W14 TE klas 1 hoofdstuk 1 les 2

Week 14 -
Tekenen 
klas 1 -
hoofdstuk 1 -
les 2
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
TekenenMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Week 14 -
Tekenen 
klas 1 -
hoofdstuk 1 -
les 2

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij de tweede les :)
Goedendag allemaal,
zit je in de brugklas en heb je tekenen
dan zit je goed!
Wat je nodig hebt deze les is je begrippenschrift en een pen.
Plus een A4 blaadje en kleurpotloden of stiften.
Bij vragen en/of opmerkingen mail je je docent 
of stuur je een bericht via Magister.

Slide 2 - Tekstslide

Terugkoppeling naar les 1

In de eerste lessonUp les heb je geleerd over het portret. 
De begrippen met betekenis staan allemaal in je schrift.
Ook ken je nu verschillende aanzichten.
Die voorkennis zal zometeen worden getest.
Daarna gaan we verder met les 2.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een portret?
Wat is een blow up?
Wat is een sculptuur?
Een afbeelding van iemand.
Een uitvergroting.
Een ruimtelijk beeldhouwwerk.

Slide 4 - Sleepvraag

En face
En profil
A trois quart

Slide 5 - Sleepvraag

Kleuren
Aan het eind van deze presentatie kun je 
herkennen, uitleggen en toepassen 
welke verschillende kleuren en kleurcontrasten er zijn. 

Slide 6 - Tekstslide

Bekijk de video in de volgende slide van het begin tot 3:03

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Wat is kleur?
Kleur heeft een aantal eigenschappen: toon, helderheid en verzadiging. De toon bepaalt de soort of familie waartoe de kleur behoort, bijvoorbeeld rood. De helderheid zegt iets over de mate waarin het licht weerkaatst wordt en de verzadiging zegt iets over de hoeveelheid pigment in een kleur.


Vincent van Gogh, Caféterras bij nacht,1888, olieverf op doek

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel kleuren zijn er?
A
3
B
Ontelbaar
C
256
D
1 miljoen

Slide 10 - Quizvraag

Primaire kleuren
De primaire kleuren zijn: 
  1. rood 
  2. geel 
  3. blauw

Met deze kleuren zou je elke kleur moeten kunnen mengen. 
De primaire kleuren zijn zelf niet door menging te maken.

Slide 11 - Tekstslide

Secundaire kleuren
  • Secundaire kleuren ontstaan wanneer we twee primaire kleuren met elkaar mengen.

  • Oranje, groen en paars zijn secundaire kleuren, hiernaast zie je hoe je deze kleuren mengt.

Slide 12 - Tekstslide

Tertiaire kleuren
Dit zijn de kleuren die ontstaan door het mengen van een primaire kleur met een secundaire.

Blauw met groen geeft bijvoorbeeld blauwgroen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Warme en koude kleuren
Warme kleuren: 
  • zijn warm en gezellig 
  • lijken dichterbij
  • vormen een contrast met koude kleuren 

Koude kleuren:
  • zijn koel en rustig 
  • lijken verder weg
  • vormen een contrast met warme kleuren 

    Slide 16 - Tekstslide

    Koud–warm contrast
    Een warme kleur naast een koude kleur geeft een koud-warmcontrast.

    Slide 17 - Tekstslide

    Kleur tegen kleurcontrast
    Dit contrast is het sterkst wanneer je felle, pure kleurvlakken tegen elkaar aan zet, zonder omtreklijnen. 

    Slide 18 - Tekstslide

    Complementair contrast
    Deze kleuren versterken elkaar, 
    ze staan recht tegenover elkaar in de kleurencirkel.
    Altijd een primaire kleur en de secundaire kleur die je zou krijgen door het mengen van de overgebleven primaire kleuren samen.

    dit zijn: 
    geel-paars (want rood en blauw blijven over) 
    rood-groen (mengsel van geel en blauw)
    blauw-oranje (oranje is rood+geel gemengd)

    Slide 19 - Tekstslide

    Slide 20 - Tekstslide

    Quiz

    Slide 21 - Tekstslide

    rood, geel en blauw noemen we
    A
    felle kleuren
    B
    primaire kleuren
    C
    basiskleuren
    D
    echte kleuren

