Rechtspraak - Rechtsprocedure

Rechtspraak - Rechtsprocedure
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisSecundair onderwijs

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Rechtspraak - Rechtsprocedure

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Organisatie van de rechtbanken in België

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gerechtelijke gebieden. Blauw = Gent
Gerechtelijke arrondissementen. Blauw = Oost-Vlaanderen
Een gerechtelijk arrondissement in België is de zetel van een rechtbank van eerste aanleg, die uit een burgerlijke sectie, een correctionele sectie en een familie- en jeugdsectie bestaat. Daarnaast is er nog een politierechtbank.
Een gerechtelijk kanton is in België het werkgebied van een vredegerecht. Een gerechtelijk kanton omvat meestal een of meerdere gemeenten. bvb Wetteren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de relatie tussen Rechtsregels, Rechtspraak en Rechtsprocedure?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel: je begaat als volwassene een snelheidsovertreding die je voor de rechtbank brengt. Welke rechtbank wordt dat?
A
Vredegerecht
B
Correctionele rechtbank
C
Politierechtbank
D
Hof van assisen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke rechtbank is bevoegd voor een burenruzie?
A
Vredegerecht
B
Correctionele rechtbank
C
Politierechtbank
D
Hof van assisen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke rechtbank is bevoegd in geval van moord?
A
Arbeidsrechtbank
B
Correctionele rechtbank
C
Politierechtbank
D
Hof van assisen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Scheiding der machten

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie maakt de wetten in België?
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie is verantwoordelijk voor de uitvoering van wetten in België?
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de rol van de rechterlijke macht? (2)

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ken je jouw regering?

Slide 12 - Tekstslide

TW/NW start 20/3
Wie is de man op de foto en wat is zijn rol in de regering?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie is de vrouw op de foto en wat is haar rol in de regering?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie is de man op de foto en wat is zijn rol in de regering?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LES 3
• Je onderscheidt verschillende rechtbanken van elkaar (analyseren)
• Je geeft per rechtbank een maatschappelijk voorbeeld dat erbij hoort (begrijpen)
• Je categoriseert een criminele, correctionele en politiestraf per rechtbank (toepassen)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Loes reed onder invloed van alcohol. Ze wordt
aangehouden en moet voor de rechtbank
verschijnen. Ze geeft toe dat ze fout was en krijgt een
rijverbod van 20 dagen.

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Steven is minderjarig en heeft een bushokje in elkaar
geslagen. De politie heeft hem opgepakt en hij moet
voor de rechtbank verschijnen. Voor welke rechtbank
moet hij verschijnen?

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Een verkeersongeval : beide partijen kunnen niet tot
een akkoord komen en gaan met elkaar op de vuist.
Eén van beide bestuurders belandt uiteindelijk met
een gebroken neus in het ziekenhuis.

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Louis is overleden en heeft in zijn testament 1 miljoen
euro nagelaten aan zijn huisarts. Zijn familieleden
zijn het hiermee niet eens.

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Een arbeider wordt ontslagen wegens dringende
redenen. Volgens de arbeider zelf is dit onterecht.

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Een veertienjarige heeft een dvd-speler gestolen uit
een warenhuis. Het blijkt niet de eerste keer te zijn dat
hij een diefstal pleegde.

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Jef heeft een haan die volgens zijn buren veel te veel
lawaai maakt. Ondanks verschillende klachten wil
Jef zijn haan niet weg doen.

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Lisa haar bedrijf dat bloemen verkoopt gaat failliet,
ze heeft nog enkele schuldeisers.

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Philip dealt drugs aan het station in Wetteren. De
politie heeft hem wekenlang in het oog gehouden en
hij werd op heterdaad betrapt.

Slide 29 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De verhuurders van een appartement hebben al een
aantal maanden geen huur ontvangen van de
mensen die in hun appartement zitten.

Slide 30 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

klasdiscussie
Wat zijn de voor- en nadelen van het aantekenen van beroep? Vind je dit systeem goed? Wat zou je anders willen?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inbreuken en straffen
Een misdrijf waarop een criminele straf staat, is een misdaad = criminele straf
Voorbeelden: zwaarste misdrijven behandeld door Hof van Assisen, moord, verkrachting…

Een misdrijf waarop een correctionele straf staat, is een wanbedrijf = correctionele straf
Voorbeelden: ernstige misdrijven behandeld door correctionele rechtbank, fraude, diefstal, slagen en verwondingen…

Een misdrijf waarop een politiestraf staat, is een overtreding = politiestraf
Voorbeelden: lichtste vorm wordt behandeld door politierechtbank, nachtlawaai, dronkenschap, inbreuken op het verkeersreglement ….

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht

Lees het voorbeeld in de kolom links, zoek online op welke straf je hiervoor kan krijgen en bepaal aan de hand van de hierboven gegeven informatie het
bijhorende misdrijf: misdaad, wanbedrijf, overtreding

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

doden

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom geen doodstraf?

Slide 36 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

doodslag <=> moord
  • geen intentie = onvrijwillige doodslag
  • wel intentie = doodslag
  • intentie + voorbedachtheid = moord

  • Dus: nagedacht + gepland + voorbereid + gehandeld = moord

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies