Landschappen in Europa

Landschappen in Europa
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Landschappen in Europa

Slide 1 - Tekstslide

Klimaat en landschappen
Europa ligt in de gematigde zone. Dit betekent dat het er nooit erg warm en koud wordt.
Maar zelfs binnen Europa zijn er grote verschillen. 

Slide 2 - Tekstslide

Er zijn drie verschillen in het gematigde klimaat
- Zeeklimaat.
- Middellands zeeklimaat.
-Landklimaat
Landklimaat
Middellands zeeklimaat
Zeeklimaat

Slide 3 - Tekstslide

Zeeklimaat
- Zomers is het gemiddeld warmer dan 15 graden. 
- De winters zijn kouder dan het middellands zeeklimaat.
- Er valt regen het hele jaar door. 

Slide 4 - Tekstslide

Middelands zeeklimaat
- Zomers kan het hier erg warm worden. Soms wel 40 graden.
- De winters zijn zacht. 12 graden in januari is vrij normaal.
- Meeste regen valt in de herfst en de winter.
- Planten houden beter hun vocht vast                           zoals citrusvruchten. 

Slide 5 - Tekstslide

Landklimaat
In de winter is het koud (Gemiddeld kouder dan -3 graden) . In de zomer is het warm (vaak warmer dan 25 graden)

Slide 6 - Tekstslide

Koude klimaten.
- Toendraklimaat: zomers niet warmer dan 10 graden.





- Sneeuw/hooggebergte klimaat:                           gemiddeld 
het hele jaar onder 0 graden. 

Slide 7 - Tekstslide

Steppe klimaat
Ook wel een droogklimaat genoemd. Er valt hier weinig neerslag

Slide 8 - Tekstslide

Hoe ontstaande seizoenen?
De aarde draait om de zon heen. Hier doet hij 365 dagen over. Daarnaast staat de aarde niet helemaal recht.

Slide 9 - Tekstslide

Maken paragraaf 1 Opdracht: 5

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel klimaten zijn er in Europa
A
3
B
5
C
6
D
8

Slide 11 - Quizvraag

In welk klimaat gebied ligt Nederland
A
Middellands zeeklimaat
B
Landklimaat
C
Steppe klimaat
D
Zeeklimaat

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen het Toendra klimaat en het sneeuwklimaat?

Slide 13 - Open vraag

Wanneer is het winter op het zuidelijk halfrond?
A
21 juni
B
22 september
C
21 december
D
21 maart

Slide 14 - Quizvraag

Paragraaf 2

Slide 15 - Tekstslide

Invloed van de zee
- Land warmt sneller op en koelt sneller af dan de zee.


Dat betekent:
- Dat zomers de wind van zee vaak kouder aanvoelt op het land.
- Dat 's winters de wind van zee warmer aanvoelt dan op het land.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Wind van zee bevat vaak regen!
Weetje nog: verdamping ;)

Slide 19 - Tekstslide

Zee en land
Hoe verder van de zee, hoe minder de zee invloed heeft op de temperatuur. 
- Hoe meer je het land in gaat, des te warmer zijn de zomers en kouder de winters.

Slide 20 - Tekstslide

Maken paragraaf 2
Opdrachten: 2+5

Slide 21 - Tekstslide

Paragraaf 3
Invloed van reliëf 

Slide 22 - Tekstslide

Hoogteverschillen
Naam
Hoogte
laagland
200m en lager
Heuvelland
200-500 m
Middelgebergte
500-1500 m
Hooggebergte
1500+ m

Slide 23 - Tekstslide

Hoogtegordels

Slide 24 - Tekstslide

Gletsjers in de bergen
Een gletsjers is een dikke ijsmassa hoog in de bergen die langzaam naar het dal schuift.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Neerslag door een gebergte
Een berg heeft een natte kant (loefzijde).
En een droge kant (lijzijde).

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link