In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Gladiatoren
Brood en spelen
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je over de Romeinse gladiatoren?
Slide 2 - Woordweb
Brood en spelen: Gladiatoren
Veel gladiatoren zijn/waren slaven.
Een goede gladiator (de naam komt van gladius, het korte zwaard) is daarom duur.
Gevechten op leven en dood komen voor, maar niet zo vaak. Een gladiator is namelijk duur, en ook zijn training heeft heel wat gekost. Het zou dus zonde zijn om hem meteen te laten sterven.
Gladiatoren worden opgeleid door een lanista in een gladiatorenschool.
Slide 3 - Tekstslide
Ze trainden hiervoor op gladiatorenscholen.
Slide 4 - Tekstslide
'Morituri te salutant': Een typisch gezegde van gladiatoren...
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Morituri te salutant
Een fabeltje uit de filmwereld
Gladiatoren niet zo maar doden want...
er is in hem geïnvesteerd met voeding, training en verzorging.
gladiatoren zijn razend populair!
Slide 6 - Tekstslide
Weetje
Romeinse vrouwen kochten zelfs parfums die het zweet van de gladiatoren bevatten...
Heerlijk!
Slide 7 - Tekstslide
Duim omhoog/omlaag?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Duim?!
Gedeeltelijk een fabeltje uit de filmwereld
Het volk mocht een teken doen met de duim, maar dat was niet omhoog/omlaag.
De keizer besloot uiteindelijk toch over leven/dood. Dat kon de keizer populair maken én toonde zijn macht.
Slide 9 - Tekstslide
Gladiatorengevechten!
Slide 10 - Tekstslide
Waarom?
'Brood en spelen', ' Panem et Circenses' van de keizer
Populariteit -> Hoe meer spelen, hoe geliefder bij het volk
-> Sociale contacten onderhouden
Macht -> Beslist over leven/dood
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Waar of niet waar? De gladiatoren waren vaak slaven.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Waar hielden de Romeinen hun gladiatorengevechten?
A
Colosseum
B
Circus Maximus
C
Forum Romanum
D
Thermen
Slide 14 - Quizvraag
Het Colosseum
Slide 15 - Tekstslide
Het bekendste amfitheater: Colosseum
Oorspronkelijk de naam Amphitheatrum Flavium, genoemd naar de familie van keizer Vespasianus en Titus.
Colosseum komt van de colossus (een reusachtig beeld van keizer Nerp)
Vespasianus begon met de bouw, Titus maakte het af. Bij de opening (na 10 jaar bouwen!) organiseerde hij 100 dagen feest.
Slide 16 - Tekstslide
Amfitheater?!
ἀμφι = rondom
θεατρον = theater
=> 2 theaters tegen elkaar
rond een arena (zandvlakte) trappen als zitplaatsen
Slide 17 - Tekstslide
Net als bij een modern stadion was (een deel van) de tribune overdekt met zonneschermen (velum). Soms waren er de hele dag spelen, en dan moet je wel bescherming kunnen zoeken tegen de zon.
Er konden ongeveer 50.000 toeschouwers plaatsnemen in het Colosseum. Ze konden binnengaan via 1 van de 75 ingangen! Die ingangen waren ook genummerd.
Vlakbij het Colosseum lagen vier gladiatorenscholen. Eén van deze scholen stond met een ondergrondse gang in verbinding met het Colosseum.
Naast gladiatorengevechten waren er soms ook zeeslagen. De arena werd dan gevuld met miljoenen liters water, en schaalmodellen van de schepen speelden de zeeslag dan na. Later werd een planken vloer gelegd, bedekt met zand.
De loge van de Keizers
In de catacomben onder de arena-vloer wachtten de gladiatoren en de wilde dieren tot ze mochten vechten.
De plaatsen waren niet genummerd, maar er was wel een zekere rangorde. Hoe meer geld je bezat, hoe dichter bij de arena je zat. Vrouwen zaten helemaal bovenaan.