Clase 8: Pronombres/Ser/Estar

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1-3

Repaso (=herhaling)

VERBO SER

yo soy

tú eres

él/ella/usted es

nosotr@s somos

vosotr@s sois

ellos/ellas/ustedes son

Wat is de juiste vervoeging van
vosotros (ser)

1. eres
2. somos
3. soy
4. sois

Welke vertaling hoort bij welk persoonlijk voornaamwoord?

nosotros

yo

él, ella, ud.

tú

vosotros

ellos, ellas, uds.

jullie

ik

wij

jij

zij/u mv

hij/zij/u

hoe vertaal je 'zij' in het Spaans als het gaat om een groep vrouwen?

1. ellos
2. ellas
3. vosotros
4. vosotras

1. onregelmatige werkwoord ESTAR

Bekijk het filmpje op de volgende slide en maak aantekeningen

(yo) estoy

(tú) estás

(el, ella, usted) está

(nosotros/as) estamos

(vosotros/as) estáis

(ellos, ellas) están

ik ben

jij bent

hij, zij is / u bent

wij zijn

jullie zijn

zij zijn

Estar

Zijn

(zich bevinden)

ser en estar

Zowel ser als estar betekenen 'zijn'. Maar estar betekent ook 'zich bevinden'. Je gebruikt estar dus bij plaatsbepalingen. Bijvoorbeeld: 

Ik ben hier - Estoy aquí 

welke is fout?

1. estas
2. estoy
3. estás
4. están

welke is goed?

1. estan
2. estáis
3. estais
4. estaís

hoe zeg je " Spanje ligt in Europa" ?

1. España está en Europa
2. España esta en Europa
3. España son en Europa
4. España es en Europa

Deberes = Huiswerk 

One Note Clase 8 alle oefeningen

Coco of Encanto

1. Coco
2. Encanto

 -

 

TIMER 30 seconds