7.3 Verlichtingsdenken en abolitionisme



Geschiedenis
Introductie
7.3 Verlichtingsdenken en abolitionisme 
Geschiedenis
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



Geschiedenis
Introductie
7.3 Verlichtingsdenken en abolitionisme 
Geschiedenis

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je:

Een beeld vormen van een plantagekolonie.

Uitleggen wat abolitionisme is.

Slide 2 - Tekstslide

Abolitionisme
Abolitionisme: beweging voor de afschaffing van slavernij

Slide 3 - Tekstslide

Plantagekolonie Suriname
  • Plantages voor suikerriet, en koffieplantages
  • Plantages  tot wel 250 slaven. 
  • Alle onderdelen van het leven waren hier zwaar. Het werken zelf, gebrekkig voedsel, slechte huisvesting en er werd snel gestraft...



Slide 4 - Tekstslide


Opstanden

  • Slavenopstanden kwamen maar weinig voor. Dit kwam omdat:
  1. de slavenhouders de slaven geboeid hadden
  2. de slavenhouders goed bewapend waren
  3. de slaven uit verschillende delen van Afrika kwamen en elkaar daardoor niet goed begrepen. Ze konden zich daardoor niet organiseren
  4. sommige slaven bewust voor de dood kozen bijvoorbeeld door verhongering








Er is een aantal slavenopstanden geweest, bijvoorbeeld die onder leiding van Boni in Suriname (1757-1793) en die van Tula op Curaçao (1795)

Op de foto zie je Desenkadena ('verbreken van de ketenen'), ook wel het Tula monument genoemd. Het staat op de plek waar de opstand begon.

Slide 5 - Tekstslide

Plantagekolonie Suriname


  • Veel slaven vluchtten weg het bos in:  de marrons/bosnegers probeerden te overleven door het overvallen van plantages voor voedsel en het bevrijden van slaven.

Slide 6 - Tekstslide

Op deze afbeelding zie je een slaaf. Op welke manier maakte Nederland zich schuldig aan slavenhandel?

A
Via de scheepvaart/handel naar Indonesië (VOC).
B
Via de scheepvaart/handel naar Amerika (WIC).
C
Nederlanders kochten slaven in Suriname
D
Nederland deed hier nauwelijks aan mee.

Slide 7 - Quizvraag

Wie zijn de Marrons?
A
De Marrons zijn een inheemse Indianenstam
B
Mensen die uit slavernij vluchtten en in de jungle overleefden
C
De Marrons zijn blanke boeren van Nederlandse afkomst.
D
Kinderen van slaven en plantage-eigenaren.

Slide 8 - Quizvraag

Superioriteitsgevoel
Doordat de Europeanen zoveel kolonies hadden kregen ze het gevoel dat ze veel beter waren dan alle andere volkeren 

Ook was er het idee dat verschillende mensenrassen beter zijn dan andere rassen = Racisme

Slide 9 - Tekstslide

Afschaffing? Voorlopig nog niet...

  • Abolitionisme in Engeland: mensen die zich inzetten voor de afschaffing van de slavernij (Tijd van Burgers en Stoommachines)
  • In Nederland komt er nooit echt discussie over de slavernij op gang: Veel tegenstanders van het abolitionisme: plantagehouders, scheepseigenaren, handelaren en bankiers.
  • 1 juli 1863: Nederland schaft slavernij af, gevierd met Keti-Koti-feest: het feest der verbreking van de ketenen. Voormalige slaven moeten nog tot 1873 gratis werken ter compensatie...

Slide 10 - Tekstslide

Wat waren abolitionisten?
A
slaven
B
mensen die de slavernij wilden afschaffen
C
slavenhouders
D
mensen die de slavernij wilden handhaven

Slide 11 - Quizvraag

Weerstand
Door de nieuwe ideeën van de 18de eeuw veranderde de houding tegenover slavernij
"Alle mensen zijn gelijk geboren"

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Welke argumenten gebruikten Europeanen om de slavernij goed te praten?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Video