2H ademhaling basisstof 3 en 4 bvj max

LES 4
timer
1:00
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

LES 4
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Woordweb

De beginstoffen van verbranding zijn brandstof en zuurstof

A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Bij de verbranding van kaarsvet komt koolstofdioxide vrij.

A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Leerdoelen thema 1 BS 3
Je moet de delen van het ademhalingsstelsel kunnen noemen met hun kenmerken en functies.
Je moet kunnen beschrijven hoe een inademing en hoe een uitademing tot stand komen.

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Welke stof uit de lucht hebben we nodig?
A
koolstofdioxide
B
koolstofmonooxide
C
stikstof
D
zuurstof

Slide 7 - Quizvraag

Welke organen in ons lichaam halen de zuurstof uit de lucht?
A
hart
B
nieren
C
longen
D
darmen

Slide 8 - Quizvraag

longblaasjes
longen
brochien
brochiolen
luchtpijp

Slide 9 - Sleepvraag

0

Slide 10 - Video

Ademhalen - Slikken - Verslikken

Slide 11 - Tekstslide

Welk orgaan voorkomt dat je je verslikt?
A
de huig
B
het strottenhoofd
C
het strottenklepje
D
de tong

Slide 12 - Quizvraag

gaswisseling
zuurstof (O2) komt via de luchtpijp-bronchien in de longblaasjes. dit is omringt door bloedvaten. de zuurstof gaat het bloed in. 

in het lichaam wordt de zuurstof gebruikt voor verbranding. bij verbranding komt koolstofdioxde vrij. Dit wordt via het bloed naar de longblaasjes gebracht en weer gegeven aan de luchtpijp-bronchien.

we wisselen koolstofdioxide voor zuurstof.

Slide 13 - Tekstslide

Gaswisseling

Slide 14 - Tekstslide

In welke volgorde stroomt de lucht door deze delen naar buiten als je uitademt?
A
Bronchiën − keelholte − luchtpijp.
B
Bronchiën − luchtpijp − keelholte.
C
Luchtpijp − bronchiën − keelholte
D
Luchtpijp − keelholte − bronchiën.

Slide 15 - Quizvraag

Er vindt snel gaswisseling plaats in de longblaasjes omdat...
A
de wand een cel laag dik is.
B
alle longblaasjes bij elkaar uit een groot oppervlak bestaat.
C
de haarvaten direct om de longblaasjes zitten.
D
A-B-C

Slide 16 - Quizvraag

Waarin zit meer stikstof, in ingeademde of uitgeademde lucht?
A
ingeademde lucht
B
uitgeademde lucht
C
beiden evenveel

Slide 17 - Quizvraag

Verschillende samenstelling van lucht
Ingeademde lucht:
- Stikstof                76%
- Zuurstof               20%
- Edelgassen            1%
- CO2                   0,04%
Uitgeademde lucht:
- Stikstof                    76%
- Zuurstof                  16%
- Edelgassen               1%
- CO2                             4%

Slide 18 - Tekstslide

Welke lucht is het warmst?
A
ingeademde lucht
B
uitgeademde lucht

Slide 19 - Quizvraag

Ademen via NEUS of via de MOND?
IN DE NEUS:

Lucht wordt vochtig gemaakt

Lucht wordt verwarmd

Lucht wordt gezuiverd

Lucht wordt gekeurd

Slide 20 - Tekstslide

Ademhalen
basisstof 4, leerdoelen:
- Je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht.
- Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen.

Slide 21 - Tekstslide

Ademhaling
BORST-ademhaling:

Inademen:
- borst en ribben omhoog
- borstholte wordt groter 
- longen worden groter
- lucht stroomt naar binnen

Uitademen:
- borst en ribben omlaag
- borstholte wordt kleiner
- longen worden kleiner
- lucht stroomt naar buiten
BUIK-ademhaling:

Inademen:
- middenrif omlaag
- borstholte wordt groter 
- longen worden groter
- lucht stroomt naar binnen

Uitademen:
- middenrif omhoog
- borstholte wordt kleiner
- longen worden kleiner
- lucht stroomt naar buiten

Slide 22 - Tekstslide

Typen ademhalen
Borstademhaling (ribademhaling): 
Je ribben bewegen omhoog en omlaag.

Buikademhaling (middenrifademhaling):
Je middenrif beweegt omhoog en omlaag.

Slide 23 - Tekstslide

Buikademhaling

Slide 24 - Tekstslide

Longventilatie

In de Longblaasjes vindt gaswisseling plaats 
Rest van de luchtwegen = de "dode ruimte"


Ingeademde lucht: 20% zuurstof
Uitgeademde lucht: 16% zuurstof
De lucht in de longblaasjes bevat 
ongeveer 13% zuurstof

Hoe kan dit verklaard worden?
Longblaasjes
O2 13%
In -->
O2 20%
Uit <--
O2 16%

Slide 25 - Tekstslide

Gaswisseling

Slide 26 - Tekstslide

Door welk proces verplaatst zuurstof van de longblaasjes naar de haarvaten (bloedvaten) rondom de longblaasjes
A
diffusie
B
osmose

Slide 27 - Quizvraag

Als je inademt spant je middenrif aan dit noemen we...
A
borstademhaling
B
buikademhaling
C
hyperventilatie

Slide 28 - Quizvraag

0

Slide 29 - Video

Waarom blijft je longvlies aan je borstvlies "plakken"?
A
tussen de twee vliezen zit een laagje lucht
B
tussen de twee vliezen zit een laagje vocht
C
tussen de twee vliezen zit een laagje CO2
D
tussen de twee vliezen zit een laagje O2

Slide 30 - Quizvraag

0

Slide 31 - Video