Les 9A - Woordenschat

ZRGVEPL419AK
1 / 58
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 58 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

ZRGVEPL419AK

Slide 1 - Tekstslide

Boekpitch
Maandag 16 december

Slide 2 - Tekstslide

Tips:
  • Maak het niet te lang
  • Zorg ervoor dat je luid en duidelijk spreekt
  • Gebruik de informatie die je hebt opgezocht
  •  Zorg voor een origineel en creatieve boekpitch

Slide 3 - Tekstslide

Stap 1: het leesboek

Voordat je begint, 
moet je het verhaal gelezen hebben.

Slide 4 - Tekstslide

Stap 2: informatie verzamelen
Je gaat dus op zoek naar achtergrondinformatie.

- informatie over de schrijver (wat heeft die nog meer geschreven, je kijkt op de site van de uitgever, misschien heeft de schrijver wel een eigen site)

Slide 5 - Tekstslide

Stap 2: informatie verzamelen
-  informatie over het verhaal ( is het een deel van een reeks, wat voor genre, hoeveel bladzijden, etc.)

- je bedenkt ook wat je wilt vertellen over het verhaal zelf.

Slide 6 - Tekstslide

Stap 3: de boekpitch
Je maakt in 60 - 90 seconden 
duidelijk waarom dit boek door iedereen moet worden gelezen. 

Je moet ervoor zorgen dat na die minuut je publiek de volgende dingen zeker weet:


Slide 7 - Tekstslide

Stap 3: de boekpitch
1. je naam
2. titel en schrijver van het boek
3. het onderwerp/thema van het boek
4. wat dit boek zo bijzonder maakt (volgens jou!)

Slide 8 - Tekstslide

Stap 4 : Spreekplan
Zie voorbeeld

Slide 9 - Tekstslide

Stap 5: Feedbackformulier
Zie voorbeeld

Slide 10 - Tekstslide

Stap 6 : uitvoering

- Voor je klasgenoten
- Op maandag 16 december


Slide 11 - Tekstslide

3F Beeldspraak 2 - Creatief met taal
Lezen: alle theorieblokken

Maken:
Opdracht 5 Beeldspraak in songtekst - vraag 6,7,8
Opdracht 7 Verkeerd gebruikt - vraag 13
Opdracht 8 Verhaspeling - vraag 14,15,16,17
Opdracht 9 Straattaal - vraag 18,19,20,21






Slide 12 - Tekstslide

3F Beeldspraak 1 - Woordenschat
Lezen: alle theorieblokken


Maken:
Opdracht 5 Wat betekent dit? - vraag 4,5
Opdracht 6 Gatentekst - vraag 6
Opdracht 9 Synoniemen - vraag 11,12

Slide 13 - Tekstslide

Woordenschat
De zin van het kennen van woorden
Betekenis afleiden uit de tekst

Slide 14 - Tekstslide

Doel van deze les
  • Je weet waarom het belangrijk is om veel woorden te kennen.
  • Je kunt de betekenis van moeilijke woorden afleiden uit de tekst.

Slide 15 - Tekstslide

Dekkingsgraad 

Slide 16 - Tekstslide

Hoeveel procent van de woorden in een tekst moet je kennen om de tekst te kunnen begrijpen, denk je? (Dekkingsgraad.)

Slide 17 - Open vraag

Dekkingsgraad van 60%
We moeten - , zei een - uit Singapore tegen - . We hebben geen - meer. Singapore is maar - - - met een - - -. We - met - - dat we niet - kunnen.
- - ik - een - met een - aan - -, het - er -. Voor de - mensen is dit nog - de - - van - , maar dat is een niet meer te - - geworden.

Slide 18 - Tekstslide

Dekkingsgraad 70%
We moeten - , zei een - uit Singapore tegen - .
 We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein - met een sterk - -. We - met - - dat we niet anders kunnen.
- - ik - een huis met een - aan beide -, het - er -.  Voor de - mensen is dit nog - de - - van - , maar dat is een niet meer te - - geworden. 

