook een maat die jij kent als referentie gebruiken.
Voorbeeld
Hoe lang is jouw woonkamer?
Een grote stap is ongeveer één meter.
Neem grote stappen van de ene naar de andere kant.
Als je zeven stappen hebt genomen, is je woonkamer ongeveer 7 m lang.

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel kilometer heb je ongeveer afgelegd na 1 uur wandelen?
Check de referentiemaat in de theorie. 
Je wandelt ongeveer 4 à 6 km/h. 


Dus na 1 uur wandelen heb je 4 tot 6 kilometer gelopen.

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel kilometer heb je ongeveer afgelegd na 3 uur fietsen?
Je fietst ongeveer 15 à 18 km/h.



Na 3 uur fietsen heb je tussen de 45 en 54 kilometer afgelegd

Slide 8 - Tekstslide

Een suikerklontje weegt ongeveer 4 g. Hoeveel suikerklontjes zitten er ongeveer in een energydrink?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 9 - Quizvraag

Een suikerklontje weegt ongeveer 4 g. Hoeveel suikerklontjes zitten er ongeveer in een banaan?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 10 - Quizvraag

Een suikerklontje weegt ongeveer 4 g. Hoeveel suikerklontjes zitten er ongeveer in een appel?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 11 - Quizvraag




Destiny gaat voor 9 maanden naar Australië.
Hoeveel weken is dat ongeveer?
A
36
B
37
C
38
D
40

Slide 12 - Quizvraag

Maken opgaven in de les:
1.6 

Slide 13 - Tekstslide

Waar hebben we het vandaag over gehad?
REFERENTIEMATEN

  • We weten nu wat er bedoeld wordt met het begrip referentiematen. 
  • We kunnen schattingen maken met behulp van referentiematen. 

Slide 14 - Tekstslide

Ik weet wat referentiematen zijn.
A
Helemaal niet
B
Nog niet helemaal
C
Zeker wel
D
Heel zeker wel

Slide 15 - Quizvraag

Ik kan nu rekenen met referentiematen.
A
Helemaal niet
B
Nog niet helemaal
C
Zeker wel
D
Heel zeker wel

Slide 16 - Quizvraag

Ik moet nog wat meer oefenen.
A
Helemaal niet
B
Niet
C
Zeker nog wel
D
Zeker weten wel

Slide 17 - Quizvraag

Ik heb de volgende keer meer uitleg nodig om rekenen met referentiematen te begrijpen.
A
Helemaal niet
B
Niet
C
Nog wel een beetje
D
Zeker weten wel

Slide 18 - Quizvraag