KTH1F Woche 20 1. S d

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

KWT Klas 1

heute

Dienstag 

den 12. Mai 2020

Indy, Nikky, Maiky, Jort, Alexander, Camiel en Jeffrey!

Willkommen in dieser Stunde.

 

Na dit uur weet je of je: 

1 of je de regelmatige ww N/S/T  kent en kunt toepassen

2 of je haben/sein /werden/dürfen/können/mögen kent

Een korte test

met persoonlijke voornaamwoorden

denk ook om de hoofdletters!

Woher kommst (jij)?

(Hij) hat drei Geschwister!

(Zij (ev)) hat den Streit (=ruzie) angefangen!

Habt (jullie) das neue Auto gekauft?

(Ik) komme morgen auch zur Fete!

Wat zijn de uitgangen van de
regelmatige zwakke werkwoorden
waarbij de stam eindigt op een d/t?

Er volgt weer een invuloefening

Vul steeds de juiste vorm van het werkwoord in

en

denk ook aan je hoofdletters!

(wohnen) ...............ihr in Zwolle?

(arbeiten) Du ...... bei der Feuerwehr?

(verkaufen) Sie ........ keine neue Autos?

(melden) Wann ............ er das an deine Klassenlehrerin?

(schwimmen) Wie oft .......... ihr in der Ijssel?

(knoten) Sie (ev) ..... einen sehr schönen Teppich.

(kreisen) Die Raben ........ über den Kadaver!

(rasten) Meine Mutter ...... total aus wenn sie sieht das ich ihr Auto zu Schrott gefahren habe!

Nu nog eens de ww

maar ken je de woorden nog 

en 

ken je de juiste vorm 

haben/sein/werden

(wordt) Wer .... eurer neuer Englischlehrer?

(zou ik) So etwas ...... nicht wagen.

(had jij) Leider .... ..... dafür keine Zeit.

(Heeft zij) ..... schon eher an dies Möglichkeit gedacht?

(Het zal) .... keine Kleinigkeit für euch sein.

(Bent u) .... schon verheiratet?

(Ik ben) ....... wirklich sehr froh darüber!

(rasten) Meine Mutter ...... total aus wenn sie sieht das ich ihr Auto zu Schrott gefahren habe!

Wanneer moet je een hoofdletter gebruiken in het Duits?

Hoofdletters

Je gebruikt in het Duits hoofdletters:

- aan het begin van een zin

- bij ALLE namen (landen/personen/dagen/maanden e.d)

- na een ":"

- als het woord een zelfstandig naamwoord is 

(woorden waar de/het/een voor gezet kan worden)

Er volgt weer een invuloefening

Schrijf alle woorden die met hoofdletter geschreven hadden moeten worden achter elkaar met 1 statie ertussen op. 

leeuwarden ist die größte stadt von friesland.

hast du haustiere und wenn ja, wie viel haustiere hat deine familie?

am montag den 6. juli haben wir ferien.

meine familie umfasst eine mutter, ein vater, zwei brüder und drei schwestern.

Had je nog fouten in het hoofdletter gebruik?

1. ja
2. nee

Fouten in het hoofdlettergebruik?

Dan lees je blz. 36 nog eens goed door en maak je opgave 10 van blz. 37

en 

https://www.colanguage.com/nl/hoofdletters-de-duitse-grammatica#exercise-1

hier scrol je naar beneden.

huiswerk voor de volgende keer

Kijk naar de indeling van zelfstandige naamwoorden

mannelijk, vrouwelijk, onzijdig en meervoud.

Wat vind je van deze LessonUp?

Doel 1 behaald: Je beheerst het hoofletter gebruik.

Doel 2 behaald: Je beheerst de regelmatige werkwoordsvormen.

Dank voor je aandacht en graag tot volgende week!

Blijf de woordjes en zinnen bijhouden met leren. 

De link van deze les blijft beschikbaar in de klas bij LessonUp. 

Dan kan je het nog eens terugkijken. 

Voor het begin van de volgende les moet je antwoord kunnen geven op de laatste vraag.

Heel veel succes met alles en blijf vooral gezond!