BS 1/2 Organismen ordenen MAX 3TL

BS 2 Organismen ordenen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

BS 2 Organismen ordenen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
* Je kunt organismen indelen door te kijken naar 
   gemeenschappelijke kenmerken.
* Je kunt de kenmerken noemen van de cellen van bacteriën,
    schimmels, planten en dieren.

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdgroepen
We kunnen alle organismen indelen in 2 hoofdgroepen:
* Prokaryoten: Organismen  
   zonder celkern
* Eukaryoten: Organismen 
    met celkern

Slide 3 - Tekstslide

Prokaryoten
Eencellig
Geen celkern
Geen bladgroenkorrels
Wel een celwand

Slide 4 - Tekstslide

Eukaryoten
Bekendste domein
Eukaryoot betekent: met celkern

Kunnen we weer onderverdelen
in 3 rijken:

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Eencellige Organismen
Sommige eukaryoten (cellen MET celkern) eencellige organismen hebben verschillende kenmerken waardoor we ze niet kunnen indelen bij planten, schimmels en dieren.

voorbeelden : amoebe en pantoffeldiertje

Slide 7 - Tekstslide

Eukaryoten
Planten, dieren, schimmels en protisten (organsimen met kenmerken als plant, dier of schimmel)

Slide 8 - Tekstslide

Aantal cellen
Er zijn eencellige organismen en meercellige organismen.
Bacteriën zijn altijd eencellig (prokaryoten)
Schimmels, planten  en  dieren kunnen ook eencellig zijn.
Voorbeelden van eencellige eukaryoten zijn: Gist, boomalg en het pantoffeldiertje.

Slide 9 - Tekstslide

Kenmerken
Bij het ordenen van organismen kijken we naar verschillende kenmerken. 
* Aantal cellen
* Aanwezigheid van celkernen
* Aanwezigheid van celwanden
* Aanwezigheid van bladgroenkorrels
* Relatieve grootte

Slide 10 - Tekstslide

Aantal cellen
Er zijn eencellige organismen en meercellige organismen.
Bacteriën zijn altijd eencellig (prokaryoten)
Schimmels, planten  en  dieren kunnen ook eencellig zijn.
Voorbeelden van eencellige eukaryoten zijn: Gist, boomalg en het pantoffeldiertje.

Slide 11 - Tekstslide

Aanwezigheid van celkernen en celwanden
Cellen van schimmels, planten en dieren hebben een celkern.
Bacteriën hebben geen celkern. De chromosomen liggen los in het cytoplasma.

Dieren zijn de enige organismen die geen celwand om hun cellen hebben. Bacteriën, schimmels en planten hebben wel celwanden om hun cellen.

Slide 12 - Tekstslide

Aanwezigheid van Bladgroenkorrels
Alleen bij planten  komen in het cytoplasma bladgroenkorrels voor. Bacteriën, schimmels en dieren hebben geen bladgroenkorrels.

Relatieve grootte
De cellen van organismen verschillen in grootte. Bacteriën zijn veel kleiner dan de cellen van andere organismen.

Slide 13 - Tekstslide

Electronenmicroscoop - vergrotingsfactor
vergrotingsfactor = hoeveel de afmeting van een afbeelding verschilt met de afmeting van het echte object
dus welke vergroting je gebruikt

voorbeeld een vergroting van 100 (10x 10)
oculair van 10 en een objectief van 10

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

4 Rijken
Door te kijken naar
gemeenschappelijke kenmerken
kunnen we organismen indelen
in steeds kleinere groepen.

De 4 rijken zijn:
-Bacterien
-Schimmels
-Planten
-Dieren

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

 Indeling van de Tijger
  • Hoofdgroep = Eukaryoten
  • Rijk = Dieren
  • Stam = Gewervelden
  • Klasse = Zoogdieren
  • Orde = Roofdieren
  • Familie = Katten
  • Geslacht = Grote katachtige
  • Soort = Tijgers
  • Ras = Siberische Tijger

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Nu maken
Thema 4: Ordening
Bs 2: Organismen ordenen
Blz 264: Leerstof doorlezen
opdr. 1 t/ 8 
Niet af? dit wordt het huiswerk

Slide 21 - Tekstslide