    Slide 22 - Quizvraag

    De secundaire kleuren zijn?
    A
    groen, paars en bruin
    B
    oranje, paars en geel
    C
    groen, oranje en blauw
    D
    groen, oranje en paars

    Slide 23 - Quizvraag

    Oranje maak je met?
    A
    geel en paars
    B
    rood en wit
    C
    geel en rood
    D
    geel en wit

    Slide 24 - Quizvraag

    Groen maak je met
    A
    blauw en rood
    B
    rood en blauw
    C
    rood en geel
    D
    geel en blauw

    Slide 25 - Quizvraag

    Paars is de mengkleur van?
    A
    blauw en rood
    B
    geel en rood
    C
    blauw en geel
    D
    rood en zwart

    Slide 26 - Quizvraag

    Welke kleurcontrasten herken je?
    A
    licht-donker contrast
    B
    koud-warm contrast
    C
    complementair contrast
    D
    kleur-tegen-kleur contrast

    Slide 27 - Quizvraag

    Hier zie je een?
    A
    een kleur tegen kleur contrast
    B
    twee primaire kleuren
    C
    twee secundaire kleuren
    D
    een complementair contrast

    Slide 28 - Quizvraag

    Welk contrast zie je hier?

    Slide 29 - Open vraag

    Hier zie je?
    A
    een koud-warm contrast
    B
    warme kleuren
    C
    koude kleuren
    D
    een licht-donker contrast

    Slide 30 - Quizvraag

    Bij een complementair kleurcontrast staat er altijd een primaire kleur tegenover een secundaire kleur
    A
    Waar
    B
    Niet waar

    Slide 31 - Quizvraag

    Oefenen
    Pak een A4 blaadje en vouw deze zo, zodat je vier vakjes krijgt.

    In het eerste vakje kleur je met alleen maar primaire kleuren.
    In het tweede vakje kleur je met alleen maar secunaire kleuren.
    In het derde vakje kleur je een koud-warm contrast.
    In het vierde vakje kleur je een complementair kleurcontrast.

    Slide 32 - Tekstslide

    Lever je oefenen met kleur in via een foto.

    Slide 33 - Open vraag

    Wat vond je van deze les?
    Leerzaam, makkelijk, ingewikkeld.
    Geef eerlijk je mening.

    Slide 34 - Woordweb

    Welke kleuren heeft Andy Warhol voor dit portret van Monroe gebruikt? En zijn dit primaire of secundaire kleuren?
    A
    Geel is primair en de overige kleuren zijn secundair.
    B
    Geel, rood en groen zijn primaire kleuren en paars is een secundaire kleur.
    C
    Geel is primair, groen is secundair, rood is primair en paars secundair.
    D
    Geel en rood zijn primaire kleuren. Groen en paars zijn secundaire kleuren.

    Slide 35 - Quizvraag

    Het portret van Dora Maar is heel expressief. Met het kleurgebruik heeft Picasso geprobeerd om Dora een bepaalde uitstraling te geven. Welke twee kleuren vallen jou het meest op? Zet erachter wat voor een kleursoort het is: primair of secundair.
    A
    rood en geel zijn primair en groen is secundair
    B
    rood is primair en oranje is secundair
    C
    geel en rood zijn primair en paars is secundair
    D
    geel is primair en oranje en rood zijn secundair

    Slide 36 - Quizvraag

    Hoe zie je het licht van de zon?
    A
    Oranje licht
    B
    Rood licht
    C
    Wit licht
    D
    Geel licht

    Slide 37 - Quizvraag

    Wat is een prisma?
    A
    Driehoekig stuk glas
    B
    Een regenboog
    C
    Een rond stuk glas
    D
    Geel stuk glas

    Slide 38 - Quizvraag

    Hoe ontstaat een regenboog?
    A
    Door de regen
    B
    Als het regent en de zon schijnt
    C
    Door de zon
    D
    Als het bewolkt weer is

    Slide 39 - Quizvraag

    Alle kleuren die een lichtbron uitstraalt noemt men ook wel een ..?
    A
    Bron - spectrum
    B
    Regenboog kleuren
    C
    Spectra
    D
    Kleuren-spectrum

    Slide 40 - Quizvraag