Immuniteit

Immuniteit
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Immuniteit

Slide 1 - Tekstslide

Immuniteit
Leerdoelen:
  • Je kunt het verschil tussen een primaire en een secundaire reactie beschrijven
  • Je kunt het verschil tussen natuurlijke en kunstmatige immuniteit beschrijven
  • Je kunt het verschil tussen actieve en passieve immunisatie beschrijven

Slide 2 - Tekstslide

Immuniteit
Incubatietijd
De tijd tussen binnendringen van ziekteverwekker   --> ziekteverschijnselen
Primaire reactie
De vorming van antistoffen na het eerste contact   +  de vorming van B-geheugencellen
Secundaire reactie
Geheugencellen vormen snel antistoffen, na opnieuw contact met dít antigeen  -->   niet ziek --> dus je bent immuun.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Immuniteit
Natuurlijke immuniteit = op een natuurlijke manier verkregen (bv. eerst zelf ziek geworden)
Kunstmatige immuniteit = op een kunstmatige manier verkregen (vaccin of antistoffen toedienen)
Actieve immunisatie = Het immuunsysteem (B en T-lymfocyten) wordt actief en vormen geheugencellen
Passieve immunisatie = Inspuiten/binnenkrijgen van antistoffen (B- en T-Lymfocyten zijn niet actief/geen geheugencellen)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Auto-immuunziekten
  • lymfocyten rijpen in thymus en beenmerg
  • ze leren alle lichaamseiwitten te herkennen
  • soms gaat dat fout => auto-immuunziekte
  • bijv. MS, reuma
MULTIPLE SCLEROSE
REUMA

Slide 8 - Tekstslide

allergie
Bij een allergie reageert het lichaam extreem gevoelig op antigenen van stoffen waar de meeste mensen normaal op reageren. 
Deze stoffen veroorzaken een afweerreactie. 

Slide 9 - Tekstslide

Allergie
Eerste contact: 
het antigeen laat B-cellen antistoffen maken, deze koppelen aan de mestcel => geactiveerd
Tweede contact:
antigeen koppelt meteen aan geactiveerde mestcel => exocytose van blaasjes histamine => allergische reactie (slijm, jeuk, niezen etc.)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat is of zijn de reden(en) dat je zo vaak verkouden wordt?
A
je kan geen antistoffen maken tegen het verkoudheidsvirus
B
het verkoudheidsvirus verandert snel
C
er zijn heel veel verschillende verkoudheidvirussen
D
je kunt niet immuun worden voor het verkoudheidsvirus

Slide 13 - Quizvraag

Waarom moeten mensen elk jaar opnieuw gevaccineerd worden tegen de griep?
A
Het vaccin is na een jaar uitgewerkt.
B
Alle antistoffen zijn na een jaar afgebroken.
C
De geheugencellen raken uitgewerkt.
D
Het griepvirus verandert steeds van vorm.

Slide 14 - Quizvraag

Is het inspuiten van antistoffen uit paardenbloed voorbeeld van actieve, passieve, natuurlijke of kunstmatige immunisatie?

A
Passief en Kunstmatig
B
Passief en Natuurlijk
C
Actief en Kunstmatig
D
Actief en Natuurlijk

Slide 15 - Quizvraag