Oefentoets over zorgvragers met dementie

• VVT
• MBO
• Studiejaar 3

Oefentoets over zorgvragers met dementie

 

(VVT 1, module 3, hoofdstuk 9)

Welke problemen treden vaak als eerste op bij vasculaire dementie?

1. Geheugenstoornissen
2. Afasie
3. Milde cognitieve achteruitgang
4. Woordvindproblemen of veranderingen in de stemming

Wat is agnosie?

1. Emoties niet kunnen herkennen
2. Het onvermogen objecten te herkennen
3. Het onvermogen nieuwe informatie op te slaan
4. Verminderd vermogen motorische handelingen uit te voeren

Welke rol vervult de hippocampus?

1. Zorgt voor opnemen en doorgeven van nieuwe informatie
2. Het kunnen herkennen van objecten
3. Regelt het vermogen om taal te kunnen begrijpen
4. Regelt de opname van zuurstof en energie

De hersenen blijken zich aan te kunnen passen aan beschadigingen van de hersenen. Hoe noem je dit verschijnsel?

1. Plaques
2. Mild cognitive impairment
3. Cognitief vermogen
4. Neuroplasticiteit

Hoe noem je het verschijnsel als iemand steeds dezelfde vragen of opmerkingen herhaalt of steeds hetzelfde verhaal vertelt?

1. Decorumverlies
2. Persevereren
3. Confabuleren
4. Desoriëntatie

Wat is confabuleren?

Wat is decorumverlies?

Welke ziekten/problemen kunnen bij een oudere zorgvrager verschijnselen geven die op dementie lijken?

1. Diabetes type 2 of een slecht werkende alvleesklier
2. Depressie of een slechte voedingstoestand
3. Urineweginfectie of slecht functionerende blaas
4. Problemen aan het maag-darmstelsel

Wanneer wordt een MRI-scan gemaakt om deze vorm van dementie vast te stellen?

1. Lewy-body-dementie
2. Ziekte van Creutzfeldt-Jakob
3. Vasculaire dementie
4. Ziekte van Alzheimer

Met een ruggenprik wordt liquor (hersenvocht) afgenomen. Over de aanwezigheid van welke ziekte kan dit informatie opleveren?

1. Lewy-body-dementie
2. Ziekte van Creutzfeldt-Jakob
3. Vasculaire dementie
4. Ziekte van Alzheimer

Een middel dat de overdracht van signalen in de hersenen bevordert en daardoor het geheugen verbetert is

1. Acetylsalicylzuur
2. Galantamine
3. Neurotransmitters
4. Memantine

Gedragsontregeling bij mensen met dementie vraagt allereerst om inzicht in de oorzaak van het gedrag. Wat is daarbij het uitgangspunt?

1. Verstoorde balans tussen de neurotransmitters (boodschapperstoffen) herstellen
2. Een multidisciplinaire benadering waarbij een stappenplan gevolgd wordt
3. Overdracht van signalen in de hersenen bevorderen en daardoor het geheugen verbeteren
4. Bloedverdunnende middelen voorschrijven waarbij de bloeddoorstroming naar de hersenen wordt bevorderd

Waarom worden antipsychotica ook wel de ‘chemische dwangbuis’ genoemd?

1. De oorzaak (bijvoorbeeld pijn) wordt niet aangepakt
2. Omdat er een verhoogd gevaar op vallen ontstaat
3. Omdat er vaak bijwerkingen optreden

Onder welke stoornissen vallen gedragsveranderingen, karakterveranderingen en psychiatrische verschijnselen?

1. Verhoogde prikkelbaarheid
2. Verbale en fysieke agressie
3. Wanen en visuele hallucinaties
4. Niet-cognitieve stoornissen

Onder vasculaire dementie vallen meerdere aandoeningen

1. Juist
2. Onjuist

Geheugenstoornissen treden eerder op dan cognitieve stoornissen

1. Juist
2. Onjuist

De ziekte van Korsakov wordt veroorzaakt door chronisch alcoholmisbruik. Welk vitaminetekort speelt hier een rol?

1. Vitamine D
2. Vitamine B1
3. Vitamine K
4. Vitamine B12

Opdracht 

1. Bekijk welke vragen je onjuist hebt beantwoord. 

2. Bestudeer de theorie over deze vragen.

3. Werk verder aan het bestuderen van de theorie en het maken van de verwerkingsopdrachten van VVT1, module 3 en VVT 2, module 1.