Toets: Planten en Dieren

Toets Planten en Dieren
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Toets Planten en Dieren

Slide 1 - Tekstslide

1. Wat is een organisme?

Slide 2 - Open vraag

Hoe kun je bepalen of iets een organisme is?
A
Door te kijken of het leeft.
B
Door te kijken of het kan bewegen.
C
Door te kijken of het levenskenmerken heeft.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen levenloos en dood?
A
Iets wat levenloos is, heeft vroeger geleefd. Iets wat dood is heeft nooit geleefd. Het is geen organisme.
B
Iets wat dood is, heeft vroeger geleefd. Iets wat levenloos is heeft nooit geleefd. Het is geen organisme.
C
Als iets levenloos is zit er geen leven meer in dus is het dood.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is GEEN levenskenmerk?
A
Voeden
B
Ademen
C
Praten
D
Uitscheiden

Slide 5 - Quizvraag

Is een houten plank dood of levenloos?

Slide 6 - Open vraag

Bij biologie moet je vaak tekenen. Door te tekenen, kijk je beter. Ook kun je een tekening later nog eens bekijken. Dan weetje wat je hebt gezien.
Precies tekenen zoals het echt is. Dat heet een natuurgetrouwe tekening
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Zet de namen van de onderdelen van de bruine boon op de juiste plekken.
Zaadhuid
Zaadlob
Poortje
Navel
Blaadjes
Stengel
Wortel

Slide 8 - Sleepvraag

Bij biologie moet je vaak tekenen. Door te tekenen, kijk je beter. Ook kun je een tekening later nog eens bekijken. Dan weetje wat je hebt gezien.
Bij een schematische tekening zijn alleen de belangrijkste kenmerken getekend.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Soms moet je de binnenkant tekenen van een plant of dier. Wat voor doorsnede is dit?
A
Dwarsdoorsnede
B
Lengtedoorsnede
C
Buitenaanzicht

Slide 10 - Quizvraag

Soms moet je de binnenkant tekenen van een plant of dier. Wat voor doorsnede is dit?
A
Dwarsdoorsnede
B
Lengtedoorsnede
C
Buitenaanzicht

Slide 11 - Quizvraag

Soms moet je de binnenkant tekenen van een plant of dier. Wat voor doorsnede is dit?
A
Dwarsdoorsnede
B
Lengtedoorsnede
C
Buitenaanzicht

Slide 12 - Quizvraag

In de biologie heb je tekenregels. Één van deze regels zegt dat groot moet tekenen.
Waarom moet je groot tekenen?

Slide 13 - Open vraag

Wat voor tekening maak je?
Je wilt tekenen hoe een eend er in het echt uitziet.
A
Natuurgetrouw
B
Schematisch

Slide 14 - Quizvraag

Wat voor tekening maak je?
Je wilt de belangrijkste kenmerken van een eikenblad tekenen.
A
Natuurgetrouw
B
Schematisch

Slide 15 - Quizvraag

Wat voor tekening maak je?
Je wilt snel een tekening maken van een vlinder.
A
Natuurgetrouw
B
Schematisch

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de functie van de zaadhuid.
A
Bescherming
B
Zorgt dat er water naar binnen kan.
C
Hier zat het zaadje mee vast aan de moeder plant.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de functie van het hartvormig bultje?
A
Hier zat het zaadje mee vast aan de moeder plant.
B
Zorgt dat er water naar binnen kan.
C
Het heeft geen functie.

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een kiem in een bruine boon?
A
Blaadje, worteltje, en zaadlobben.
B
Blaadje, en zaadlobben
C
Blaadje en worteltje.

Slide 19 - Quizvraag

Wat is ontwikkeling?
A
Groter en zwaarder worden van een organisme.
B
Verandering in de bouw van een organisme.

Slide 20 - Quizvraag

Gaat de zin over groei of over ontwikkeling?
Je koopt een nieuwe broek omdat je oude te kort is.
A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 21 - Quizvraag

Gaat de zin over groei of over ontwikkeling?
Een jongen krijgt baardgroei in de puberteit.
A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 22 - Quizvraag

Gaat de zin over groei of over ontwikkeling?
Een pinguïn legt voor het eerst een ei.
A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 23 - Quizvraag

Controleren en Inleveren

Slide 24 - Tekstslide