M1: 5,3 Koning en edelen

Welkom in de geschiedenisles!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de geschiedenisles!

Slide 1 - Tekstslide

https://www.youtube.com/watch?v=d6CrOGoXtMI&t=281s

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Koning en edelen
  • Opdrachten 
  • Afsluiting  

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:

  • Je kunt uitleggen hoe koningen hun macht in de middeleeuwen vergrootten en behielden.

  • Je kunt uitleggen wat koningen deden met ongehoorzame leenmannen.

  • Je kunt uitleggen wie Jean d’Arc was.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurd er met leenmannen die niet willen luisteren naar hun leenheer (koning)?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Een ridder in een harnas zal altijd winnen van een groep boeren in een gevecht
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De Guldensporenslag (1)



  • De graaf van Vlaanderen, een rijk gewest, was leenman van de Franse koning
  • De graaf trok zich maar weinig aan van de Franse koning.
  • De koning stuurde daarom een leger naar Vlaanderen.
  • Hij wilde graag dat de rijke Vlaamse steden, zoals Gent en Brugge, zich bij hen zouden aansluiten.
  • Daarom beloofde hij hen belastingverlaging als zij zich bij hem zouden aansluiten
Brugge was in de Middeleeuwen een van de rijkste steden van Vlaanderen. Omdat Brugge tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) nauwelijks is beschadigd, kun je ook nu nog (delen van) de middeleeuwse stad bekijken.

Slide 9 - Tekstslide

https://www.youtube.com/watch?v=P5ksuFG8YaY

De Guldensporenslag (2)



  • De belastingverlaging gold niet voor arme burgers. Daarom steunden zij de Vlaamse Graaf.
  • In 1302 werd de ruzie uitgevochten. 
  • Ondanks minder paarden en wapens werd het Franse ridderleger verslagen
  • Na het gevecht vonden de overwinnaars op het slagveld honderden gouden sporen van gesneuvelde Franse ridders. 
  • Hieraan dankt deze veldslag de naam Guldensporenslag.
Sporen zijn de kleine metalen punten die ruiters aan hun laarzen dragen om een paard ‘aan te sporen’.

Slide 10 - Tekstslide

https://www.youtube.com/watch?v=P5ksuFG8YaY

Slide 11 - Tekstslide

Toon helm (romance of alexander)

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies



De Honderdjarige oorlog (1)



  • De koning van Engeland, Edward III, bezat een enorm gebied in Zuidwest-Frankrijk (Aquatanië).
  • Officieel had hij dit gebied in leen van de Franse koning Filips VI: hij was dus leenman van de koning
  • Deze wilde het gebied terug hebben. 
  • Edward III wilde dit voorkomen (en koning van Frankrijk worden) en stuurde in 1337 zijn leger naar Frankrijk: het begin van de Honderjarige Oorlog
Hoewel hij slechts een leenman was van de Franse koning, was Edward eigenlijk de baas in een stuk van Frankrijk: het rode stuk in het zuidwesten van het land.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



De Honderdjarige oorlog (2)



  • Hoewel het Franse leger veel groter was, won het Engelse leger de eerste gevechten. 
  • Edward veroverde al snel grote delen van Frankrijk, maar rond 1360 liep het Engelse leger vast en kwam er een wapenstilstand.
  • In de jaren die volgen, laait de strijd regelmatig weer op, waarbij zowel de Engelsen en Fransen veldslagen winnen.
De Engelse longbows waren veel effectiever dan de Franse kruisbogen. Met hun grote handbogen konden die in hoog tempo pijlen op de Fransen afschieten, die zelfs een harnas konden doorboren. De Slag bij Crecy (1346) werd daarom door het Engelse leger gewonnen.
Een getraind Engelse boogschutter kon wel 10 tot 12 pijlen per minuut afvuren met zijn longbow. Dit is in vergelijking met de Franse schutters die rond de 3 á 5 konden afschieten per minuut, een groot verschil!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Slag bij Agincourt, 1415

https://www.youtube.com/watch?v=XLSuS8gYSH8


De Honderdjarige oorlog (3)





  • Rond 1420 ziet het er erg slecht uit voor de Fransen: grote delen van het land zijn door de Engelsen veroverd.
  • Een jong Frans meisje, Jeanne d'Arc, weet de Engelsen echter de verslaan bij Orléans: vanaf dat moment worden de Engelsen uit Frankrijk verdreven.
  • In 1453 is de Honderdjarige oorlog voorbij.
Rond 1420 hadden de Engelsen grote delen van Frankrijk veroverd.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jeanne d'Arc
1412-1431

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Gevolgen van de oorlog




  • De Fransen hadden de Honderdjarige Oorlog gewonnen.
  • Na de oorlog nam de macht van koning toe. Hij wilde niet meer afhankelijk zijn van onbetrouwbare leenmannen, tijdens een oorlog of voor inkomsten.
  • Hij kwam met nieuwe belastingen en wilde goede handel.
  • Frankrijk werd hierdoor een land waarin de koning de machtigste man was. 
  • Hij bepaalde vanuit zijn hoofdstad wat er gebeurde. Dit noem je centralisatie.
Lodewijk XI was een koning die zijn enorm veel macht en invloed kreeg. ZIjn tegenstanders noemden hem wel eens 'een spin'. Omdat hij zijn tegenstanders in 'een web van macht' ving.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jeanne d'Arc
1412-1431


  • Dit Franse meisje hoorde stemmen die haar vertelden dat ze de Fransen moest helpen bij de stad Orléans.
  • De Franse koning gaf haar een leger, waarmee zij de Engelsen versloeg.
  • Een paar jaar later werd ze echter gevangen genomen en aan de Engelsen verkocht.
  • Die zeiden dat zij en heks was en verbrandde haar op de brandstapel
Jeanne krijgt een visioen
Jeanne wordt verhoord
Slag bij Orléans
Jeanne op de brandstapel

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Controle
Paragraaf  5,2 – baas boven baas
Opdrachten:  1, 2, 4, 5, 7
LB blz. 86 en 87
WB blz. 164 t/m 168

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten
Paragraaf 5,3 – Koning en edelen
Opdrachten:  2, 5, 6, 7, 9
LB blz. 88 en 89
WB blz. 169 t/m 172

Klaar? geef dit aan bij je docent
Zet deze opdrachten in je planner!
timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Aan het eind van deze les:

  • Je kunt uitleggen hoe koningen hun macht in de middeleeuwen vergrootten en behielden.

  • Je kunt uitleggen wat koningen deden met ongehoorzame leenmannen.

  • Je kunt uitleggen wie Jean d’Arc was.


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fijne dag!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De Guldensporenslag was in 1302.
In welke eeuw was dat?
A
12e eeuw
B
13e eeuw
C
14e eeuw
D
15e eeuw

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De Honderdjarige Oorlog heeft 100 jaar geduurd.
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Er is écht meer dan 100 jaar gevochten.
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies