Herhalen Zuren en basen

Herhalen zuren en basen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhalen zuren en basen

Slide 1 - Tekstslide

De pH kan je meten met...
A
Custard
B
Zuur-base indicatoren
C
pH meter
D
Zuur-base indicatoren en een pH meter

Slide 2 - Quizvraag

Sleep de termen naar de juiste plaats op de pH schaal.
zuur
neutraal
basisch

Slide 3 - Sleepvraag

Wanneer je een zure oplossing verdunt met water ...
A
... wordt de pH lager.
B
blijft de pH gelijk.
C
... wordt de pH hoger dan 7.
D
... wordt de pH hoger tot 7.

Slide 4 - Quizvraag

kleur van de indicator bij pH van 8,9
broomcresolgroen
fenolrood
thymolblauw
geel
rood
oranje
blauw
groen
paars
kleurloos

Slide 5 - Sleepvraag

kleur van de indicator bij pH van 5,2
Broomthymolblauw
Methylviolet
Fenolftaleïne
geel
rood
paars
blauw
groen
Kleurloos

Slide 6 - Sleepvraag

Wat is waar?
A
Een zuur en een base kunnen een H+ opnemen
B
Een zuur staat H+ af en een base neemt er een op
C
Een zuur neemt H+ op en een base staat er een af
D
.Een zuur en een base kunnen een H+ afstaan

Slide 7 - Quizvraag

BASE
ZUUR
Zuur of base? Sleep de formules naar het juiste vak. 

Slide 8 - Sleepvraag

Sterke en zwakke zuren?
Sterke zuren zijn geïoniseerd. 
Wat??? Los van elkaar!

Wanneer ben je sterk?
 alles boven H3O+ in SD 9.1c

LEER DE QUIZLET OP DE ELO

Slide 9 - Tekstslide

Bij een zuur-base-reactie wordt een...
A
H+ overgedragen van een zuur naar een base.
B
OH- overgedragen van een zuur naar een base.
C
H+ overgedragen van een base naar een zuur.
D
OH- overgedragen van een base naar een zuur,

Slide 10 - Quizvraag


Als je het gas HCl door water leidt, ontstaat de oplossing die hiernaast schematisch is weergegeven. Deze oplossing heet zoutzuur.

Je noteert zoutzuur als:
A
H+ (aq) + Cl-(aq)
B
H+ (g) + Cl-(g)
C
HCl (aq)
D
HCl (g)

Slide 11 - Quizvraag

Salpeterzuur opl
Zwavelzuur opl.
Fosforzuur opl.
Zoutzuur
Koolzuur- houdend water
Azijnzuur opl.
H+, NO3-
H+, SO42-
H+, PO43-
H+, CO32-
H+, Cl-
H+, CH3COO-
HNO3
H2SO4
H3PO4
H2O, CO2
HCl
CH3COOH

Slide 12 - Sleepvraag

Hoe zit het met de basen?
Als het is zout is... let op is hij opgelost?
Hoe weet je dat?
Er staat oplossing! Of in het woord zit oplossing

Opgelost = losse ionen
 niet opgelost = aan elkaar!

Slide 13 - Tekstslide

Natronloog
IJzer(III)oxide
Kalkwater
Calciumcarbonaat
Na+, OH-
Fe3+, O2-
Ca2+, OH-
Ca2+, CO32-
Fe2+, O2-
NaOH
Fe2O3
Ca(OH)2
CaCO3

Slide 14 - Sleepvraag

Stappenplan Zuur-base reacties
  1. Schrijf op welke deeltjes je hebt. 
  2. Zoek het sterkste zuur en de sterkste base in SD9.1c
  3. Stel de reactievergelijking op.

    Let op:
Kan er een neerslag ontstaan? Zie SD8.4d!

Slide 15 - Tekstslide

Geef de reactievergelijking van:
zoutzuur met kalkwater

Slide 16 - Open vraag

Geef de reactievergelijking van:
azijnzuur met kalkwater

Slide 17 - Open vraag

Geef de reactievergelijking van:
azijnzuuropl met ijzer(III)oxide

Slide 18 - Open vraag

Zuurgraad berekenen sterk zuur
pH = -log[H3O+] (en [H3O+] = 10-pH)
pOH = -log[OH-] (en [OH-] = 10-pOH)
pH + pOH = 14 (bij kamertemperatuur)

Zuur- en baseconstanten
pKx = -log(Kx)
Let op: In een basische oplossing reken je altijd met de [OH-


Slide 19 - Tekstslide

Bereken de [H+] in een oplossing met pH = 2,50?

Slide 20 - Open vraag

Bereken de [OH-] in een oplossing met pH 10,25

Slide 21 - Open vraag

Bereken de pH van
0,015 M kaliloog?

Slide 22 - Open vraag

Bereken de pH van 0,25 M zwavelzuuroplossing

Slide 23 - Open vraag

Bereken de pH van een oplossing met pH=5,5 die 10x wordt verdund.

Slide 24 - Open vraag