Slide 19 - Tekstslide

Dekkingsgraad 80%
We moeten -, zei een - uit Singapore tegen me. We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein - met een sterk groeiende bevolking . We - met zo’n - dat we niet anders kunnen. - - ik - een huis met een - aan beide - , het liefst er -. Voor de meeste mensen is dit nog steeds de - wijze van wonen, maar dat is een niet meer te - - geworden.

Slide 20 - Tekstslide

Dekkingsgraad 90%
We moeten omhoog, zei een - uit Singapore tegen me. We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein eiland met een sterk groeiende bevolking. We - met zo’n ruimtegebrek dat we niet anders kunnen. - - ik iedereen een huis met een tuin aan beide zijden, het liefst er -. Voor de - mensen is dit nog steeds de ideale manier van wonen, maar dat is een niet meer te - - geworden.

Slide 21 - Tekstslide

Dekkingsgraad 100%
We moeten omhoog, zei een architect uit Singapore tegen me. We hebben geen ruimte meer. Singapore is maar een klein eiland met een sterk groeiende bevolking . We kampen met zo’n ruimtegebrek dat we niet anders kunnen. Natuurlijk gun ik iedereen een huis met een tuin aan beide zijden, het liefst ervoor. Voor de meeste mensen is dit nog steeds de ideale manier van wonen, maar dat is een niet meer te realiseren droom geworden.

Slide 22 - Tekstslide

Kennis van woorden bij het begrijpen van een tekst

  • 60% bekend: tekst onbegrijpelijk
  • 70% bekend: nauwelijks begrip
  • 80% bekend: begin van begrip
  • 85% bekend: globaal begrip
  • 90/95% bekend: redelijk goed begrip

Slide 23 - Tekstslide

Woordenschat

Slide 24 - Tekstslide

Op welke manieren kun je de betekenis van een woord uit de tekst herleiden?

Slide 25 - Tekstslide

QUIZ

Slide 26 - Tekstslide


Arend heeft de … om later een groot gitarist te worden.


A
ironie
B
rectificatie
C
factor
D
potentie

Slide 27 - Quizvraag

Deze krachtige lijm bestaat uit twee …


A
metaforen
B
componenten
C
suggesties
D
observaties

Slide 28 - Quizvraag

Deze bescheiden werknemer … geen hoge functie.


A
tart
B
anticipeert
C
brainstormt
D
ambieert

Slide 29 - Quizvraag

Een bekend voorbeeld van een … is: ‘het papier is geduldig.'


A
hiaat
B
mythologie
C
personificatie
D
faculteit

Slide 30 - Quizvraag

Het … inkomen is in Nederland veel hoger dan in Thailand.


A
modale
B
hypocriete
C
conservatieve
D
homogene

Slide 31 - Quizvraag

Als je iets wil weten over die voormalige president dan moet je zijn … lezen.


A
biografie
B
clausule
C
delegatie
D
karikatuur

Slide 32 - Quizvraag

De krant … het artikel van de vorige dag, omdat er een grove fout in stond.


A
relativeerde
B
declareerde
C
rectificeerde
D
participeerde

Slide 33 - Quizvraag

De enorme bokser … zijn tegenstander met zijn rollende spierballen.


A
ambieerde
B
bagatelliseerde
C
imponeerde
D
imiteerde

Slide 34 - Quizvraag

Een bekende … is een Nederlander die zegt dat alle Nederlanders liegen.


A
metafoor
B
paradox
C
mythologie
D
pretentie

Slide 35 - Quizvraag

Jorik … het noodloot door op de richel van het dak van een wolkenkrabber te skaten.

A
fixeerde
B
tartte
C
boycotte
D
ambieerde

Slide 36 - Quizvraag

Nadat het oude pand … was, zag het er weer prachtig uit.


A
behartigd
B
uitbesteed
C
gerestitueerd
D
gerenoveerd

Slide 37 - Quizvraag

‘Een stijve hark’ is … voor iemand die niet sportief of ritmisch is.


A
clientèle
B
clausule
C
beeldspraak
D
factuur

Slide 38 - Quizvraag

Het verlegen, stille kind werd later tot ieders verbazing een heel … persoon.


A
eenduidige
B
ludiek
C
extravert
D
bonafide

Slide 39 - Quizvraag

Ten aanzien van mensen uit Oost-Europa waren de dorpsbewoners … .


A
bevooroordeeld
B
conservatief
C
cruciaal
D
unaniem

Slide 40 - Quizvraag

Het … om deze discotheek binnen te komen, is dat je minimaal 18 jaar oud bent.


A
recitificatie
B
cliché
C
criterium
D
diagnose

Slide 41 - Quizvraag

Door … wist het bedrijf zijn winst te vergroten.


A
fluctuatie
B
expansie
C
filosofie
D
impasse

Slide 42 - Quizvraag

Met de introductie van ons nieuwe model op de beurs hopen we veel … klanten te bereiken.


A
potentiële
B
deprimerende
C
cruciale
D
constructieve

Slide 43 - Quizvraag

De inhoud van deze krant wordt streng door de overheid … .


A
uitbesteed
B
getrotseerd
C
gedifferentieerd
D
gecensureerd

Slide 44 - Quizvraag

Mijn slechthorende opa kan je alleen verstaan als je langzaam praat en goed … .


A
tart
B
articuleert
C
trotseert
D
differentieert

Slide 45 - Quizvraag

Van die vernietigende documenten zijn gelukkig wel … bewaard gebleven.


A
clausules
B
filosofieën
C
rectificaties
D
duplicaten

Slide 46 - Quizvraag

Huiswerk
Zorg dat deze onderdelen klaar zijn:
- Beeldspraak
- Woordenschat
Welke opdrachten je moet doen, staan in de methode.

Slide 47 - Tekstslide

Beeldspraak 3F
Kies bij de betekenis het juiste spreekwoord/de juiste uitdrukking.

Slide 48 - Tekstslide

Ongenuanceerd

A
Je nek uitsteken.
B
Ergens in verzeild raken.
C
Het topje van de ijsberg.
D
Kort door de bocht.

Slide 49 - Quizvraag

Een nutteloze handeling verrichten


A
Het topje van de ijsberg.
B
De wind van voren krijgen.
C
Water naar de zee dragen.
D
Schoenmaker, blijf bij je leest.

Slide 50 - Quizvraag

Vervelend behandeld worden, nadat je zelf anderen vervelend hebt behandeld.





A
Het onderspit delven.
B
Lachen als een boer met kiespijn.
C
Een koekje van eigen deeg krijgen.
D
Je mag een gegeven paard niet in de bek kijken.

Slide 51 - Quizvraag

Verliezen





A
Hoog van de toren blazen.
B
Het onderspit delven.
C
Hoogmoed komt voor de val.
D
Met de handen in het haar zitten.

Slide 52 - Quizvraag

Diegenen met het minst verstand ervan hebben vaak het hoogste woord.

A
Holle vaten klinken het hardst.
B
Er schuilt een addertje onder het gras.
C
De wind van voren krijgen.
D
Iets aan je laars lappen.

Slide 53 - Quizvraag

Iets doen wat buiten zijn bevoegheid gaat.




A
Dat is lood om oud ijzer.
B
Buiten zijn boekje gaan.
C
De stoute schoenen aantrekken.
D
De lachende derde zijn.

Slide 54 - Quizvraag

Je ergens niets van aantrekken.





A
Iets aan je laars lappen.
B
De wind van voren krijgen.
C
Je in de kaart laten kijken.
D
Je kaarten op tafel leggen.

Slide 55 - Quizvraag

Je bedoelingen tonen.





A
Je mag een gegeven paard niet in de bek kijken.
B
Je in de kaart laten kijken.
C
Je kaarten op tafel leggen.
D
Je moet het ijzer smeden als het heet is.

Slide 56 - Quizvraag

Iemand die in zijn doen en laten op één van zijn ouders lijkt.





A
Een goede buur is beter dan een verre vriend.
B
Men moet geen slapende honden wakker maken.
C
Hoogmoed komt voor de val.
D
De appel valt niet ver van de boom.

Slide 57 - Quizvraag

Aan iets moeilijks durven beginnen.





A
De stoute schoenen aantrekken.
B
Een koekje van eigen deeg krijgen.
C
Iets uit je mouw schudden.
D
Schoenmaker, blijf bij je leest.

Slide 58 - Quizvraag