Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Programma

  • Spelling/ grammatica: bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
  • Werken aan rapporteren
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Programma

  • Spelling/ grammatica: bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
  • Werken aan rapporteren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen

  • Je weet wat een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord is.
  • Je weet hoe je het bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord moet spellen.
  • Je werkt aan opdrachten voor rapporteren of schrijven

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie weet nog waarom je het voltooid deelwoord 'gewerkt' met een 't' schrijft?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb de CP op de hoogte ............. (stellen)
A
gesteld
B
gestelt
C
gesteldt

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb de politie .................. (informeren)
A
geinformeert
B
geïnformeert
C
ge-informeerd
D
geïnformeerd

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het voltooid deelwoord van
'proeven' ?

A
geproefd
B
geproeft
C
geproeven

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb het rapport .............. en ................. (opmaken, ondertekenen)
A
opgemaakt, ondertekend
B
opgemaakt, ondertekent
C
opgemaakt, ondergetekent
D
opgemaakt, ondergetekend

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het voltooid deelwoord kan je bijvoeglijk gebruiken
                               voltooid deelwoord:                                bijvoeglijk: 
     bewaren       bewaard                                            het bewaarde boek
   besteden       besteed                                                     de bestede tijd

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De .................. tijd
Het is dan vaak voltooid deelwoord + e
beteed+e
=besteede
=bestede
(vergelijk bijv. met breed -> brede)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op:
de gemaakte foto                                   een gemaakte foto
het gemaakte verslag                           een gemaakt verslag

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een voltooid deelwoord op -en blijft zo in het bijvoeglijk naamwoord staan
                             voltooid deelwoord:            bijvoeglijk naamwoord: 
verdwijnen        verdwenen                         het verdwenen meisje
 lopen                   gelopen                               de gelopen race

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De ........ bank ziet er mooi uit.
A
bekleedde
B
beklede
C
bekledde
D
bekleede

Slide 12 - Quizvraag

verschil met verleden tijd
je schrijft het zo kort mogelijk
De ...............verdachte (overdragen)
A
overgedrage
B
overgedragen
C
overgedraagde

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een ...................... foto van de schade (vergroten)
A
vergrootte
B
vergrote
C
vergrootten
D
vergroten

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het .................. misdrijf (melden)
A
gemelde
B
gemeldde
C
gemelden
D
gemeldden

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De .................. invalidenparkeerplaats (bezet)
A
bezete
B
bezette
C
bezeten
D
bezetten

Slide 16 - Quizvraag

uitleggen dat je hier de t moet verdubbelen vanwege de uitspraak.
Wat kun je nu gaan doen?
Rapporteren
Taalblokken spelling 3F
Werken aan opdrachten schrijven 3F (Blackboard)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies