Oefenvragen hoofdstuk 4

Hoofdstuk 3 herhaling
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3 herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Van reactie schema naar vergelijking
  • Reactieschema -> Bevat de namen van stoffen
  • Reactievergelijking -> Bevat de molecuul formules van stoffen

  • Voorbeeld:
  • Water(l) -> Waterstof(g) + Zuurstof(g)
  • 2H2O(l) -> 2H2(g) + O2(g)

Slide 2 - Tekstslide

1. Sleep de situaties naar het juiste vakje.
WEL
Chemische reactie
GEEN
Chemische reactie
Het rijp worden van bananen.
Het smelten van ijs.
Het scheuren van papier.
Het verbranden van papier
Het aanbranden van aardappels
Het slijpen van een diamant.

Slide 3 - Sleepvraag

Welke reactie is het best weergegeven?
A
Reactie I
B
Reactie II

Slide 4 - Quizvraag

Wet van atoom behoud
Het aantal atomen in de begin stoffen is gelijk aan het aantal atomen in de reactie producten!

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld:
Methaan + Zuurstof -> Koolstofdioxide + Waterstof
CH4 + O2 -> CO2 + H2



  • CH4(g) + O2(g) -> CO2(g) + 2H2(g)

Atoomsoort
Voor de pijl
Na de pijl
C
1
1
H
4
2
O
2
2

Slide 6 - Tekstslide

Welke reactie vergelijking klopt voor het volgende reactie schema:
Methaan + Water -> Koolstofmonoxide + Waterstof

A
CH4+H2OCO+H2
B
CH4+2H2OCO2+4H2
C
H2O+CH4CO+3H2
D
CH4+H2OCO2+3H2

Slide 7 - Quizvraag

Welke reactie vergelijking klopt met het volgende reactie schema:
Stikstof + Waterstof -> Ammoniak

A
N2+H2NH3
B
3H2+3N2NH3
C
N2+3HNH3
D
N2+3H22NH3

Slide 8 - Quizvraag

Welk getal moet er op de ... staan?
2 Ca+1 O2... CaO
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 9 - Quizvraag

Welk getal moet er op de ... en de ... staan?
.. N2+5 O2... N2O5
A
1 en 1
B
1 en 2
C
2 en 1
D
2 en 2

Slide 10 - Quizvraag

Maak de volgende reactievergelijking kloppend:
... Al+... Cl2... AlCl3

Slide 11 - Open vraag

Maak de volgende reactievergelijking kloppend:
... N2O3+... H2O... HNO2

Slide 12 - Open vraag

Atoommassa
Met een kloppende reactie vergelijking kun je de vaste massaverhouding berekenen!

Maar eerst, wat was atoom massa ook alweer?


Slide 13 - Tekstslide

Wat is de atoommassa van koolstof
A
12,0u
B
6,0g
C
6,0u
D
12,0g

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de atoommassa van Fosfor
A
19,0u
B
9,0u
C
31,0u
D
15,0u

Slide 15 - Quizvraag

Rekenen met atoommassa's
  • CH+ H2O -> CO + 3H2
  • Atoommassa van waterstof is 1,0
  • Atoommassa van zuurstof is 16,0
  • Atoommassa van Koolstof is 12,0
  • Aan de hand hiervan kunnen we dus de molecuul massa's berekenen door simpelweg optellen
  • Voorbeeld -> CH4 = 12,0 + 1,0x4 = 16,0

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de molecuulmassa van water?

Slide 17 - Open vraag

Wat is de molecuulmassa van waterstof?

Slide 18 - Open vraag

Wat is de molecuulmassa van koolstofmonoxide?

Slide 19 - Open vraag

Rekenen met atoommassa's
Met deze molecuul massa's kunnen we nu een massa verhouding maken!
CH4 + H2O -> CO + 3H2
16: 18: 28: 6 

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de massaverhouding behorende bij de volgende reactievergelijking:
2H2O2H2+O2

Slide 21 - Open vraag

Wat is de massaverhouding behorende bij de volgende reactievergelijking:
4NH3+7O24NO2+6H2O

Slide 22 - Open vraag

Opgave 
Bij een demonstratieproef wordt een cilinder gevuld met broomdamp. Daarin strooit de docent magnesiumpoeder. Het poeder gaat gloeien en er ontstaat een witte rook. De rook zakt naar de bodem en vormt een witte vaste stof, magnesiumbromide (MgBr2).
In een bekerglas verhit hij wat van de witte vaste stof. Het smeltpunt is 701 oC.

Slide 23 - Tekstslide

7. Geef het reactieschema van de reactie van broom met magnesium.

Slide 24 - Open vraag

8. Geef de reactievergelijking van de reactie van
broom met magnesium met toestandsaanduiding.

Slide 25 - Open vraag

8. Leg uit of de witte, vaste stof een zuivere stof is.

Slide 26 - Open vraag

Vervolg opgave
Hieronder staan in een tabel een aantal gegevens. Gebruik de gegevens bij het beantwoorden van de volgende vragen.


Slide 27 - Tekstslide

10.Geef de massaverhouding waarin broom met magnesium
reageert en magnesiumbromide ontstaat.

Slide 28 - Open vraag

11. Bereken hoeveel gram magnesiumbromide er kan ontstaan als je 3 gram magnesium en 2 gram broom hebt.

Slide 29 - Open vraag

- EINDE -

Slide 30 - Tekstslide