Week 47, klas 3, les 1 (Jouer/Faire, Partie E, presentatie)

1 / 27
volgende
Slide 1: Video
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

semaine 47, cours 1 

1.Quel est le jour et la date    
2.Quel temps fait-il?    
3. Quel heure est-il?    
4. .......    

      

Slide 2 - Tekstslide

4. Décris ton week-end normal (3 phrases)...
'Normalement le week-end, je ...
(joue.../fais.../mange../écoute.../etc)
timer
1:00

Slide 3 - Open vraag

Hoe ver ben je met je presentatie?
Ik ben nog niet begonnen
Ik heb een deel van de presentatie (geen zinnen)
Ik heb de presentatie en een deel van de zinnen
Ik heb het hele script/zinnen en geen presentatie
Ik heb alles af alleen nog oefenen

Slide 4 - Poll

Départ
  1. DÉBUT DU COURS

  2. GRAMMAIRE
    -
    FAIRE + JOUER À /DE
  3. AU TRAVAIL
    -PRÉSENTATION
    (afmaken, oefenen, indeling)
  4. FIN DU COURS
    - Réflection
    - Jeu blooket


ACTIVITÉ: PRÉSENTATION
THÈME: FAIRE/JOUER
 (30m)
( 20m)

 (05m)

 (10m)

Slide 5 - Tekstslide

TEMPS LIBRE
- Thema chapitre 2D + Pagina 13/14

-Als je verteld over je weekend /vakantie, dan vertel je wat je in je vrije tijd doet/gaat doen/hebt gedaan.

- Wat heb je nodig:
   1. Werkwoorden aller/faire/jouer
   2. Voorzetsels à  of de + lidwoord
   3. Voca activiteiten vrije tijd/hobby
    



Slide 6 - Tekstslide

JOUER
Spelen




timer
0:30
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
jou + ons
jou + ent
jou + e
jou + ez
jou + es
jou + e

Slide 7 - Sleepvraag

JOUER
 AU P.C. 





timer
0:30
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
avons  joué
ont       joué
ai          joué
avez    joué
as         joué
a           joué

Slide 8 - Sleepvraag

Les sports | Jouer + au / à la / à l' / aux*
*Bij sporten en spellen, met min. 1 tegenspeler
1.


2.
3.
4.
5.
6.
timer
1:00
Jouer au tennis
Jouer au ping-pong
Jouer au hockey
Jouer au foot(ball)
Jouer au basket(ball)
Jouer aux jeux vidéos

Slide 9 - Sleepvraag

timer
1:00
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
faisons
font
fais
faites
fais
fait

Slide 10 - Sleepvraag

FAIRE
 AU P.C. 





timer
0:30
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
avons  fait
ont       fait
ai          fait
avez    fait
as         fait
a           fait

Slide 11 - Sleepvraag

Les sports | Faire + du / de la / de l' / des

1.


2.
3.
4.
5.
timer
0:30
Faire du cheval
Faire de la natation
Faire du ski
Faire du jogging
Faire du vélo

Slide 12 - Sleepvraag

Voorzetsels à/de
+ ....
  • Jouer À + balsport
  • Faire DE + overige sporten
  • Jouer DE+ muziekinstrument


 
À = in/naar/op
à + le = au
à + la = à la
à + l' = à l'
à + les = aux
DE = van
de + le = du 
de + la = de la
de + l' = de l'
de + les = des

Slide 13 - Tekstslide

Wanneer gebruiken we "jouer à"
A
Balsporten
B
Overige sporten
C
Muziekinstrument
D
schoolzaken

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer gebruiken we "faire de"?
A
Schoolzaken
B
Overige sporten
C
Muziekinstrumenten
D
Balsporten

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de samentrekking van 'de + le'?
A
de le
B
de l'
C
du
D
des

Slide 16 - Quizvraag

Wanneer gebruiken we "jouer de"?
A
Balsporten
B
Schoolzaken
C
Muziekinstrumenten
D
Overige sporten

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de samentrekking van 'à + le'?
A
à le
B
au
C
à l'
D
aux

Slide 18 - Quizvraag

Noteer het juiste voorzetsel in de goede vorm
"Je joue ... guitare (vr)"
timer
0:10

Slide 19 - Open vraag

Je joue ... foot (m)
timer
0:10

Slide 20 - Open vraag

Je fais ... cheval (m)
timer
0:10

Slide 21 - Open vraag

Je fais ... natation (v)
timer
0:10

Slide 22 - Open vraag

Je joue ... cartes (m)
timer
0:10

Slide 23 - Open vraag

DEVOIRS
  1. Présentation
    - LEVER DE PRESENTATIE IN (MAGISTER)
    - OEFEN DE PRESENTATIE
    - INDELING MAKEN
    - Gebruik de Naslag GL en P. 9-10 rode boek

  2. APPRENDRE (blooket)
    -BLOOKET PRESENTATIE
    - BLOOKET PARTIE A/B: HAVO    VWO

timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

au prochain cours!

Slide 25 - Tekstslide

JOUER
 AU FUTUR





timer
0:30
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
allons  jouer
vont      jouer
vais         jouer
allez       jouer
vas        jouer
va         jouer

Slide 26 - Sleepvraag

FAIRE
 AU FUTUR





timer
0:30
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
allons  faire
vont       faire
vais         faire
allez       faire
vas        faire
va         faire

Slide 27 - Sleepvraag