5.0 en 5.1

Hoofdstuk 5
Fabrikanten en arbeiders
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5
Fabrikanten en arbeiders

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen deze les? 
- Introductie hoofdstuk 5 
- Paragraaf 5.1 uitleg


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen:
- Aan het eind van de les heb je een idee waar hoofdstuk 5              ' fabrikanten en arbeiders' over gaat. 
- Aan het eind van de les weet je hoe de argrarische en de demografische revolutie de industriële revolutie mogelijk heeft gemaakt. 


Slide 3 - Tekstslide

Waaraan denk je bij de term 'Industriële Revolutie'?

Slide 4 - Woordweb

Wat is een revolutie? 
Een revolutie vindt plaats in een korte tijd en heeft enorme en onomkeerbare gevolgen.
De Industriële Revolutie ging niet in een korte tijd maar, had wel enorme en onomkeerbare gevolgen. 

Slide 5 - Tekstslide

Industriële Revolutie
  • De overgang van kleinschalige handmatige productie naar grootschalige machinale productie
  • Tussen 1750-1900 begonnen in Engeland 
  • Belangrijke uitvindingen: Spinning Jenny, de schietspoel en de stoommachine

Slide 6 - Tekstslide

Economische gevolgen:
  • Huisnijverheid wordt verdrongen door fabrieken
  • Enorme toename van producten 
  • Prijzen van de producten dalen
Maatschappelijke/sociale gevolgen: 
  • Voornaamste middel van bestaan: industrie 
  • Snelle bevolkingsgroei en urbanisatie 
  • Uitgebreide vervoersmogelijkheden
  • Grotere inkomensverschillen

Slide 7 - Tekstslide

Werkomstandigheden
  • Saai en/of gevaarlijk werk
  • Lange dagen (14 uren)
  • Lage lonen
  • Geen rechten

Slide 8 - Tekstslide

Paragraaf 5.1 



Argrarische en demografische revolutie 
Deelvraag: Hoe maakten de agrarische revolutie en de demografische revolutie de Industriële Revolutie mogelijk?

Slide 9 - Tekstslide

Jethro Tull
Zoon van een edelsmid
Studeerde aan de universiteit van Oxford
Zwakke gezondheid dus rondreizen door Europa:
Tal van nieuwe ideeën en opvattingen

Slide 10 - Tekstslide

Terug in Engeland
Aan het werk op het landgoed van zijn ouders
Veel verspilling van o.a. zaden
Jethro bedacht een zaaimachine: die stopte netjes alle zaadjes in de grond. De opbrengst werd 8x zo groot!

Slide 11 - Tekstslide

Common fields
Ook voor andere werkzaamheden op de akkers kwamen er machines: alleen voordeel voor grote akkers.
Probleem: in Engeland waren er voor de boeren alleen maar kleine akkers op de open fields.
Meeste landbouwgrond was voor gezamelijk gebruik; verschillende boeren mochten daar hun vee later grazen voor gemeenschappelijk gebruik. 
Het parlement wilde de common fields verkopen.

Slide 12 - Tekstslide

Verkopen van de common fields
Opgekocht door de adel.
Velden werden omheind --> enclosures.
Aangemoedigd door de enclosure acts, wetten die di mogelijk maakten. 
3 miljoen van de 13 miljoen hectare werd een enclosure

Slide 13 - Tekstslide

-Wisselbouw--> steeds andere gewassen werden gezaaid op de grond, zodat de grond niet uitgeput raakte. 
- Andere gewassen zoals aardappelen, mais en bonen.
- Gebruik gemaakt van de de ijzeren ploeg
- Het paard werkt als trekdier gebruikt.

Slide 14 - Tekstslide

Gevolgen van de argrarische revolutie
  • Meer en beter voedsel. 
  • Minder landarbeiders nodig en kleine boeren moesten er mee stoppen. 
  • De werkloosheid steeg op het platteland. 
  •  Deze mensen trokken naar de stad. 

Slide 15 - Tekstslide

Demografische Revolutie
  • Gevolg van de grotere landbouwopbrengsten: de bevolking groeit.
  • 1750-1850 van 6 naar 18 miljoen inwoners.
  • Mede oorzaak: betere hygiëne, gezondheidszorg.
  • Meer kleding nodig--> gunstig voor de textielindustrie. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Hoe maakten de agrarische revolutie en de demografische revolutie de Industriële Revolutie mogelijk?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide