VH1 week 23

Cours de français - semaine 23
(Bij binnenkomst en weggaan: groet even in de chat> Fa)
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Cours de français - semaine 23
(Bij binnenkomst en weggaan: groet even in de chat> Fa)

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui
Doelen:
- Je laat zien dat je het er-ww nu kunt vervoegen in de passé composé (in een formatief toetsje op it's learning)
-Ken je voca B?
-Je krijgt uitleg over grammaire C
-Je stelt je vragen over afgelopen week en komende week

Slide 2 - Tekstslide

Vous avez des questions??

Slide 3 - Tekstslide

er- werkwoord

Slide 4 - Tekstslide

L'adjectif (uitleg grammaire C)

Het bijvoeglijk naamwoord
(zegt iets over het zelfstandig naamwoord)

Een rode trui.
Een mooie auto. 

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling (vorm van het bijv nw)
- het bijv.nw krijgt een extra –e bij --> een vrouwelijk woord 
- het bijv. nw krijgt een extra –s --> bij het  mannelijk meervoud
- het bijv. nw krijgt een extra -es--> bij het vrouwelijk meervoud

- voorbeelden:
Il est grand - ils sont grands
Elle est grande - Elles sont grandes

Slide 6 - Tekstslide

De plaats van l'adjectif
- In het Nederlands: altijd voor het zelfstandig naamwoord ( b.v een groen huis ).

- In het Frans is de regel: achter het zelfstandig naamwoord,
  b.v.   une maison verte.
Maar ……

Slide 7 - Tekstslide

Uitzonderingen op de regel
- Soms staat het bijvoeglijk naamwoord voor het zelfstandig naamwoord: (uit het hoofd leren!!)

Beau, bon, joli
Haut, long, petit     
Jeune, nouveau, grand
Vieux, mauvais, gros

Slide 8 - Tekstslide

Betekenis van deze woorden
Beau = mooi,
bon = goed, lekker
Haut = hoog,
 grand = groot
Joli = leuk, knap
jeune = jong
Long = lang,
nouveau = nieuw
Vieux = oud,
mauvais = slecht
Gros = dik,
 petit = klein

Slide 9 - Tekstslide

Dus....
 un garçon intelligent

Maar;

Un petit garçon

Slide 10 - Tekstslide

Onregelmatige vrouwelijke vormen

    man 
 beau
 long 
 nouveau 
 vieux 
 gros 
 bon
.

Vrouw 
 belle
 longue
nouvelle
vieille
 grosse
bonne

Slide 11 - Tekstslide

Zet het adjectif op de juiste plek
- een mooi huis. =  une .... maison .....
- de grote huizen. = les .... maisons .....
- een groen huis. = une ..... maison .....

Slide 12 - Tekstslide

Zet het adjectif op de juiste plek
- een mooi huis. =  une belle maison
- de grote huizen. = les grandes maisons 
- een groen huis. = une maison verte

Slide 13 - Tekstslide

0

Slide 14 - Video

In het Nederlands staan de bijvoeglijk naamwoorden altijd voor het zelfstandig naamwoord
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

In het Frans staan de bijvoeglijk naamwoorden altijd achter het zelfstandig naamwoord
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Vertaal: een nieuwe film
A
un nouvelle film
B
un film nouvelle
C
un film nouveau
D
un nouveau film

Slide 17 - Quizvraag

Vertaal: de mooie meisjes
A
les filles belles
B
les filles belle
C
les belles filles
D
les belle filles

Slide 18 - Quizvraag

Vertaal:
De grote jongen

Slide 19 - Open vraag

Vertaal:
De hoge Eiffeltoren
A
La tour Eiffel haute
B
La haute tour Eiffel
C
La haut tour Eiffel
D
La tour Eiffel haut

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent het woord:" adjectif " in het Nederlands?

A
Bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
bijwoord

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de uitgang van het bijvoeglijk naamwoord,
mannelijk enkelvoud
A
e
B
s
C
-
D
es

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de uitgang van het bijvoeglijk naamwoord,
mannelijk meervoud
A
s
B
niks
C
e
D
es

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de uitgang van het bijvoeglijk naamwoord,
vrouwelijk meervoud
A
s
B
se
C
x
D
es

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de uitgang van het bijvoeglijk naamwoord,
vrouwelijk enkelvoud
A
s
B
e
C
es
D
niks

Slide 25 - Quizvraag

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord:
algemene regel
A
achter het zelfstandig nw of achter de pv
B
achter het zelfstandig nw of voor de pv

Slide 26 - Quizvraag

Vormen van het bijv. naamwoord. Wat hoort bij elkaar?
grand
grands
grande
grandes
mannelijke vorm

vrouwelijke vorm
mannelijk meervoud
vrouwelijk meervoud

Slide 27 - Sleepvraag

Choisis la bonne réponse?
une robe
A
une robe rougee
B
une rouge robe
C
une robe rouges
D
une robe rouge

Slide 28 - Quizvraag

Choisis la bonne réponse?
les bottes (vmv)
A
les bottes bleues
B
les bottes bleus
C
les bleues robes
D
les robes bleue

Slide 29 - Quizvraag

Choisis la bonne réponse?

Madame Martin est
A
français
B
françaises
C
française

Slide 30 - Quizvraag

Choisis la bonne réponse !
Les filles sont
A
sérieux
B
sérieuses
C
sérieuxes
D
sérieuxes

Slide 31 - Quizvraag


Weekplanning
Chapitre 7 leren grammaire C en phrases-clé D
Chapitre 7 online maken: Exercices 13 t/m 18
Herhalen werkwoorden:
aller


Slide 32 - Tekstslide

Bonne journée

Slide 33 - Tekstslide