Blok 1 Fictie

Blok 1 Fictie
Boek: blz. 8 t/m 18
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Blok 1 Fictie
Boek: blz. 8 t/m 18

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen:
  • KADER
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen fictie en non-fictie.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen realistisch en niet realistisch.
  • THEORETISCH (+)   aanvullende doelen
  • Je kiest een fictiewerk dat past bij jouw interesse. Je moet van dat boek minimaal 25 bladzijden lezen. 
  • Je maakt van dat boek een boekprofiel als eindopdracht. 

Slide 2 - Tekstslide

Vaardigheden (deze kun je gebruiken voor je portfolio)

plannen en organiseren
 schrijven
kritisch zijn op het werk van  jezelf
gebruik maken van digitale middelen 


Slide 3 - Tekstslide

BOEK: 'Hij of ik'
SCHRIJVER: Dirk Weber:


Samen lezen:  verhaal (blz. 9 t/m 12)

Slide 4 - Tekstslide

Nadat Philip (13) zijn oma heeft bezocht in het ziekenhuis, neemt hij een verkeerde metro en hij wordt aangezien voor een zekere Olaf. Dat is merkwaardig en roept vragen op. Als Philip Olaf ontmoet, blijken de jongens als twee druppels water op elkaar te lijken. Dit is verwarrend en griezelig tegelijk. 
1
De gezamenlijke zoektocht naar de reden van hun gelijkenis (voor zover ze weten zijn ze geen tweeling) zorgt ervoor dat Philip en Olaf elkaar regelmatig zien. Maar Philip weet niet of hij daar blij mee is. Olaf heeft namelijk een heel ander karakter. Hij is een wildebras, heeft lak aan mensen en is onbetrouwbaar.
2
Olaf heeft namelijk een heel ander karakter. Hij is een wildebras, heeft lak aan mensen en is onbetrouwbaar. Philip kan de gebeurtenissen niet bespreken met zijn ouders. Zij zijn op vakantie en hij logeert bij zijn oma, die zojuist is ontslagen uit het ziekenhuis. Ook Olaf vertelt niets aan zijn moeder. Philip verschaft hem immers een alibi in situaties die het daglicht niet kunnen verdragen.
3
 De jongens laten een test doen. Daaruit blijkt dat ze een tweeling zijn. Hoe is dit mogelijk? Ze volgen een spoor dat eindigt bij ‘Wel & Bosch’, een geboortekliniek.
4
 Echte antwoorden vinden ze niet, maar het wordt wel duidelijk dat Alfred, een oud- en inmiddels overleden medewerker, destijds heeft gerommeld met ivf. 
5
Op de terugweg van de kliniek duwt Olaf met zijn scooter de fietsende Philip vooruit. Ze rijden over de trambaan en dat wordt Olaf fataal. Philip kan een naderende tram nog juist ontwijken, maar Olaf wordt overreden en sterft.
6
 Als Philip in een ziekenhuis bij kennis komt, zit de moeder van Olaf naast zijn bed. Zij denkt dat haar zoon het ongeluk heeft overleefd.  
7

Slide 5 - Tekstslide

fictie en non-fictie
Fictie: verzonnen verhalen
Non-fictie: teksten over de werkelijkheid

Slide 6 - Tekstslide

fictie
non-fictie
tijdschriftartikel
gedicht
tekst op Wikipedia
journaal
toneelstuk
leesboek

Slide 7 - Sleepvraag

realistisch of niet........
Verhalen zijn altijd verzonnen. Het doel is vermaken / amuseren.

Realistisch: de mensen en de gebeurtenissen lijken op de werkelijkheid.
Niet-realistisch: de schrijver heeft een verhaal verzonnen met dingen die in de werkelijkheid niet kunnen.

Slide 8 - Tekstslide

fictie: realistisch
fictie: niet realistisch

Lieneke Dijkzeul: AAN DE BAL

Rahmane groeit op in een klein dorp in Afrika. Zijn familie is arm en Rahmane helpt zijn vader op het land. In zijn vrije tijd doet hij niets liever dan voetballen met zijn vrienden. Ze hebben geen echte bal en bij gebrek aan schoenen voetballen ze op hun blote voeten, maar dat maakt het spel er voor Rahmane niet minder om. 
Als er op een dag een scout langskomt en Rahmane selecteert om in de stad een opleiding tot professioneel voetballer te volgen, heeft hij het gevoel dat er een droom uitkomt - hij krijgt de mogelijkheid om aan een leven in armoede te ontsnappen en zijn familie een betere toekomst te bieden. 

Julia en haar broer Thijs spelen samen in een succesvolle band. Ze hebben veel vrienden en zijn alle twee tot over hun oren verliefd. Een heerlijk leventje dus. 
 
Ze hadden nooit kunnen denken dat het kon gebeuren, maar ineens wordt alles anders. Het drama dat zich thuis afspeelt zet Julia en Thijs lijnrecht tegenover elkaar en dreigt alles kapot te maken.
Harry Potter woont sinds de dood van zijn ouders in de bezemkast onder de trap in het huis van zijn zeer onvriendelijke tante en oom Duffeling. Het leven is er op zijn zachtst gezegd heel onaangenaam. Op zijn elfde verjaardag hoort Harry dat hij (net als zijn ouders) een tovenaar is; iets wat zijn leven totaal verandert. Hij gaat naar Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus, waar hij alles leert over bezemstelen, toverdranken en monsters. Ook is het zijn taak de strijd aan te gaan met Voldemort, zijn aartsvijand, de tovenaar die verantwoordelijk is voor de dood van zijn vader en moeder.
 
Thomas, Joost, Maurits en tweelingzussen Emma en Lisa verhuizen met hun ouders van de stad naar een afgelegen dorp. Daar gebeurt iets ongelooflijks. Wanneer zij, gelokt door raven en een geheimzinnige stem, onder een oude stadspoort doorgaan, veranderen ze in ruiters te paard. 
 
Tot hun schrik komen ze erachter dat zij De Vijf zijn. Volgens een oude voorspelling moeten zij de magische stad Raveleijn en haar bewoners bevrijden van hun overheerser graaf Olaf Grafhart en zijn monsterlijke wezens. Het lot van Raveleijn ligt in handen van Thomas en zijn broers en zussen. 
 
Maar hoe komen ze aan de magische krachten die nodig zijn om Raveleijn te bevrijden? En welke rol speelt het mysterieuze meisje Samira?

Slide 9 - Sleepvraag

Dit maakt een verhaal realistisch
Dit maakt een verhaal niet-realistisch
Mensen lijken echt in wat ze doen en zeggen.
De wereld waarin het verhaal zich afspeelt is verzonnen.
Er komen verzonnen wezens / fantasiefiguren voor.
Er komen mensen / plaatsen voor die echt hebben bestaan.
De gebeurtenissen zijn in werkelijkheid ook mogelijk.

Slide 10 - Sleepvraag

mondelinge opdracht:
blz. 16 opdr. 6

Slide 11 - Tekstslide

extra voor T en T+
Bespreken opdr. 7 en 8 (blz. 17 en 18)
Samen bekijken: methodesite formulier BOEKPROFIEL
Vind je bij formulieren:           Formulier Blok 1 Fictie – Boekprofiel
  
Plannen in agenda:
week van 2 september: boek kiezen en meebrengen naar school.
week van 7 oktober: inleveren opdracht 8 blz. 18

Slide 12 - Tekstslide

En nu zelfstandig aan het werk...
maken:
opdracht 1 blz. 13
opdracht 2 blz. 14
opdracht 3 blz. 15
opdracht 4 blz. 15
opdracht 5 blz. 16
Je krijgt een les op school om hieraan te werken. De rest is huiswerk.

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
Noteer in je agenda:
maken: 
opdracht 1 blz. 13 
opdracht 2 blz. 14 
opdracht 3 blz. 15 
opdracht 4 blz. 15 
opdracht 5 blz. 16
LET OP: extra opdracht voor T en T+  (= opdr. 8)

Slide 14 - Tekstslide

Evaluatie
1)   Ik vond deze les ....... en het was wel / niet wat ik ervan verwacht had. 

2)   Tips en Tops.......

3)   Heb je gewerkt aan een van jouw doelen? (Onenote? )

Slide 15 - Tekstslide